zaterdag 4 februari 2006

Vragen 5

Op deze pagina kun je je vragen stellen. Voeg je vraag onderaan toe
als reactie, en de taalprof zal hem zo snel mogelijk beantwoorden.



Heb je hier ooit een vraag gesteld en kun je hem niet meer vinden? Kijk dan in het Overzicht naar gearchiveerde vragen en reacties (helemaal naar beneden bladeren!)



64 opmerkingen:

  1. Ik snap al 4 jaar lang niks van het naamwoordelijk gezegde... (d.w.z. vanaf het moment dat ik er het eerst van hoorde) Hoe kan ik het vinden in een zin? Nog belangrijker: hoe kan ik het herkennen? Alstublieft, leg het mij uit! Tot nu toe is het nog niemand gelukt, mij dat te laten snappen.
    Gegroet.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Ilse: lees de volgende drie logs:
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/wat_is_een_naam.html
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/er_bestaat_maar.html
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/03/wat_je_bent_zeg.html
    Als je dat snapt, weet je alles wat je weten moet over het naamwoordelijk gezegde. Kijk anders ook eens in de FAQ, bijvoorbeeld naar het Stappenplan, of kijk gewoon eens rond in het Overzicht. Verschillende logjes gaan ook over het naamwoordelijk gezegde!
    Als je het nog te lastig vindt, kom dan nog eens terug, en noem eens een zin die voor jou moeilijk is.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ben ik weer eens.
    En dit keer met een vraag over het werkwoord 'gebeuren'. Heeft misschien (te) weinig met grammatica te maken, maar voor een taalprof moet ook dit interessant zijn.
    Mijn vraag is... ik dacht altijd dat er met 'gebeuren' iets raars aan de hand was. Want ik kan niet gebeuren, jij ook niet, wij ook niet. Alleen 'iets' kan gebeuren. En in radioprogramma's kunnen "dingen gebeuren" (dingen die gebeuren, KRO radio).
    Maar tegenwoordig hoor ik ook heel vaak "Er is een ongeluk gebeurd op de A1 richting... blablabla"
    Dus een ongeluk kan wél gebeuren? En ik niet?
    Discriminatie!
    En waarom kan ik eigenlijk niet gebeuren? Komt dat door mij of door het werkwoord? En vanaf wanneer kan het dan wel?
    Ik lees en wacht geduldig af.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @Machteld: werkwoorden "selecteren" hun onderwerpen en voorwerpen. Gegeten wordt er alleen door eters, geslapen alleen door slapers. Dingen die kunnen gebeuren, zijn alleen, eh, ja, "gebeurtenissen". Taalkundigen noemen dit de "selectierestricties" van de werkwoorden. De werkwoorden leggen beperkingen op aan het onderwerp en de voorwerpen.
    In veel gevallen kun je die beperkingen wel een beetje "oprekken", bijvoorbeeld als je spreekt over een "slapende vulkaan".
    Om jezelf dus zodanig op te rekken dat je kunt gebeuren moet je jezelf als "gebeurtenis" voorstellen. Iets als "Willem van Oranje was het beste dat de Nederlanders kon gebeuren". Daar kan ik me nog wel iets bij voorstellen, jij niet? Dan heb je het over "Willem van Oranje" als "persoon-in-de-tijd", als de verzameling van alle gebeurtenissen die die persoon kenmerkten.
    Een andere vraag is of "gebeuren" nou een geval van "doen" of "zijn" is. Het antwoord daarop moet zijn: gebeuren, dat DOEN de dingen. Het betreft dus een werkwoordelijk gezegde.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. gebeuren kan wel in de zin van dat iets je overkomt...
    er gebeurde mij gisteren zoiets merkwaardigs....
    btw: leuke log. Ben ook gek op grammatica...geef er zelfs les in. Ik hou je in de gaten ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @pascha: fijn om in de gaten gehouden te worden! In jouw voorbeeldzin, "er gebeurde mij gisteren zoiets merkwaardigs", is het "zoiets" dat "gebeurt", nietwaar? In dat geval moet "zoiets", het (getals-)onderwerp van de zin, een gebeurtenis zijn.
    Of bedoel je dat "overkomen" geen "doen" is? Maar als rampen jou overkomen, dan "doen" die rampen dat toch?

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @Pascha: "Er gebeurde mij gisteren zoiets merkwaardigs.".
    Je bedoelt neem ik aan dat een persoon iets overkomt. Maar 'mij' is hier geen onderwerp van 'gebeuren'. Dit is o.a. te zien aan de vorm (voorwerpsvorm 'mij', vgl. 'ik').
    Verder kun je het ook zien aan deze zin: "Vreemde dingen gebeurden mij gisteren." Hier is 'vreemde dingen' meervoud en verandert de persoonsvorm mee naar het meervoud. Dit betekent dus dat er sprake is van een onderwerp.
    Dat een persoon iets overkomt is dus niet een voorbeeld dat het gebeuren rond 'gebeuren' (ja, we maken het lekker ingewikkeld) dat Machteld omschrijft beschrijft.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Bedankt voor de tip over het morfologische sprookje! dat ga ik zeker proberen! Ik zit nu met een nieuw probleem. Ik moet de volgende zin redekundig ontleden en de woordsoorten benoemen:
    Het is eveneens onduidelijk of er sprake is van een misdrijf.
    Vanaf het woordje 'of' raak ik in de war bij het ontleden. En dat 'eveneens' zit me ook niet lekker. Is 'van een misdrijf' nou een voorzetselvoorwerp? Meestal noem ik dingen die ik niet weet een bijwoordelijke bepaling en dat klopt ook vaak wel, maar nu heb ik mijn twijfels. Ik loop trouwens ook tegen een zin aan die begint met 'omdat'. Waar valt dat dan onder bij het ontleden?
    Wat betreft de woordsoortbenoeming: hoe zit het met 'er' en 'sprake'?
    Het zou zomaar kunnen dat hier een heel simpel antwoord op is, maar aangezien ik al de hele dag met dit soort (razend interessante!!) dingen bezig ben, zie ik het allemaal niet meer zo..
    groetjes!

    BeantwoordenVerwijderen
  9. @soraya: okee, dus je hebt gezien dat 'het' hier een voorlopig onderwerp is. Wat is het probleem met 'eveneens'? Zou je het makkelijker hebben gevonden als er 'ook' had gestaan?
    Die constructie met 'er is sprake van...', dat is wel een rare constructie, dat ben ik wel met je eens, maar je kunt er niet veel anders van maken dan een ontleding met 'is' als zelfstandig werkwoord, en 'van een misdrijf' bijvoeglijk bij het zelfstandig naamwoord 'sprake'. Het plaatsonderwerp 'er' is natuurlijk bijwoord.
    O ja, en zinnen met omdat zijn bijwoordelijk ("van reden").
    Heb ik nou je huiswerk gemaakt?

    BeantwoordenVerwijderen
  10. @soraya: misschien twijfel je nog over de benoeming van "van een misdrijf" als bijvoeglijke bepaling bij "sprake". Bedenk dan dat je beide woordgroepen als één geheel vooraan de zin kunt zetten: "Sprake van een misdrijf is er nooit geweest".
    Maar, zul je misschien zeggen, hoe zit het dan als je hebt: "Er is nooit sprake van geweest dat er een misdrijf gepleegd is"? Is "dat er een misdrijf gepleegd is" dan geen voorzetselvoorwerpszin met "er...van" als voorlopig voorzetselvoorwerp? Ik dacht het niet.
    Een voorzetselvoorwerp zou bij een werkwoordelijk gezegde door het werkwoord opgeroepen moeten worden. Dat werkwoord is hier "zijn". "Sprake" moet onderwerp zijn (wat anders?), dus de enige mogelijkheid is om "er...van" als bijvoeglijk bij sprake te benoemen, en "dat er een misdrijf gepleegd is" bijvoeglijk bij "er".
    Het lijkt een beetje onbevredigend, maar er zijn meer gevallen die zo ontleed moeten worden. Bijvoorbeeld: "Er heerst onzekerheid over, of het nog gaat regenen". Ook hier is "onzekerheid" onderwerp, en "er...over" is daar bijvoeglijk bij. Ander voorbeeld: "Er is kritiek op dat jij dat gezegd hebt".

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Beste taalprof,
    Een paar dagen geleden heb ik je een vraag gestuurd, maar kan hem nu niet meer vinden. Misschien heb je hem gemist? Of zie ik hem gewoon over het hoofd? Het betrof de vraag over het lidwoord EEN met betrekking op de aanwijzende voornaamwoorden. Het is: "Het ontwerp DAT wordt ontwikkeld", maar is het dan ook "Een ontwerp DAT wordt ontwikkeld?" (Volgens mij is DAT hier trouwens een betrekkelijk voornaamwoord ipv een aanwijzend, maargoed).
    Nog even iet sanders: ik heb veel van je andere stukjes gelezen en vond daarin: "de taalprof probeert altijd zo weinig mogelijk over spelling te zeggen". Is dit wel juist? Is het niet "zo min mogelijk"?
    Groeten,
    Marit

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Is erg nou een bijvoeglijk naamwoord of niet?
    Schrijf je internet met een hoofdletter?

    BeantwoordenVerwijderen
  13. @Soufiane: "erg" kan best een bijvoeglijk naamwoord zijn, bijvoorbeeld als het naamwoordelijk deel van het gezegde is, in "Dat ongeluk is heel erg". Maar ook in "Een heel erg ongeluk" is "erg" een bijvoeglijk naamwoord, want het bepaalt een zelfstandig naamwoord ("ongeluk"). Als "erg" een werkwoord bepaalt ("Ik moet erg lachen"), of een bijvoeglijk naamwoord ("Een erg leuke kat"), dan is "erg" een bijwoord.
    Eigenlijk is dat met alle bijvoeglijke naamwoorden zo. Ze kunnen gebruikt worden als bijwoord, als ze andere woorden als een zelfstandig naamwoord bepalen.
    "Erg" is ook van oorsprong bijvoeglijk naamwoord, want je kunt een vergrotende trap maken ("erger") en een overtreffende trap ("het ergst"). Maar zelfs die gevallen kun je ook als bijwoord gebruiken.
    Misschien maak ik het met die laatste opmerking wel weer minder duidelijk, maar als je dit snapt, snap je het wel helemaal!
    En of je "internet" met een hoofdletter schrijft? Vraag mij niets over spelling! (maar het antwoord is: nee. Alleen aan het begin van de zin natuurlijk)

    BeantwoordenVerwijderen
  14. @Marit: jouw vraag staat hier:
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/vragen_3.html#comment-16809013
    en mijn antwoord staat hier:
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/vragen_3.html#comment-16815536
    Ze dateren van 3 en 4 november, en op 5 november heb ik weer eens de vragen gearchiveerd. Dat doe ik eens in de zoveel tijd, als het aantal vragen zo groot is dat je te ver naar beneden moet bladeren. Alle gearchiveerde vragen (en antwoorden) kun je terugvinden in het overzicht.
    O ja, en "zo min mogelijk". Als je "zo min mogelijk" opzoekt in het woordenboek, zie je dat "min" daar "weinig" betekent. Ik zou niet weten waarom ik daar niet "weinig" zou mogen gebruiken.
    Ook in taaladviezen wordt onbekommerd "zo weinig mogelijk" gebruikt, zie bijvoorbeeld http://www.onzetaal.nl/advies/zoveel.php

    BeantwoordenVerwijderen
  15. Dag taalprof,
    Ik kom even niet uit de volgende zinnen. Wilt u even reageren?
    1.Wat is er fout in de volgende zin: 'In de kast staat een aantal boeken die door de leerlingen geleend kunnen worden.'
    2. 'Hieronder staat een aantal boeken vermeld die goed aansluiten bij het thema.'
    Groeten,
    Paulien

    BeantwoordenVerwijderen
  16. @Paulien: in deze zinnen staat geen enkele fout. Ik persoonlijk zou liever "staan" dan "staat" zeggen. Dat laatste vind ik een beetje geforceerd. Maar taaladviseurs zullen je vertellen dat je beter "staat" kunt schrijven, en "kan" in plaats van "kunnen" (en in de tweede zin: "aansluit" in plaats van "aansluiten") Daar hebben ze echter geen gelijk in. Zie:
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/07/eeuwige_kwestie.html
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/08/weer_een_aantal.html

    BeantwoordenVerwijderen
  17. Wat is juist:
    "De kinderen kunnen op de regels worden gewezen"
    of
    "De kinderen kan op de regels worden gewezen."
    En waarom?

    BeantwoordenVerwijderen
  18. @Eelke: ik heb je vraag in een aparte log beantwoord:
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/11/eeuwige_kwestie.html

    BeantwoordenVerwijderen
  19. Zojuist heb ik een toets nagekeken. Lln moesten domweg de theorie oplepelen uit de werkwijzer Grammatica achterin Op Nieuw Niveau 3vwo. Een leerling gaf bij de vraag hoe je het NWG bepaalt een origineel, maar weinig orthodox, antwoord:
    'kijk of het belangrijkste ww een koppelww is, als het zo is moet je het lijdend voorwerp erbij nemen.Alle ww.+ het lijd. vw. is het NWG.'
    Zo had ik het nog nooit bekeken. Gevoelsmatig is 'de beste' uit de zin 'Zij is de beste' niet gelijk aan 'een appel' uit 'zij eet een appel'. Maar... ik kan deze jongen niet zo maar uitleggen waarom zijn uitleg niet klopt.
    Kun je mij wijzer maken?
    Met vriendelijke groet,
    Jose Buur

    BeantwoordenVerwijderen
  20. @Jose Buur: Ik hoop het. Het grote verschil tussen de twee zinnen is dat in de ene zin sprake is van ZIJN ("de beste, dat is iets wat zij IS"), en in de andere van DOEN ("een appel eten is wat zij DOET"). Daarom, en daarom alleen, is de ene zin naamwoordelijk en de andere werkwoordelijk.
    Je leerling heeft in zoverre gelijk, dat het naamwoordelijk deel van een gezegde een beetje lijkt op een lijdend voorwerp bij een werkwoordelijk gezegde. Allebei zijn het zinsdelen die heel sterk met het werkwoord verbonden zijn. Dat is dus goed aangevoeld!
    Misschien kun je het nog zo uitleggen: als je zegt "ik eet een appel", dan zeg je dat je iets met een appel DOET. Maar als je zegt: "ik ben een appel", dan is de verhouding tussen jou en de appel totaal anders. Hetzelfde is het geval met "ik word een appel" en "ik lijk wel een appel!" In al die gevallen DOE je niet iets, maar BEN je iets.

    BeantwoordenVerwijderen
  21. @Jose Buur: dat "Op Nieuw Niveau", dat is toch die methode waar de grammatica gereduceerd is tot een gortdroge bijlage achterin, niet? Daar vertel je toch zeker wel wat leuks bij, hoop ik?
    Anders kijk eens verder rond op deze site, misschien kom je leuke ideeën tegen. Bijvoorbeeld in de FAQ

    BeantwoordenVerwijderen
  22. hallo,
    wat is een oneigenlijke afhankelijke vraag? Ik weet wat een afhankelijke vraag is en dat oneigenlijk iets impliceert van onjuist gebruik, maar ik vraag me af of er een specifiek onjuist (is het een term die naar een bepalde fout verwijst) gebruik is waar hier mee op gedoeld wordt, of dat het slechts een bestempeling is in het kader van goed of fout. Ik ben de term 2 keer tegengekomen in Latijnse grammatica's (Duitse, mocht dat iets uitmaken) en wil er graag het fijne van weten. In elk geval bedankt. Groet Stijn

    BeantwoordenVerwijderen
  23. @Stijn Buiter: Ik heb eigenlijk geen flauw idee. De term "oneigenlijk" slaat meestal niet op juist of onjuist, maar op het feit dat iets niet alle kenmerken heeft. Ik zou verwachten dat een oneigenlijke afhankelijke vraag dus een afhankelijke vraag is die niet alle kenmerken van de afhankelijke vraag heeft. Heb je een voorbeeld? Misschien kunnen we er al analyserend achter komen.

    BeantwoordenVerwijderen
  24. Hallo Taalprof,
    Wederom richt ik me tot jou met mijn vraag (ik kan in mijn boeken geen duidelijk antwoord vinden!).
    Ik zit even het het woordje "het".
    Wil je me even helpen met de volgende kwestie:
    - "Het" is een lidwoord als het voor een zelfst. nw. staat: het raam, het tafeltje, het paard.
    -"Het" is een onbepaald vnw als het voor een ww staat (en de "het" verder nergens naar verwijst): het regent.
    - Is "het" dan een pers.vnw. in de volgende zin: "Het verbaast mij dat jij dat niet wist." of "Het huis is opnieuw geverfd, want "het" is net verbouwd." (Aangezien het hier wel ergens naar verwijst?).
    Alvast dankjewel!
    Groet, Marit

    BeantwoordenVerwijderen
  25. @Marit: je hebt helemaal gelijk. De woordsoort van 'het' is gekoppeld aan de functie in de zin. Bepaalt het een zelfstandig naamwoord, dan is het lidwoord, is 'het' zelf zelfstandig, dan is het voornaamwoord. Het is in alle gevallen persoonlijk voornaamwoord, behalve als het geen (een onbepaalde) verwijzing heeft: dan is het onbepaald.
    In zinsdelen uitgedrukt: 'het' is onbepaald voornaamwoord alleen als het een loos zinsdeel is (loos onderwerp of loos lijdend voorwerp). Het gewone verwijzende zelfstandige 'het' én het voorlopige 'het' (voorlopig onderwerp of voorlopig lijdend voorwerp) zijn persoonlijk. Zoals elders gezegd, niet omdat het naar personen zou verwijzen, maar omdat het een grammaticale persoon (namelijk de neutrale derde persoon enkelvoud) uitdrukt.

    BeantwoordenVerwijderen
  26. Hoi,
    Ik las een berichtje op nu.nl en daar stond de volgende zin in:
    De drie daders is onder meer moord, mishandeling en verkrachting ten laste gelegd.
    Voor mijn gevoel moet het "De drie daders zijn..." maar ik kan voor geen van beide werkwoordsvormen afdoende argumenten verzinnen. Kunt u mij helpen?
    Groetjes,
    Silvia

    BeantwoordenVerwijderen
  27. @Silvia: doe eens net of jij en twee vriendinnen die drie daders zijn. Zou je dan zeggen "Wij zijn/is onder meer moord, mishandeling en verkrachting ten laste gelegd" of "Ons is/zijn..."? De gangbare mening in deze zin is dat het "Ons" moet zijn. Dat betekent, dat "moord, mishandeling en verkrachting" het onderwerp is. Dat kun je als een meervoud opvatten, en dat zou het toch meervoud moeten zijn: "Ons zijn drie dingen ten laste gelegd". Maar je kunt het ook opvatten als een samentrekking van: "Ons is moord ten laste gelegd, én ons is mishandeling ten laste gelegd, én ons is verkrachting ten laste gelegd."
    Weer moet ik zeggen: de grammatica is niet bedoeld om hier te beslissen wat correct is, maar om je te laten zien hoe het in elkaar zin. Op grond daarvan kun je zelf kiezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  28. Beste Taalprof,
    Ik heb onenigheid met mijn collega over de volgende zin:
    "Langzaam maar zeker begint het bij de meeste examenkandidaten gelukkig door te dringen: om succes te hebben, is hun uiterste inspanning vereist."
    Volgens mijn collega staat er in het laatste gedeelte een foutieve beknopte bijzin. Het onderwerp van de hoofdzin is immers “hun uiterste inspanning”. Ik kan zijn redenering volgen, maar toch zegt mijn taalgevoel dat de zin niet fout is. Kunt u ons helpen?

    BeantwoordenVerwijderen
  29. Beste Taalprof,
    Wat vindt u van deze zin: ‘Indien een verschil van mening niet langs minnelijke weg is opgelost, wordt geacht een geschil te bestaan’. Van Dale (2005) geeft bij ‘achten’ onder meer ‘met min of meer zekerheid van oordeel zijn dat iem. of iets is zoals in de bepaling gezegd wordt’. Maar hoe moeten we het 'achten' in de voorbeeldzin opvatten? Is die eigenlijk wel grammaticaal? De Algemene Nederlandse Spraakkunst (http://oase.uci.kun.nl/~ans/e-ans/18/05/04/01/01/body.html) helpt niet.
    Alvast dank,
    Roos

    BeantwoordenVerwijderen
  30. Beste taalprofessor,
    ik zit ergens mee in mijn maag en ik kom er niet uit. Nee, ik heb geen last van de bepaling van ongestelheid... ik zit met het naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde: hoe weet je nu wanneer het om een bijvoeglijke bepaling gaat en wanneer om een naamwoordelijk gezegde?
    Voorbeeld: het is moeilijk ('is moeilijk' = naamwoordelijk gezegde). De zaak is lastig ('lastig' = bijvoeglijke bepaling). Toch? Maar wat is nu het grote verschil tussen deze twee?
    Ik hoop snel van je te horen (heb aanstaande donderdag mijn taaltoets op de PABO!)

    BeantwoordenVerwijderen
  31. @Constanter: Over de regel van de "foutieve beknopte bijzin" schrijf ik hier: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/10/strikt_genomen.htm
    Daar kun je lezen dat ik niet zo'n hoge pet op heb van die regel. In veel gevallen is hij aantoonbaar onjuist.
    Hoe zit het in jouw voorbeeld? Ik denk dat dat een variant is op een beknopte bijzin met een onbepaald onderwerp. Kijk eens naar een andere zin: "Om enige kans van slagen te hebben, moet het wel mooi weer zijn." Klinkt prima, niet? Waarom? Omdat het onderwerp van de beknopte bijzin het onbepaalde "je" (of "men") is. Eventueel kun je die regel van de foutieve beknopte bijzin nog goedpraten door erop te wijzen dat in deze zin "voor jou" is weggelaten: "moet het voor jou wel mooi weer zijn". Het onderwerp van de beknopte bijzin komt dan overeen met het belanghebbend voorwerp in de hoofdzin.
    Dat laatste kun je in jouw voorbeeld natuurlijk ook doen: "om succes te hebben is voor de eindexamenkandidaten hun uiterste inspanning vereist."
    Nou vind ik dat overigens wel een beetje een formele manier van zeggen. Natuurlijker is: "om succes te hebben moeten ze een uiterste inspanning leveren".
    Bij nader inzien denk ik trouwens dat dat "hun" ook vreemd klinkt. Met "een" in plaats van "hun" klinkt het beter. Dat komt volgens mij doordat in dat geval die onbepaalde lezing beter wordt.

    BeantwoordenVerwijderen
  32. @Lianne: je idee over wat een bijvoeglijke bepaling is, klopt niet. Beide voorbeelden die je geeft ("het is moeilijk" en "deze zaak is lastig") zijn voorbeelden van een naamwoordelijk gezegde.
    Je kunt op deze site veel lezen over het naamwoordelijk gezegde (begin bijvoorbeeld bij de FAQ), en als je tot donderdag de tijd hebt zou ik zeggen: doen!
    Maar ik kan het ook heel kort zeggen: er zijn drie constructies om zo'n beetje hetzelfde te zeggen: "deze zin is duidelijk", "de duidelijke zin" en "ik vind deze zin duidelijk". In alledrie die gevallen zeg je van een zin dat hij duidelijk IS. Dat is in alledrie de gevallen een naamwoordelijke 'predicatie'. Naamwoordelijk, omdat het "zijn" betreft en niet "doen".
    De eerste manier, "deze zin is duidelijk", is het naamwoordelijk gezegde, omdat het ondersteund wordt door een koppelwerkwoord ("is"). De tweede manier, "de duidelijke zin", is de bijvoeglijke bepaling, omdat het predicaat afhankelijk is van een zelfstandig naamwoord (het kan bijvoorbeeld verbogen worden). De derde manier, "ik vind deze zin duidelijk", is de bepaling van gesteldheid, waar ik toevallig net een paar logs over geschreven heb! ("Wie is er bang voor de bepaling van gesteldheid?").
    Wat denk je? Ga je de toets halen zo?

    BeantwoordenVerwijderen
  33. @Roos: moeilijke vraag! Maar hij komt me wel goed uit, kan ik weer eens iets vertellen over de bepaling van gesteldheid! Ik heb er een aparte log van gemaakt:
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/11/de_bepaling_van.html
    Probeer daar maar eens een duidelijk taaladvies uit te halen!

    BeantwoordenVerwijderen
  34. Beste Taalprof,
    Ik kan nergens vinden in het overzicht hoe je kan zien of een werkwoord een koppelwerkwoord is. Ik snap namelijk niet hoe je dat kan zien. Hopelijk kan u mij helpen.
    Groet,
    Joreen

    BeantwoordenVerwijderen
  35. @Joreen: zoek alle werkwoorden in de zin. Streep de hulpwerkwoorden weg en bekijk de zin die je overhoudt: is dat een zin waarin je zegt dat iemand of iets iets DOET, of iemand of iets iets IS? In het laatste geval is het gezegde naamwoordelijk, en het overblijvende werkwoord koppelwerkwoord. Lees ook de logs "Er bestaat maar één koppelwerkwoord", en eventueel "Grappige koppelwerkwoorden". Ook de logs over het naamwoordelijk gezegde kunnen je helpen.

    BeantwoordenVerwijderen
  36. Ik heb een vraagje over hen/hun. Een van de regels is dat na een voorzetsel altijd hen volgt. Zijn de volgende zinnen daarom correct?
    Het was een mooi gebaar om hen dat cadeau te geven.
    Het was goed om hen dat te vertellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  37. @Sanne: "om" is in deze zinnen geen voorzetsel, maar een (onderschikkend) voegwoord. Het is het voegwoord van de beknopte bijzin. En in die regel gaat het ook niet zomaar om "volgen", maar om de eis dat de twee woordjes samen één woordgroep vormen (bijvoorbeeld "Om hen zou ik me niet al te druk maken", dan is de woordgroep "om hen").

    BeantwoordenVerwijderen
  38. Beste Taalprof,
    harstikke bedankt voor je snelle reactie! Ik denk dat ik het snap en die taaltoets ga ik sowieso wel halen, denk ik.
    Toffe site!
    Groetjes van Lianne
    P.S. Ik dacht al dat er iets niet klopte in het voorbeeld. Ik had het uit een oude encyclopedie gehaald...

    BeantwoordenVerwijderen
  39. Beste Taalprof,
    De Taaladviesdienst heeft grammatica-advies nodig. Kunt u ons op ons eigen weblog (en hier) begrijpelijk uitleggen waarom tweederde van de mensen een voorkeur heeft voor het enkelvoud in de zin 'Tweederde van de mannen en eenderde van de vrouwen scheldt/schelden in het verkeer'? Alvast heel veel dank!

    BeantwoordenVerwijderen
  40. @taalprof: Hmmm. Het getal van nevenschikkingen is een netelig terrein. Toch lijkt me de zaak hier nog vrij duidelijk: "Tweederde van de mannen" is enkelvoudig, niet? Ik denk dat tegen de honderd procent van de mensen zou oordelen dat "Tweederde van de mannen scheldt in het verkeer" beter is dan "Tweederde van de mannen schelden in het verkeer."
    Nou is "schelden in het verkeer" iets wat je individueel doet, nietwaar? Dat betekent dat het vrijwel onmogelijk is om die nevenschikking als een meervoud van twee groepen te interpreteren. Een beetje alsof je zegt: "één man en één vrouw scheldt in het verkeer". Daar kun je met een heleboel goede wil wel "schelden" van maken, maar de gedachte dat ieder dat apart doet is sterker dan de gedachte dat ze dat samen doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  41. Beste taalprof,
    Kunt u in de volgende zin uitleggen welke werkwoorden hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord zijn:
    Bij een eerste aanblik bleek hij vermoord te zijn.
    Waar kan ik bijkomende informatie of oefeningen vinden?
    Alvast bedankt.

    BeantwoordenVerwijderen
  42. @lars: over koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden en gewone werkwoorden kun je lezen in deze logs:
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/er_bestaat_maar.html
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/07/praten_in_hulpw.html
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/03/subtieler_kan_b.html
    maar ook de logs over het naamwoordelijk gezegde (zie de FAQ) zijn de moeite waard.
    In jouw voorbeeldzin is "bleek" in ieder geval een hulpwerkwoord van modaliteit. Als je dat wegstreept (voor de ontleding van de zin kun je de hulpwerkwoorden het beste proberen weg te strepen) hou je over: "Bij eerste aanblik was hij vermoord".
    Nu kan het twee constructies betreffen: ofwel "was vermoord" is de lijdende vorm van "iemand had hem vermoord", ofwel het is een naamwoordelijke constructie. Nou is dat verschil bij de verleden tijd moeilijk te zien, dus je kunt proberen de zin in de tegenwoordige tijd te zetten: "Bij eerste aanblik is hij vermoord". Als dit lijdende vorm is, is het voltooide tijd, is het naamwoordelijk, dan is het tegenwoordige tijd (zie ook:
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/04/niet_echt_volto.html
    en eventueel: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/04/ontleedgevecht_.html
    ). Het verschil kun je zien als je er een tijdsbepaling als "zaterdag" bij zet: "Bij eerste aanblik is hij zaterdag vermoord". Bedoel je hier dat hij afgelopen zaterdag vermoord werd? Dan is het voltooide tijd, en dus is "is" hulpwerkwoord van de lijdende vorm. Vind je dat het alleen kan betekenen dat aanstaande zaterdag bij eerste aanblik duidelijk is dat hij een vermoord mens is, dan is "is" koppelwerkwoord.
    Ik vind zelf de eerste lezing het meest waarschijnlijk. Dan is in jouw oorspronkelijke zin "bleek" hulpwerkwoord van tijd, "zijn" hulpwerkwoord van de lijdende vorm, en "vermoord" zelfstandig werkwoord. De zin is dan lijdende vorm van "Bij eerste aanblik bleek dat iemand hem vermoord had". Lijkt me OK.

    BeantwoordenVerwijderen
  43. Beste taalprof,
    Laatst sprak ik over een minister, waarvan ik dacht dat hij niet afgezet was, maar mijn gesprekspartner wel de volgende zin uit: "waarom zou hij weg gemoeten zijn?" om te vragen naar de redenen die er zouden kunnen zijn om hem weg te moeten sturen. Ik vond dit een correcte zin, zij niet. Ik dacht ook dat er eigenlijk nog "geworden" achter moest, maar dat dat in het nederlands werd weg gelaten. Enfin, we maakten er een weddenschap van en ik wil u graag vragen scheidrechter te zijn. Wie van ons twee heeft gelijk? Alvast hartelijk bedankt voor de bemiddeling. Chiel

    BeantwoordenVerwijderen
  44. hoe schrijf je gif in het engels

    BeantwoordenVerwijderen
  45. @chiel: ik zeg nog maar eens: de grammatica is niet bedoeld als scheidsrechter tussen goed en fout. Ik kan je alleen laten zien hoe deze zin in elkaar zit.
    Als je het hulpwerkwoord 'moeten' verbindt met een koppelwerkwoord 'worden', of een betekenisarm werkwoord als 'gaan', dan kun je dat koppelwerkwoord of dat betekenisarme werkwoord weglaten:
    - dat moet beter (worden)
    - hij moet weg (gaan)
    Als het koppelwerkwoord of het zelfstandige werkwoord weg is, neemt 'moeten' die functie over.
    Maar nu komt het: in de voltooide tijd staat het hulpwerkwoord altijd in de vorm van het hele werkwoord:
    - dat heeft beter moeten worden
    - hij heeft moeten weg gaan
    Maar als 'moeten' geen hulpwerkwoord meer is, kan dat dus ook niet meer. Dan wordt 'moeten' gewoon voltooid deelwoord:
    - dat heeft beter gemoeten
    - hij heeft weg gemoeten
    In jouw zin is nog iets geks aan de hand. Bij het hulpwerkwoord 'moeten' hoort het hulpwerkwoord van tijd 'hebben', maar bij het weggelaten werkwoord 'gaan' hoort 'zijn':
    - het heeft gemoeten
    - hij is gegaan
    Je zou dus verwachten:
    - waarom zou hij weg hebben gemoeten?
    maar blijkbaar is ook mogelijk:
    - waarom zou hij weg zijn gemoeten?
    In een gezegde kun je het voltooid deelwoord en het hulpwerkwoord van tijd vaak van volgorde laten wisselen:
    - hij zou dat hebben gedaan
    - hij zou dat gedaan hebben
    Dus verwacht je ook de zinnen:
    - waarom zou hij weg gemoeten hebben?
    - waarom zou hij weg gemoeten zijn?
    Al deze zinnen zijn verklaarbaar vanuit eenvoudige grammaticale principes: 'zou' is modaal hulpwerkwoord, 'hebben' of 'zijn' is hulpwerkwoord van tijd, en 'moeten' is eigenlijk modaal hulpwerkwoord maar omdat het eigenlijke werkwoord is weggelaten neemt het die functie over. Volgorde van hulpwerkwoord van tijd en voltooid deelwoord kan wisselen.
    In ieder geval is er geen reden om te veronderstellen dat er 'geworden' bij moet. Ik kan wel snappen dat je dat denkt: die weglaatconstructie kan alleen als er iets begint te gebeuren, en dat is ook de basisbetekenis van 'worden'.
    Apart zinnetje, interessante constructie! Mooi dat dat maar allemaal kan in het Nederlands!

    BeantwoordenVerwijderen
  46. @kris: vraag mij niets over spelling! Of leg mij uit wat dit met grammatica te maken heeft.

    BeantwoordenVerwijderen
  47. Beste taalprof,
    dat maakt het veel helderder! Inderdaad mooi dat het allemaal kan.
    Heel erg bedankt, ik kan weer met hernieuwd vertrouwen iets buitenissigs gaan zeggen, anders zou mijn zelfvertrouwen zeker opgepoetst gemoeten zijn.
    met hartelijke groeten,
    Chiel

    BeantwoordenVerwijderen
  48. Op 7 december 2006 om 16:29 schreef chiel: "Laatst sprak ik over een minister, waarvan ik dacht dat hij niet afgezet was..."
    Moet "waarvan" niet "van wie" zijn?

    BeantwoordenVerwijderen
  49. @Peter: ik vind van niet. Maar ik heb je vraag in een aparte log beantwoord. Zie http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/12/eeuwige_kwestie.html

    BeantwoordenVerwijderen
  50. Beste Taalprof,
    Ik heb op school geleerd dat in het Latijn het naamwoordelijk deel van het gezegde in de nominatief staat. Ik was er altijd van uit gegaan dat dat ook voor Duits en Nederlands gold, maar gisteren kwam ik erachter dat dat in het Nederlands niet zo is. We zeggen namelijk:
    "Ik wou dat ik jou was" en niet "Ik wou dat ik jij was".
    Hoe algemeen is die regel 'het naamwoordelijk deel van het gezegde staat in de nominatief' eigenlijk?
    groeten Suzan

    BeantwoordenVerwijderen
  51. Beste Taalprof,
    Je zegt altijd dat grammatica er is om de menselijke taal te kunnen beschrijven. De grammatica van het Nederlands maakt onderscheid tussen bijwoorden en bijvoeglijk naamwoorden. Nou vraag ik me af in hoeverre dat onderscheid er eigenlijk werkelijk is in het Nederlands. We zeggen namelijk makkelijk "een hele grote auto", waarbij we "heel" vervoegen alsof het een bijvoeglijk naamwoord is. Blijkbaar maken onze hersenen geen onderscheid tussen "heel" als bijwoord en "heel" als bijvoeglijk naamwoord.
    Hoe zit dat?
    groeten Suzan

    BeantwoordenVerwijderen
  52. @suzan: moeilijk! Het probleem is dat je het in de meeste Europese talen alleen maar aan de voornaamwoorden kunt zien. In het Engels komt "If you were I" voor, maar ook "If you were me", in het Duits schijnt het te zijn "Wenn ich du wäre", maar in het Nederlands vertonen de voornaamwoorden als naamwoordelijk deel in deze zinnen de voorwerpsvorm. Maar....: je hebt in het Nederlands ook zinnen als "Dat ben ik", waarbij er redenen zijn om aan te nemen dat "Dat" het onderwerp is en "ik" dus naamwoordelijk deel. Voorzover ik weet bestaat hiervan geen sluitende grammaticale analyse. Ik zet hem op het lijstje van dingen die ik nog eens goed moet uitzoeken!

    BeantwoordenVerwijderen
  53. H. Westerhuis-Schmidt10 december 2006 om 05:44

    Beste taalprof,
    Met veel interesse heb ik uw artikelen betr de bep van gesteldheid gelezen. Ik ben docent Ned van een zeer slimme 3gym klas en deze week is de bep van gest aan de beurt. Onze methode geeft een zeer summiere uitleg die ik andere jaren al aangevuld heb met wat extra info, ook op verzoek van de docent klassieke talen. Toch ben ik blij met de wat 'lossere' uitleg op uw site. Nu dan mijn vraag: in 'wie is er bang voor de bep van gest 2' zegt u: "de bep van gest heb je in drie soorten". Ik vind duidelijke structuren altijd prettig dus ik ben op zoek gegaan naar de namen van die drie soorten. Nr 1 en 2 werden duidelijk/schuingedrukt benoemd (was gelukkig precies wat ik de leerlingen altijd vertelde maar in iets andere bewoordingen). Ik hoop dat er voor de derde soort = combi bep van gest met lijdend vw ook zo'n duidelijke benaming is?
    M.vr.gr.
    H. Westerhuis-Schmidt

    BeantwoordenVerwijderen
  54. @H. Westerhuis-Schmidt: de derde soort wordt meestal het 'werkwoordcomplement' genoemd.

    BeantwoordenVerwijderen
  55. Ik weet helaas niet meer precies hoe je omgaat met het woord 'van' in namen. Het gaat om het wel of niet met een hoofdletter schrijven in de volgende zinnen:
    * Te koop: kerstkaarten. Mevrouw Van der Sluis, tel. 020-2222222.
    Of is het: Te koop: kerstkaarten. Mevrouw van der Sluis, tel. 020-2222222. LET DUS OP HET WOORDJE 'VAN', WEL OF NIET MET HOOFDLETTER.
    Het zou een hoop discussie voorkomen (op verjaardagen of de feestdagen bijvoorbeeld ;-) als we hier een duidelijk antwoord op kunnen krijgen!
    Groeten!

    BeantwoordenVerwijderen
  56. @M. van Mierlo: vraag mij niets over spelling! Ik ga enkel over de grammatica. Raadpleeg een van de vele bronnen op het internet, bijvoorbeeld de officiële Groene spelling op www.taalunieversum.org, dan wel de Witte spellers op www.onzetaal.nl.

    BeantwoordenVerwijderen
  57. @ M. van Mierlo
    Ik ben geen taaldeskundige, dus van mij moet je het niet aannemen. Maar het lijkt me sterk als je ergens, van wie dan ook die wel deskundig is op dit gebiede anders te horen krijgt dan: geen hoofdletter bij "van der sluis" maar wel bij "Vanderaerden".
    Oftewel: In Nederland is het gebruikelijker om achternamen los van elkaar te schrijven en de hoofdletter enkel toe te passen op het laatste deel van de naam. Dus: van der Sluis, de Groot, van Santen, den Hartog, etc. In België is het gebruikelijker achternamen aan elkaar te schrijven, waardoor er dus maar één plaats overblijft voor de hoofdletter. Dus Vanoppen, Vanderaerden, Dedecker, etc.
    Of dit ook uitzonderingenloos is durf ik niet te zeggen. Regel is het in ieder geval.
    Toruwens wel frapant dat dit komt van iemand met als achternaam "van Mierlo". Iemand die het uit ervaring zou moeten weten(?).

    BeantwoordenVerwijderen
  58. Dankzij «Taalpost» kwam ik bij het stukje over "Dansen met iets plomps" terecht. Interessant stukje, waarover misschien nog niet alles gezegd is. Met een 'meisje' is namelijk nog iets anders aan de hand dan met een 'dame'. Het meisje is grammaticaal namelijk (verkleinwoord zijnde) onzijdig en de dame is duidelijk vrouwelijk (zowel fysiek als grammaticaal). Daarom zou de constructie 'waarmee' voor een pietlut voor een meisje (tenslotte onzijdig en dus geen persoon) voor-de-hander liggen dan voor een dame. Net zoals je wel zegt 'Het meisje, dat ...', maar 'De dame, die ...'. Overigens is er wel een constructie als 'De dame, waar ik van droom' mogelijk, en niet '..., wie ik van droom'.
    Iets anders (een échte vraag!). In de alinea "Ja sorry [...] in vredesnaam?" gebruik je de constructie "met zijn allen". Waarom niet "met ons allen"? Op wie slaat 'zijn' hier? Ik vind dit net zo vreemd als kinderen die je vaak bij een jarige jongen hoort zingen 'Lang zal ZE leven', maar nooit omgekeerd...

    BeantwoordenVerwijderen
  59. Wat vindt de Taalprof van 'een aantal mensen hebben ...' of 'een aantal mensen heeft ...'? Mijn collega zweert erbij dat 'aantal' altijd een enkelvoudsvorm moet hebben, en dat daar waar een meervoudsvorm wordt gebruikt, er sprake is van bedroevende taalerosie, ongeveer als de opmars van 'hun hebben'. Ik vind dat het genuanceerder ligt, maar ik ben het er wel mee eens dat er geen harde regels zijn wanneer je enkelvoud en wanneer meervoud gebruikt.

    BeantwoordenVerwijderen
  60. de zin:
    De klus was snel geklaard.
    is dit een werkwoordelijke uitdrukking? Zoja wat is het niet-werkwoordelijk deel? De klus? Of is dit onderwerp.

    BeantwoordenVerwijderen
  61. Moet er een komma in een zin waarin het onderwerp een beperkende betrekkelijke bijzin heeft.
    Vb. De man die ik daar zie is gek of De man die ik daar zie, is gek.

    BeantwoordenVerwijderen
  62. @Ina Laarman: vraag mij niets over spelling! De komma aan het begin van de uitbreidende bijzin wordt aanbevolen, aan het begin van de beperkende bijzin wordt hij afgeraden. Komma's die bijzinnen afsluiten worden volgens mij alleen om redenen van duidelijkheid gebruikt. De beslissing ligt bij de schrijver, dus.

    BeantwoordenVerwijderen
  63. In Taalmail 271 van de VRT, de publieke Vlaamse radio- en televisieomroep, wordt beweerd dat in de zin "Onze producers zijn de *beste in hun vak" beste
    een meervouds-n moet krijgen, omdat een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord een meervouds-n krijgt als het verwijst naar personen."
    Hoe verhoudt zich dat tot de regel in bijvoorbeeld Renkema's Schrijfwijzer (blz. 216) dat het geen -n krijgt als achter het woord een zelfstandig naamwoord invulbaar is uit de tekst?
    Voorbeeld: De kinderen werden in groepen verdeeld: de grote gingen met de auto en de kleine met de bus. (achter 'grote' en 'kleine' is kinderen invulbaar)
    Waarom zou dat anders zijn in de bovenste zin? En als 'beste' ook correct is, is het daar dan een bijvoeglijk naamwoord?

    BeantwoordenVerwijderen
  64. @aja: de gedachte achter het onderscheid is dit: als je een zelfstandig naamwoord kunt invullen (bijvoorbeeld in "Jij hebt alleen jonge kennissen en ik alleen oude (kennissen)"), dan is het bijvoeglijk naamwoord nog een bijvoeglijk naamwoord, omdat er dan sprake is van samentrekking.
    Als je geen zelfstandig naamwoord kunt invullen (bijvoorbeeld in "we hebben een kleine gekregen" in de betekenis "een kindje"), dan is het bijvoeglijk naamwoord zelf een zelfstandig naamwoord geworden. Daar is wel iets voor te zeggen, omdat je er dan in sommige gevallen ook een verkleinwoord van kunt maken ("we hebben een kleintje gekregen"), maar in veel gevallen is het lastig om te beslissen of er nu wel of niet een zelfstandig naamwoord ingevuld kan worden. Niet zonder problemen dus! En, voeg ik daaraan toe, in belangrijke mate ook een spellingkwestie. En daar weet ik helemaal niets van.

    BeantwoordenVerwijderen