vrijdag 10 februari 2006

Vragen 11

Op deze pagina kun je je vragen stellen. Voeg je vraag onderaan toe
als reactie, en de taalprof zal hem zo snel mogelijk beantwoorden.



Heb je hier ooit een vraag gesteld en kun je hem niet meer vinden? Kijk dan in het Overzicht naar gearchiveerde vragen en reacties (helemaal naar beneden bladeren!).



Je kunt nu ook in het nieuwe auteursregister je eigen naam opzoeken!



61 opmerkingen:

  1. Hoe ontleed je : de kinderen kunnen op de regels gewzen worden?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @[onbekend]: in de zin 'de kinderen kunnen op de regels gewezen worden' is 'de kinderen' onderwerp en 'op de regels' is voorzetselvoorwerp. 'kunnen gewezen worden' is werkwoordelijk gezegde, en daarvan is 'kunnen' de persoonsvorm.
    Veel mensen zullen je willen vertellen dat deze zin grammaticaal onjuist is. Wil je hier een heel uitgebreide log over lezen? Lees dan: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/11/eeuwige_kwestie.html

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoe ontleed je : De kinderen kan op de regels gewezen worden

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat is het semantische verschil tussen een koppelwerkwoord en een zelfstandig werkwoord?
    wanneer is een werkwoord een koppelwerkwoord?
    Geef een voorbeeld van een of meer werkwoorden die niet in het rijtje staan, maar wel een koppelwerkwoord zijn. Gebruik die werkwoorden in een zin

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Zij heet Irma. Hoe ontleed je deze zin? Beargumenteer je antwoord. Welke andere mogelijkheden worden er genoemd?

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Zoek zelf een interessante taalkwestie en bereid hierover een presentatie voor

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @[onbekend]: In de zin 'De kinderen kan op de regels gewezen worden' kun je 'de kinderen' geen onderwerp meer noemen omdat het niet in getal overeenkomt met de persoonsvorm ('kan'). Dit kun je analyseren als het zogeheten 'onpersoonlijke passief', de lijdende vorm met 'er' als onderwerp: 'er wordt gedanst', bijvoorbeeld.
    Het is verleidelijk om nu 'de kinderen' meewerkend voorwerp te noemen, maar dat lijkt me onjuist. Daar zijn geen argumenten voor te verzinnen, want je kunt er niet het voorzetsel 'aan', 'voor' of 'bij' aan toevoegen. Je zult 'de kinderen' in deze zin dus hoe dan ook lijdend voorwerp moeten noemen. Die constructie komt wel voor als het lijdend voorwerp en het werkwoord "bij elkaar horen": iets als 'er wordt nogal veel boeken gelezen in dit land'.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. @[onbekend]: wat is het semantische verschil tussen een koppelwerkwoord en een zelfstandig werkwoord? Lees de FAQ, en bijvoorbeeld deze log: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/er_bestaat_maar.html
    Voor "gekke koppelwerkwoorden", zie: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/03/gekke_koppelwer.html

    BeantwoordenVerwijderen
  9. @[onbekend]: 'Zij heet Irma'. Daar heb ik ooit deze vraag over beantwoord: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/vragen_6.html#comment-18111646
    Is dit ook een antwoord op jouw vraag?

    BeantwoordenVerwijderen
  10. @[onbekend]: 'Zoek zelf een interessante taalkwestie en bereid hierover een presentatie voor'. Deze vraag kan ik het beste zo beantwoorden denk ik: "Zoek zelf een interessante taalkwestie en bereid hierover een presentatie voor".

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Kunt u mij de "gebruiksaanwijzing" van het woordje "te" in relatie met een werkwoord geven?
    Alvorens bedankt.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. @Deb: Dat is een moeilijke vraag! Het woordje 'te' is een woordje dat in veel constructies met het hele werkwoord (infinitief) gebruikt wordt. Het staat altijd vlak vóór het hele werkwoord (bijvoorbeeld 'te lachen', niet 'te nooit lachen', bij een scheidbaar samengesteld werkwoord staat het zelfs tussen de twee delen in (bijvoorbeeld 'samen te vatten' of 'weg te lopen' en niet 'te samenvatten' of 'te weglopen').
    Wanneer je wel of niet 'te' moet gebruiken is een lastige vraag, die zelfs niet altijd met zekerheid te beantwoorden is. Er zijn een paar vuistregels:
    (1) Er zijn veel hulpwerkwoorden die bij een infinitief staan. Sommige van die hulpwerkwoorden vragen altijd om een infinitief zonder 'te' (bijvoorbeeld 'zullen, willen, kunnen, moeten, mogen, hoeven, laten, doen, blijven, gaan, komen'), andere willen een infinitief met 'te' ('schijnen, lijken, blijken' en de "ouderwetse" 'heten, dunken' en 'voorkomen'). Een derde soort wil graag 'te', maar in sommige omstandigheden kan dat wegblijven ('zitten, liggen, staan, lopen, hangen').
    (2) Bij een beknopte bijzin met het voegwoord 'om' (of waar 'om' bij kan), krijgt de infinitief 'te': 'een boek om te lezen'.
    (3) Er bestaat ook een zogeheten "predicatieve constructie" met infinitief ('een te lezen artikel', een artikel dat gelezen moet of kan worden). Daar hoort ook 'te' bij.
    Zie voor een uitvoerige beschrijving ook de Elektronische ANS:
    http://oase.uci.kun.nl/~ans/e-ans/18/05/04/body.html
    http://oase.uci.kun.nl/~ans/e-ans/18/05/04/01/02/body.html
    of kijk in de index bij 'te+infinitief':
    http://oase.uci.kun.nl/~ans/interface/windext.htm

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Dat onderdeel was het leukst. Is "leukst" taalkundig gezien, hier nu een zelfstandig naamwoord? Omdat er een lidwoord voor staat? Of behoort het tot een andere woordsoort?

    BeantwoordenVerwijderen
  14. @Jolanda: ik zou zeggen dat het een bijvoeglijk naamwoord is. De overtreffende trap (superlatief) wordt algemeen gezien als een vorm van het bijvoeglijk naamwoord. Aangezien 'het leukst' hier op een plaats staat waar je het woord 'leuk' als een bijvoeglijk naamwoord benoemt, zou je dat hier ook het beste kunnen doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  15. Beste Taalprof,
    Kan de volgende zin: 'Mijn voeten verkleumd, voelde ik niet meer waar ik ze neerzette.' Met 'ze' zou verwezen moeten worden naar 'voeten'. Ik kom niet verder dan paragraaf 20.9.2 in de ANS (de absolute met-constructie). Maar dat is het niet, toch?
    Prettig weekend!
    Roos

    BeantwoordenVerwijderen
  16. @Roos: dit zou ik wel degelijk een "absolute constructie" noemen. Het betreft een predicatief verband tussen 'mijn voeten' en 'verkleumd', zonder dat 'mijn voeten' een apart zinsdeel in de zin is. De betekenis is alleen te omschrijven met een bijzin 'Aangezien mijn voeten verkleumd waren voelde ik niet meer waar ik ze neerzette'.
    Dergelijke absolute constructies zijn in het Nederlands vrij ongewoon. Meestal staan ze vooraan. Een ander voorbeeld is: 'Mijn werk gedaan ging ik opgelucht naar huis'.
    Het is inderdaad geen met-constructie, maar wel een absolute constructie.
    Kijk in de ANS op deze plaats: http://oase.uci.kun.nl/~ans/e-ans/02/04/06/body.html#p3

    BeantwoordenVerwijderen
  17. Ik moet de volgende zin indelen in functie woorden en inhoudswoorden. Ik weet alleen niet waar ik de woorden DAT, VAN, NIET en HOOR onder moet plaatsen.
    Mama zegt dat wij vlees van een koe eten, maar dat is niet hoor, want ze koopt het in de winkel
    Groetjes claudia

    BeantwoordenVerwijderen
  18. @Claudia: het eerste 'dat' is onderschikkend voegwoord en het tweede is aanwijzend voornaamwoord: beide functiewoorden. 'van' is een voorzetsel en 'niet' is een bijwoord: functiewoorden. 'hoor' is natuurlijk oorspronkelijk een werkwoord, maar in deze gebruikswijze (als tussenwerpsel) zou ik het als bijwoord, en dus ook als functiewoord benoemen.
    Functiewoorden behoren tot eindige woordklassen, en zijn "betekenisarm": ze voegen hoogstens een betekenisaspect toe, zoals ontkenning ('niet'), of een modaal aspect ('hoor').

    BeantwoordenVerwijderen
  19. Hallo,
    Welke zin is beter?
    Ik kijk tv in de woonkamer.
    of
    Ik kijk in de woonkamer tv. ?
    Of zijn ze allebei goed?
    Alvast bedankt voor je antwoord.
    Groet,
    Yvonne

    BeantwoordenVerwijderen
  20. hoi taalprof, ik heb verder op gelezen dat bijvoegelijke naamwoorden en bijwoorden onder inhoudswoorden vallen, nu zeg jij tegen mij dat 'hoor'in mijn geval een bijwoord, dus een functiewoord is... wat is het nu dan?

    BeantwoordenVerwijderen
  21. @Yvonne: in beide zinnen, 'ik kijk in de woonkamer tv' en 'ik kijk tv in de woonkamer' is 'in de woonkamer' een bijwoordelijke bepaling met een voorzetsel, en 'tv' is het lijdend voorwerp, ontstaan uit 'naar de tv', en nu bijna opgenomen in het werkwoord, net als bij 'pianospelen'. Die bijwoordelijke bepalingen met voorzetsel kunnen zowel voor als achter zo'n type lijdend voorwerp staan, vergelijk: 'ik speel in de woonkamer piano' en 'ik speel piano in de woonkamer'.
    Welke zin "beter" is, hangt van veel meer factoren af dan alleen de grammatica. Ga op je gevoel af.

    BeantwoordenVerwijderen
  22. @Claudia: ik weet niet waar je dat gelezen hebt, misschien hier: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/vragen_6.html#comment-17767546
    Maar in de discussie daar beweer ik dat de meeste bijwoorden eigenlijk bijvoeglijke naamwoorden zijn die als bijwoord gebruikt worden. Als je echt naar de klasse van woorden kijkt die geen oorsprong als bijvoeglijk naamwoord kennen, dan is dat een gesloten klasse van betekenisarme woordjes: 'al, dan, nooit, niet, nauwelijks, toch, maar, ...'
    Het woordje 'hoor' als tussenwerpsel lijkt me vrijwel niets meer te maken te hebben met de betekenis dat je iemand aanspoort om te luisteren. Het is afgezwakt tot een zogeheten "partikel", een betekenisarm, onverbuigbaar woordje, dat vaak alleen een modale betekenis heeft: het voegt hier alleen iets van geruststelling toe, het zwakt een beetje af wat je in de rest van de zin zegt. "Oordeelspartikel", is de meer precieze term voor dit soort woordjes.
    In de discussie die ik boven citeer, signaleert een lezer dat in Van Dale de bijwoorden wel onder de inhoudswoorden gerekend worden. Mij lijkt dat niet juist.

    BeantwoordenVerwijderen
  23. Hallo,
    Hartstikke bedankt voor het snelle antwoord!

    BeantwoordenVerwijderen
  24. Ik heb alweer een vraagje. Kun je zeggen "Bij ons thuis staan auto's op de straat."? Ontbreekt er niet het woordje "er"? Kun je niet beter zeggen "Bij ons thuis staan er auto's op straat." of nog beter "Er staan bij ons thuis auto's op straat."?
    Alvast bedankt voor je antwoord.

    BeantwoordenVerwijderen
  25. @Yvonne: het plaatsonderwerp 'er' kan vaak probleemloos worden weggelaten als het achter de persoonsvorm staat. Dat gebeurt als je een ander zinsdeel vóór de persoonsvorm zet (bijvoorbeeld om dat sterk te benadrukken): 'er ligt een boot op het strand' wordt dan 'op het strand ligt (er) een boot'. Of 'Er heeft mij niemand gebeld' wordt 'Mij heeft (er) niemand gebeld'. Ook als je het getalsonderwerp zelf vooraan zet, komt het plaatsonderwerp achter de persoonsvorm te staan: 'Een boot ligt (er) op het strand' of 'Niemand heeft (er) mij gebeld'.
    Het is onduidelijk waar het nu precies van afhangt of het nu beter klinkt om 'er' in die gevallen weg te laten of te laten staan. Het zou kunnen dat er in sommige gevallen betekenisverschil is, maar dat is nog niet zo gemakkelijk aan te tonen.
    Ook hier moet ik dus weer zeggen: ga op je gevoel af. Kies de variant die voor jou het beste klinkt in de gegeven situatie. Als je het Nederlands niet als moedertaal spreekt, wordt het moeilijk. Er is geen enkele Nederlandse grammatica die precies beschrijft wanneer je wel of niet 'er' moet/kunt gebruiken. De ANS is nog het meest volledig: http://oase.uci.kun.nl/~ans/e-ans/08/06/03/03/02/body.html
    Één betekenisverschil dat je in ieder geval kunt uitdrukken hiermee is dit: als je wil zeggen dat auto's in het algemeen bij jou thuis op straat staan, dan zou je het zonder 'er' moeten doen: 'Auto's staan bij ons thuis op straat (niet in de voortuinen)'. Met 'er' beschrijf je meer een toevallige situatie: 'Hee, er staan bij ons thuis auto's op straat!'
    O ja: in je eerste zin schrijf je wel 'op de straat'. Ik denk dat je daar 'op straat' bedoelt, want dat is de meest gebruikelijke variant. Maar zelfs 'op de straat' zou kunnen.

    BeantwoordenVerwijderen
  26. Bedankt. Dat is heel duidelijk en ik heb er wat aan. :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  27. Mijn docent rekende 'ontvangen'in de zin: Om tien uur werden de eerste gasten ontvangen' als heel werkwoord (infinitief) fout. Hij zei dat het een voltooid deelwoord is. Klopt dat?

    BeantwoordenVerwijderen
  28. @d.kuipers: ja dat klopt. Maak er maar eens een werkwoord van als 'opvangen'. Dan wordt het 'Om tien uur werden de eerste gasten opgevangen'.
    Het werkwoord 'ontvangen' is een onregelmatig werkwoord waarvan de voltooide tijd er toevallig hetzelfde uitziet als het hele werkwoord. Een ander voorbeeld is 'ontkomen' ('Ze zijn mij ontkomen') of 'verstaan' ('Ik heb je niet verstaan').

    BeantwoordenVerwijderen
  29. wat zijn in deze zinnen de hulp-en de hoofdwerkwoorden
    ik zal eens gaan kijken
    straks moet je je handen wassen
    doe het dopje er eens op, want jij hebt er mee geschreven

    BeantwoordenVerwijderen
  30. @Jill: in 'ik zal eens gaan kijken' zijn 'zal' en 'gaan' hulpwerkwoorden; in 'straks moet je je handen wassen' is 'moet' hulpwerkwoord, en in 'doe het dopje er eens op, want jij hebt ermee geschreven' is alleen 'heb' hulpwerkwoord. 'Kijken', 'wassen', en 'geschreven' zijn zelfstandige werkwoorden. Dat geldt ook voor 'doen'. Misschien denk je dat het werkwoord hier 'opdoen' moet zijn, maar ik denk eerder dat 'erop' hier een voornaamwoordelijk bijwoord is.

    BeantwoordenVerwijderen
  31. Wat zijn in deze zin de inhouds en de funtiewoorden
    Maar eigenlijk, he, vind ik spaghetti wel het lekkerst van allemaal.

    BeantwoordenVerwijderen
  32. @Jill: 'vind', 'spaghetti' en 'lekkerst' zijn in deze zin inhoudswoorden. De andere zijn functiewoorden. Bijwoorden, tussenwerpsels, voornaamwoorden, voegwoorden, lidwoorden en voorzetsels.

    BeantwoordenVerwijderen
  33. Als het buiten regent en ik wil buiten spelen daar word ik ook wel eens verdrietig. Dat vind ik niet leuk
    Wat zijn de inhouds en wat zijn functiewoorden?

    BeantwoordenVerwijderen
  34. @Claudia: ehhh, ik heb het gevoel alsof ik voor mensen huiswerk zit te maken. Twee mensen achter elkaar die mij dezelfde vraag stellen, maar dan voor andere zinnen. Maar goed: inhoudswoorden in deze zin zijn de zelfstandige werkwoorden, de bijvoeglijke naamwoorden en de zelfstandige naamwoorden: regent, spelen, verdrietig, vind, leuk. Over 'buiten' zou je kunnen twisten, maar mij lijkt dat een functiewoord.

    BeantwoordenVerwijderen
  35. Hoi taalprof
    bedankt voor je reactie ik had het blijkbaar wel wat verkeerd gedaan. en wat betreft jouw opmerking. Het is denk ik puur toeval want die ander persoon ken ik niet.
    groetjes

    BeantwoordenVerwijderen
  36. Beste Taalprof,
    Op Teletekst las ik: "De graadmeter werd geholpen door de beter dan verwachte resultaten van de bank JPMorgan Chase." Kan die verbuiging? Ik vind het wel grappig klinken, maar het gaat in deze zin niet om 'verwachte' resultaten, maar om 'betere' (dan wat? dan verwacht). Met de constructie "Daar loopt een groter dan grote man" heb ik echter geen probleem. Hoe zit dit?

    BeantwoordenVerwijderen
  37. @Sikke: wat hier mijns inziens aan de hand is, is dit: het zinsdeel 'beter dan verwacht' is een predicaat; het kan immers het naamwoordelijk deel zijn in een zin als 'de resultaten zijn beter dan verwacht'. Dit predicaat is in jouw voorbeeld in zijn geheel bijvoeglijk gebruikt, alsof het één woord is. Dus eigenlijk: 'de beter-dan-verwachte resultaten'. De verbuiging op 'verwacht' is dus niet de verbuiging op het voltooid deelwoord alleen, maar de verbuiging op het hele zinsdeel. Eigenlijk net als 'de bij-de-hante jongen', 'de kant-en-klare maaltijd'. In normale gevallen is een nabepaling bij een bijvoeglijk naamwoord dat vóór een zelfstandig naamwoord staat, totaal onmogelijk: 'de trots op zijn werke kunstenaar', dat kan echt niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  38. Beste Taalprof,
    en vraagje i.v.m. afleidingen: wordt een werkwoord(of derde persoon enkelvoud, of het VD), gezien als een afleiding met suffix -en (of suffix -t voor de derde p.enk., of prefix ge- of be- en suffix -d voor het VD)? In een handboek Nederlands worden bv. 'vluchten' en 'wachten' gezien als 'grondwoorden die de kern van een afleiding zijn', maar 'schrobben' of sturen' niet!

    BeantwoordenVerwijderen
  39. @Ann De Boeck: ik weet niet zeker of ik nu antwoord geef op je vraag, maar in de morfologie is het gebruikelijk om de stamvormen van de werkwoorden als "grondwoord" te beschouwen. In jouw voorbeelden dus: 'vlucht', 'wacht', 'schrob' en 'stuur'. Zo te zien is het verschil tussen 'vlucht' en 'wacht' enerzijds, en 'schrob' en 'stuur' anderzijds, dat de afleiding van de eerste twee zonder spellingsveranderingen kan (gewoon '-en' erachter), en bij de laatste twee moet je ook nog eens de medeklinker verdubbelen ('-bben') of de dubbele klinker enkel opschrijven (niet 'stuur-en'). Kan dat de achtergrond zijn van de opmerking in jouw handboek? Dat het eerder over de spelling gaat dan over de morfologie?

    BeantwoordenVerwijderen
  40. Welke zin is correct:
    1. Ik heb hen om raad gevraagd.
    2. Ik heb hun om raad gevraagd.
    M.a.w. is hen/hun lijdend of meewerkend voorwerp?

    BeantwoordenVerwijderen
  41. @A.Kooijman: de grammatica kan je niets vertellen over correct of incorrect, want daar gaat de grammatica niet over. Ik kan wel iets zeggen over de ontleding.
    'vragen' met een bijzin ('vragen of...') heeft zeker een meewerkend voorwerp bij zich: '(aan) iemand vragen of...'. Het werkwoord 'vragen' met een lijdend voorwerp ook: '(aan) iemand iets vragen'. Maar 'vragen' met een voorzetselvoorwerp lijkt me net even iets anders. Ik zou aarzelen om iets te zeggen als 'aan iemand om iets vragen', net zomin als ik dat zou doen bij 'verzoeken': 'ik verzoek aan jou om een reactie', dat klinkt mij niet goed in de oren.
    Ik zou dus denken dat in 'iemand om iets vragen' 'iemand' lijdend voorwerp is en 'om iets' voorzetselvoorwerp. Maar het is een onduidelijk geval. 'aan iemand om iets vragen' lijkt wel voor te komen, maar het is moeilijk te bepalen hoe vaak. Het is niet eenvoudig om het in Google na te tellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  42. Wat ondergaat in de keuken bij het koken een tegegestelde uitwerking?

    BeantwoordenVerwijderen
  43. @[No Author]: Wat ondergaat in de keuken bij het koken een tegengestelde uitwerking? Ik begrijp deze vraag niet. Wie zegt dat, van die "tegengestelde uitwerking"? En welke voorbeeldzin hoort daarbij? Misschien bedoel je dat je het werkwoord 'koken' op twee manieren kunt gebruiken: 'ik kook de aardappelen' en 'de aardappelen koken'. Maar daar kan ik eerlijk gezegd niets "tegengestelds" in ontdekken. Dus graag wat meer toelichting bij deze vraag!

    BeantwoordenVerwijderen
  44. johan vermeulen2 mei 2007 om 18:55

    Hoe moeten in de zin "de boodschap staat vermeld" de woord "staat" en "vermeld" worden ontleed. Zijn ze resp. het werkwoordelijk en het naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde? Je zou denken van niet, want "staat" is geen koppelwerkwoord, of toch wel?
    Johan

    BeantwoordenVerwijderen
  45. @johan vermeulen: ik denk wel dat 'staat' in 'de boodschap staat vermeld' een koppelwerkwoord genoemd zou moeten worden. Dit soort gevallen staan bekend als "vervangende koppelwerkwoorden". Zie ook http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/03/gekke_koppelwer.html voor meer voorbeelden.
    'staan' is een van de "werkwoorden van lichaamshouding", die ook als hulpwerkwoorden voorkomen (maar daarvan is hier zeker geen sprake), en die allemaal in gereduceerde betekenis als koppelwerkwoord gebruikt kunnen worden (bv. 'krap bij kas zitten', 'rood staan', 'opgebaard liggen').

    BeantwoordenVerwijderen
  46. Hallo,
    Wat is nu de juiste volgorde van zinsontleding?
    In sommige methodes staat eerst: pv, ond, gez enz, en in andere methodes weer: pv, gez, ond, enz.
    Ik hoop dat iemand mij kan helpen!

    BeantwoordenVerwijderen
  47. @Susan: er is geen "juiste volgorde"! De beste volgorde is de volgorde die voor jou het beste werkt. Persoonsvormen zijn makkelijk te herkennen, dus daar begint iedereen mee. Zie jij makkelijk wat het onderwerp is? Doe dan dat eerst. Vind je het prettiger om eerst de werkwoorden erbij te zoeken? Doe dan eerst het gezegde.
    Lees eventueel ook deze log: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/03/stappenplan.html
    Daar staat één zo'n stappenplan nader toegelicht.

    BeantwoordenVerwijderen
  48. Beste Taalprof,
    Wat is juist: 'de kleuters met hun gezichtje', of 'de kleuters met hun gezichtjes'? In de ANS kan ik hier niets over vinden...

    BeantwoordenVerwijderen
  49. @Aleid: wat "juist" is zul je zelf moeten bepalen. De grammatica kan je alleen vertellen dat in deze constructie zowel het enkelvoud als het meervoud mogelijk is. Er zijn woorden die alleen in het enkelvoud voorkomen (zoals 'muziek' of 'nageslacht'), en die gaan prima: 'de muzikanten en hun muziek', 'de oorspronkelijke bewoners en hun nageslacht'. Maar ook woorden die alleen in het meervoud kunnen voorkomen, zijn hier OK: 'de kinderen en hun hersenen' bijvoorbeeld.
    Wat is hier het beste? Is er betekenisverschil? Het lijkt mij dat er in dit geval onder een normale interpretatie niet veel verschil is. Het enkelvoud laat de mogelijkheid open dat de kinderen samen één gezichtje delen (wat natuurlijk absurd is), en het meervoud zou je moedwillig kunnen opvatten als dat ieder kind meer dan één gezichtje zou hebben (wat ook te belachelijk is voor woorden).
    De mogelijke interpretaties bij enkel- en meervoud verschillen dus, maar de normale interpretaties zit bij dit voorbeeld in de overlap.

    BeantwoordenVerwijderen
  50. Hoe moeten we het woord 'veel' typeren in de zin "Ik wil veel bereiken" of in "Wat jij wil bereiken is veel" ? Ik denk vooral aan woordontleding.
    Hartelijk dank.

    BeantwoordenVerwijderen
  51. @Jan: ik zou 'veel' hier een onbepaald hoofdtelwoord noemen. Het is weliswaar zelfstandig gebruikt, en het gaat niet noodzakelijk om een telbare maar mogelijk om een niet-telbare hoeveelheid, maar dat doet er allemaal niet toe. Het gaat nog altijd om "veel van iets", of "veel dingen".
    'veel' is alleen een bijwoord als het een bepaalde graad of mate aangeeft: 'veel lachen', 'veel voorkomen'.

    BeantwoordenVerwijderen
  52. In de zin "Het huis is te koop", hoe benoemt men taalkundig het "te" "koop" gedeelte?

    BeantwoordenVerwijderen
  53. @Nikk: de woordgroep 'te koop' is een vaste, versteende uitdrukking. Dat maakt het lastig om van de afzonderlijke woorden de woordsoort te bepalen. Toch is dat in dit geval niet onmogelijk.
    'te' is hier een voorzetsel. Het is alleen een bijwoord als het bij een bijvoeglijk naamwoord staat ('te warm') en daarvan is hier geen sprake.
    Bij 'koop' zou je kunnen twijfelen tussen werkwoord en zelfstandig naamwoord, maar als je soortgelijke uitdrukkingen bekijkt zie je niet alleen vormen als 'te huur' en 'te leen, maar ook 'ter goedkeuring', 'ter correctie', waarbij het voorzetsel 'te' is versmolten met het lidwoord 'der', en gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord dat van een werkwoord is afgeleid. Ik denk dat er dus alle reden is om 'koop' te benoemen als een zelfstandig naamwoord ('de koop').
    Dat een woordgroep met voorzetsel en zelfstandig naamwoord redekundig het naamwoordelijk deel van het gezegde is, is heel gebruikelijk: ook vaste combinaties als 'in orde', 'van belang'.
    Je hebt ook wel naamwoordelijke gezegdes met voorzetsel 'te' en werkwoorden ('dat is te doen'), maar dat is altijd met het hele werkwoord.

    BeantwoordenVerwijderen
  54. Wat zijn de regels aangaande de interpunctie en het hoofdlettergebruik in opsomming van vragen na een dubbele punt (:)?

    BeantwoordenVerwijderen
  55. @Jozef Coppens: de taalprof weet alleen iets van grammatica. Regels voor spelling en interpunctie gebruiken soms wel grammaticale terminologie, maar hebben met grammatica verder weinig te maken. De taalprof verwijst voor spelling en interpunctie gemakshalve naar de taaladviseurs. Bijvoorbeeld: http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/392/
    http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/687/
    http://www.onzetaal.nl/advies/opsomming.php
    Bedenk verder dat het gebruik van hoofdletters wel onder de officiële richtlijnen voor de spelling valt (het Groene Boekje), maar het gebruik van leestekens niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  56. Geachte Taalprof,
    Ik zoek antwoord op de volgende vraag:
    wat is de correcte regel voor onderstaand probleem betr. "aantal" en de daarop volgende enkelvouds- dan wel meervoudsvormen:
    "het aantal medewerkers wiens klacht niet gehoord was"
    "het aantal medewerkers wier klacht niet gehoord was"
    Mijn "native speaker gutfeeling", om maar eens een hele lelijke frase te gebruiken, kiest voor de eerste variant: "wiens" slaat m.i. terug naar het "aantal" en niet naar "medewerkers". Immers het is ook: "het aantal wiens klacht niet gehoord was".
    Kan u licht in de duisternis brengen?
    Als er een gangbaar en een puristisch antwoord mogelijk is, dan graag beide.

    BeantwoordenVerwijderen
  57. @Mimi Polet: zowel 'wiens' als 'wier' behoort tot het formele taalgebruik. Ik vind het allebei ouderwets aanvoelen, jij niet? Je kunt beide vermijden door in plaats ervan 'van wie' te gebruiken, en van mij mag je ook 'waarvan' zeggen (en schrijven), maar dat is deels een hele discussie (meer hierover beneden): http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/12/eeuwige_kwestie.html
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/12/meesters_wil_is.html
    Als je per se 'wiens' of 'wier' wilt gebruiken is 'wier' het gemakkelijkst te beargumenteren. Het verwijst dan naar het meervoudige 'medewerkers': er zijn medewerkers wier klacht niet gehoord wordt, en het gaat om het aantal daarvan (of van hen).
    Wil je argumenteren voor 'wiens', dan is dat een stuk lastiger. Ja, je kunt zeggen, het slaat terug op 'aantal', en bij 'het aantal medewerkers DAT een klacht heeft' kan dat ook, maar 'aantal' is niet menselijk en 'wiens' kan alleen maar op een mens slaan.
    Ik zou dus zeggen dat er in jouw voorbeeld drie mogelijkheden overblijven. Vind je dat de bijzin bij 'medewerkers' hoort, dan zou je 'wier' of 'van wie' (en eventueel 'waarvan') moeten gebruiken. Sta je erop dat de bijzin bij 'aantal' hoort, dan moet het per se 'waarvan' zijn.
    Ik denk dat een ouderwetse purist voor 'wier' zou kiezen, een moderne purist voor 'van wie', en ieder ander voor 'waarvan'.

    BeantwoordenVerwijderen
  58. hallo,
    wat betekent "te gelde" te maken in deze zin:
    ...of het Tom lukt om zijn broer 'te gelde' te maken, om zich zelf van financiele afgrond te redden.
    ik kan me voorstellen dat het om geld gaat, maar hoe moet je het vertalen? zo: van zijn broer geld verdienen, an hem geld maken?
    het gaat om een analyse van Rain Man, de film.
    alvast bedankt,
    ramin

    BeantwoordenVerwijderen
  59. @ramin: het is precies zoals je zegt. Heel vroeger was de uitdrukking naast 'te gelde' ook 'iets tot geld maken', dat wil zeggen: van iets geld maken. Later is het meer gaan betekenen "geld verdienen met iets".
    In jouw voorbeeld staan er denk ik aanhalingstekens omheen omdat het gek is om deze uitdrukking te gebruiken voor mensen. Meestal maak je alleen dingen van jezelf (zoals je talenten, je beroemdheid, of een prijs die je gewonnen hebt) te gelde.
    De film Rain man gaat erover dat Raymond als "savant" bepaalde talenten heeft (zoals een fenomenaal geheugen om kaarten te onthouden), die zijn broer "misbruikt" om geld te verdienen. Hij "maakt geld van" dit talent van zijn broer.
    Dit is natuurlijk allemaal maar woordbetekenis, maar er zit ook wel een grammaticaal aardigheidje aan: als zinsdeel zou je 'te gelde' moeten benoemen als een van de drie soorten bepaling van gesteldheid, namelijk de "resultatieve werkwoordbepaling". Als je het leuk vindt moet je de volgende log daarover maar eens lezen: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/11/wie_is_er_bang__1.html

    BeantwoordenVerwijderen
  60. hartstikke bedankt voor het heldere antwoord. inderdaad gaat het om het benutten van zijn talent bij het gokken, maar ook erfenis staat op spel.
    hoe dan ook, deze website is een grote steun. het onderwerp van de link is ietjes te moeilijk voor mij:) maar ik zal het raadplegen als ik vaker tegen dit soort voorbeelden aanloop.
    groetjes

    BeantwoordenVerwijderen