vrijdag 22 juli 2011

Taal van IT ontleed

De twitteraars van Onze Taal gaven gisteren een linkje naar een column over de taal van de IT. Altijd interessant, dus toch even lezen. Wat een messcherpe analyse! Het gaat hier blijkbaar om een columnist die vijftig jaar onder een steen heeft geleefd en nu ineens in het volle licht treedt om zijn (haar?) inzichten wereldkundig te maken.



Wel of geen zin



Gisteren werd de taalprof attent gemaakt op een discussie op de discussielijst voor docenten Nederlands in de vakcommunity Nederlands van de digitale school. Die had hij al een tijdje niet bijgehouden omdat hij door andere aangelegenheden van epische proporties in beslag werd genomen, maar het was toch weer hartverwarmend om te zien dat elke grammaticale oprisping op deze discussielijst meteen een lawine aan enthousiaste reacties oplevert. Blijkbaar hebben de docenten Nederlands tenminste nog hart voor de grammatica.

De vraag was "Een volledige zin, wat is dat?" Een mooie, abstracte kwestie. Er was natuurlijk ook wel een enkeling die het hele nut van de vraag in twijfel trok, net zoals in vroeger tijden filosofische bespiegelingen vaak weggehoond werden met de norse opmerking dat die ons zielenheil niet bevorderden, maar gelukkig zijn er ook heden ten dage nog onafhankelijke denkers die de grenzen van het menselijke redeneervermogen wensen op te zoeken zonder dat dat meteen tot ethische of economische voorspoed moet leiden.

zondag 22 mei 2011

Al hoe je het ook bekijkt

"Interessant stukje eergisteren, taalprof, maar die eerste zin…"
"Wat was daarmee?"
"Daar schrijf je de bijzin …al hoe grote stofwolken daar ook vandaan komen. Staat daar geen al te veel?"
"Hmm, nou je het zegt. De zin klinkt me op het eerste gehoor prima in de oren, maar dat al staat daar wel vreemd."
"Ik ken dat gebruik niet, dat al hoe achter elkaar."
"Het moet het versterkende bijwoord al zijn, dat ook de oorsprong vormt van het voegwoord alhoewel."
"Ik zou het gewoon vermijden, door iets te schrijven als …welke grote stofwolken daar ook vandaan komen."
"Ja, dat kan wel, je zou ook het woordje al gewoon weg kunnen laten, maar ik zit nu al in de academische modus, waarin ik mij afvraag hoe het in elkaar zit en of het werkelijk tot de taal behoort."
"Nou ja, pieker er niet te lang over zou ik zeggen."
"Ja wacht even, ik google toch even… Hmmm, het komt extreem weinig voor, heb ik de indruk. Maar wacht eens, je hebt toch ook Al wat ik ook doe, dat kan toch ook?"
"Dat kan wel, maar is dat dan niet kortweg voor alles wat?"
"Dat geloof ik niet. Je hebt Al wat ik doe is tevergeefs, waar de klemtoon op Al valt, en al wat ik ook doe, het is toch allemaal tevergeefs, waar de klemtoon op wat valt. En in die tweede zin kun je Al niet vervangen door alles."
"Nee dat is waar."
"En heb je ook niet Al wie ik het ook vraag, niemand weet dit? Daar kun je al helemaal niet uitgaan van alles wie."
"Maar daar heb je wel diezelfde twee varianten: Al wie het weet mag het zeggen tegenover Al wie het ook weet, het is toch te laat."
"Daar heb jij weer gelijk in. Toch vreemd dat het allemaal zo weinig voorkomt. Als ik zou willen argumenteren dat het niet tot de taal behoort zou ik dat wel opmerken. Een handjevol vindplaatsen in zo'n groot corpus is eigenlijk niks."
"Is het geen contaminatie?"
"Ja, dat zou kunnen. Maar het gekke is dat het dan gecontamineerd is uit Wat je ook doet en Al doe je ook dat, wat twee zinnen zijn met een compleet andere zinsvolgorde. Maar wacht eens, ik zoek het even op in de geschiedenis van de Nederlandse syntaxis van Van der Horst."
"…"
"Kijk, hier staat het: Van der Horst spreekt over het voegwoord alhoe, dat vóór de zestiende eeuw is ontstaan uit het toevoegen van het versterkende bijwoord al aan het voegwoord hoe, uiteindelijk leidend tot alhoewel."
"Je taalgevoel is dus eigenlijk middelnederlands."
"Ja, blijkbaar klinkt er in het taalgevoel van de taalprof nog een echo uit het verleden, uit de tijd dat je het versterkende bijwoord al bij een toegevende bijzin kon zetten. Want zo'n zin als Al hoe je het ook bekijkt bevat een duidelijke toegeving:  je kunt het op verschillende manieren bekijken, maar op welke manieren je het ook doet, en dan volgt de rest van de zin."
"Toch is het mij totaal vreemd. En ik heb het net aan een collega voorgelegd, die net als ik Vlaming is, en die kent het ook niet. Zou het een Nederlands-Vlaams verschil zijn?"
"Zou kunnen, maar het lijkt mij onwaarschijnlijk. Ik vrees eerder dat het sterk regionaal is. Het komt gewoon te weinig voor. Weet je wat? Ik schrijf er een logje over en kijk eens of de lezers reageren. Misschien dat er iemand over de goed-foutkwestie heen kan stappen en bedenken of deze gebruikswijze een basis in de realiteit heeft."

donderdag 19 mei 2011

Eeuwige kwesties (6): Dodelijke opmerkingen over dodelijke slachtoffers



Dodelijke slachtoffers, dat is ook zo'n hardnekkige taalergernis waar mensen steeds maar weer op terugkomen. Genuanceerde taaladviezen lijken niet zo veel te helpen, waarschijnlijk omdat ze het karakter van een uitvlucht hebben: het zou metonymisch taalgebruik betreffen, waarbij de relatie tussen de slachtoffers en de dood zo'n beetje is uitgedrukt. Ja dat zal best wel, maar erg overtuigend komt het niet over, misschien is dat het probleem.

Wat is er mis met dodelijke slachtoffers? Wel, de critici merken op dat dodelijk iets betekent als "de dood veroorzakend" (dodelijk vergif, dodelijk werk, ook in figuurlijke zin dodelijke opmerkingen). En in dodelijke slachtoffers zijn de slachtoffers zelf toch niet de veroorzakers van de dood?


dinsdag 17 mei 2011

Grammaticale Angsthazen Komitee Scholieren

Het wordt steeds erger. Nou verworden zelfs scholieren al tot angsthazerige zombies die terugdeinzen voor elke schaduw van een correctiestift, al hoe grote stofwolken daar ook vandaan komen. Lees de reactie van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) op de opmerkingen van enkele leerlingen die de eindexamenteksten Nederlands meenden te kunnen bekritiseren met opvattingen die zelfs aan het einde van de negentiende eeuw al wenkbrauwen deden fronsen.

De leerlingen hadden blijkbaar ergens op een zolder van hun grootouders een beduimeld grammaticaal voorschriftenboekje onder het stof vandaan gehaald en in hun argeloosheid de onzin daarin voor zoete koek aangenomen. Ze bekritiseerden ten eerste de volgende zin: Zowel in de tekst ‘Pleidooi voor onzekerheid’ als in tekstfragment 1 worden direct en indirect een aantal kenmerken genoemd waaraan hedendaagse deelnemers aan het publieke debat menen te moeten voldoen. Wat is daar fout aan, zou je zeggen. Wel, er staat een aantal kenmerken worden genoemd, en dat zou wordt moeten zijn omdat aantal enkelvoud is.

Terecht merken de scholieren van het LAKS op dat taaladviseurs beide vormen goedkeuren, vanuit de gedachte dat een aantal als meervoudig telwoord kan fungeren (de waarschijnlijke lezing), dan wel dat er een groep zou worden bedoeld die uit een aantal bestaat (vergezocht, maar vooruit). Niets aan de hand, zou je zeggen. Maar wat zeggen de scholieren van het LAKS er dan een beetje bangelijk bij? Volgens de klagers is 'een aantal' enkelvoud en zou 'worden' dus 'wordt' moeten zijn. Hoewel dit inderdaad een juiste opvatting is, worden beide mogelijke opties als correct beschouwd door onder andere de Nederlandse Taalunie.

Hoezo, hoewel dit inderdaad een juiste opvatting is? Nee, beste scholieren van het LAKS, het is dus helemaal geen juiste opvatting, jullie zeggen het nota bene in dezelfde zin (je zou het eerder fout moeten rekenen als je spreekt over mogelijke opties, want dat is een beetje dubbelop). Maar waarom zo angstig? Zeg toch gewoon dat het een misvatting is om te denken dat woordgroepen met een aantal als enkelvoudig moeten worden opgevat!

Even verderop wordt er nog eens een knieval voor de onterechte mierenneukers gemaakt: De examenmakers hebben het dus wel degelijk bij het juiste eind, maar hebben het er zich wel makkelijk vanaf gemaakt volgens het LAKS. Wij begrijpen het zeker dat de wat taalvastere leerlingen zich hier aan kunnen storen. Wat is dat voor onzin? Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, beste scholieren van het LAKS. Ik zie hier ook even af van taalkritiek op de ontsporende formulering van deze zinnen, maar wat er staat is in al zijn voorzichtigheid veel erger dan de onterechte signalering van de leerlingen zelf.

En wat is dan die tweede kwestie? Tja, ik durf het bijna niet te zeggen, zo belachelijk is het. Het is -hou je vast- dat je niet de betreffende gegevens mag zeggen, maar dat het desbetreffende moet zijn. Hoe ouderwets kun je zijn? Het woord betreffende in die gebruikswijze is al vele tientallen jaren volkomen gebruikelijk. Er is misschien hier en daar nog een knokige wijsvinger met vergeelde nagel te vinden die zich hiertegen verheft, maar van de aanstormende jeugd die de toekomst van de taal zal bepalen mag je toch waarachtig een natuurlijker houding ten opzichte van gezond en fris taalgebruik verwachten. Desbetreffende, hoe verzin je het? Ik vind betreffende al ouderwets, maar als we zo gaan praten kunnen we ook wel weer een pleidooi voor dezelve houden, dan is ook een stuk beter dan die of degene. 

Het zijn dan ook niet de "taalvastere" leerlingen die zich hieraan storen, het zijn de onzekere stumperds die zich vastklampen aan onbegrijpelijke voorschriftjes waarmee ze door taalgevoelloze betweters vergiftigd zijn. Hou toch eens op met die onzin! En hou vooral op met die onterechte vrees om die vitterige zombies op de tenen te gaan staan. Dat voelen ze echt niet.


zondag 27 maart 2011

Nationale Bijspijkerdag Zinsontleding krijgt nieuwe impuls

Van onze verslaggever. Het lijkt erop dat de Nationale Bijspijkerdag Zinsontleding, na jaren een sluimerend bestaan te hebben geleden, dit jaar een nieuwe impuls krijgt, op initiatief van de Radboud Universiteit. Speciaal voor docenten uit het voortgezet onderwijs organiseert de Nijmeegse universiteit (waar allerhande taalonderzoek een van de speerpunten is) een intensieve workshop van een hele dag, waarin de deelnemers worden bijgespijkerd tot het eredivisieniveau van de zinsontleding. Dit alles onder leiding van de bekende taalprof, die het doel van de dag als volgt formuleert: "We geven de ontleding weer terug aan de ontleders."

dinsdag 15 maart 2011

Spelling der natuur

De taalprof is eigenlijk niet zo van het mensen op de vingers tikken, laat staan van het aan de kaak stellen van spelfouten, dus het is niet als zodanig bedoeld, maar de volgende twee in deze zin hebben samen wel iets hilarisch. Vanavond, bij het achtuurjournaal, de ondertitel: De comunicatie moet worden vebeterd. Misschien wel expres gedaan, dat zou kunnen, maar het onderwerp leende zich daar eigenlijk niet voor.


zondag 13 maart 2011

Alles over het telwoord



In mijn serie Alles over... ditmaal Alles over het telwoord. Het telwoord? Wat valt dáár nou nog over te zeggen, dat is toch wel de eenvoudigste woordsoort die er bestaat! Lekker strakke indeling (hoofdtelwoord en rangtelwoord, bepaald en onbepaald), eenvoudige betekenis (het gaat om tellen). Nee, makkelijker kan ik het nauwelijks maken. Wel leuker.

woensdag 16 februari 2011

Minder tweets foutloos

De taalprof heeft ooit gezworen om mensen nooit publiekelijk op spelfouten aan te spreken. Hij heeft waarachtig wel wat beters te doen, en daarbij komt: er zijn veel te weinig mensen die aandacht hebben voor de grammatica in verhouding tot het aantal dat een correcte spelling in de gaten houdt. Hij bijt dus nog liever zijn tong af dan dat hij kritiek zou hebben op de laatste tweet van het ministerie van OCW, die luidt: Meer les uren en betere begeleiding in het middelbaar #beroepsonderwijs. Maar er is hier wel een interessante grammaticale invalshoek.

Stel dat de tweet inderdaad zo bedoeld is. Dat is niet zo, want in het bericht waar hij naar linkt staat gewoon 'lesuren,' maar laten we het eens aannemen. Hoe is dan de ontleding?
Je zou kunnen veronderstellen dat de ontleding van het eerste deel parallel is aan 'minder tweets foutloos,' waarbij er sprake is van een elliptische zin waarin het koppelwerkwoord 'zijn' is weggelaten: minder tweets zijn foutloos. Daarmee zou de betekenis van 'meer les uren' dus zoiets worden als 'meer les duurt uren,' of, in een vrijere parafrase: 'er komen meer lessen die uren duren.' Dat ligt eigenlijk nog vrij dicht bij de bedoeling van de goede spelling.

Toch wringt die ontleding een beetje. Want hier is duidelijk geen sprake van een naamwoordelijk gezegde (meer les is uren), maar eerder van een (weliswaar betekenisarm) werkwoord 'duren' met een (weliswaar bijna verplichte) bijwoordelijke bepaling 'uren.' Kan dat zomaar? Invulling van soortgelijke bepalingen levert vreemde resultaten: 'Meer les dagenlang,' 'Meer les een half uur.' Misschien niet helemaal onmogelijk, maar toch vreemd.

Wat ook nog vreemd is, is die nevenschikking met 'en betere begeleiding.' Als het eerste deel van de nevenschikking inderdaad de structuur zou hebben van een onderwerp met een bijwoordelijke bepaling, dan krijg je een scheve nevenschikking omdat het tweede deel uit een los zinsdeel bestaat ('betere begeleiding'). Tenzij je natuurlijk de bepaling 'in het middelbaar beroepsonderwijs,' die ongetwijfeld met bereik over de hele nevenschikking opgevat moet worden, beperkt tot dat tweede deel. Dan krijg je: er komen meer lessen die uren duren, en er komt betere begeleiding in het middelbaar beroepsonderwijs.

De taalprof hoopt natuurlijk dat onder welke interpretatie dan ook, die extra uren en betere begeleiding ten goede komen aan het grammaticaonderwijs. Maar die hoop duurt ook al jaren.






dinsdag 8 februari 2011

Zomaar een doordeweekse dag

Het is een dag als alle andere. De taal evolueert: iemand verzint vandaag een nieuw woord dat het woordenboek gaat halen, en vandaag wordt ook de kiem gelegd voor een minieme klankverandering waar over een paar jaar de taalzuurpruim van 2015 zich aan zal ergeren.

Op verschillende plaatsen in het land begint er een grammaticales, en een taalwetenschapper breekt het hoofd over een taaluiting die niemand ooit opgemerkt heeft. Een columnist verzint een stukje waarin verschillende voorbeelden van taalverloedering in één zin zijn gepropt, wat een beproefd retorisch middel is om te zorgen dat je lezers niet nadenken, en een politicus speelt met de gedachte dat een spellingvereenvoudiging geld zou kunnen opleveren.

8 Februari 2011 is een dag als alle andere, waarop precies hetzelfde gebeurde als op 8 februari 2006. Met dit verschil: op 8 februari 2006 schreef de taalprof zijn eerste stukje op zijn weblog. Dat vandaag dus precies 5 jaar oud is.

Geen Jip en Jannekechampagne, geen slingers of feestelijke papieren punthoedjes. Geen fanmail, geen speeches van bewindslieden of hoogwaardigheidsbekleders. Geen polonaises in de straten, volksfeesten of nationale feestdagen. Want het is een dag als alle andere. Het zijn barre tijden.

zondag 30 januari 2011

De taalprof en het raadsel van de andere werelden

De taalprof op twitter, is dat wat? Ongeveer 500 mensen denken van wel. Maar tot nu toe twittert de taalprof alleen reclame als er weer eens een blogje verschenen is, en hij antwoordt zo nu en dan eens op een vraag. Beetje gezapig en passief eigenlijk. In het begin probeerde hij nog wel eens een #miniontleesles te geven, maar dat was het ook weer niet helemaal. Daarom nu maar eens een ander idee.

Vanaf vandaag begint de taalprof op twitter een spannend #tweuilleton getiteld De taalprof en het raadsel van de andere werelden. Elke dag zat er een tweet verschijnen van maximaal 140 tekens (nou ja, 125, omdat de hashtag #tweuilleton en het volgnummer erbij moet), waarin het verhaal zich langzaam zal ontrollen.

Wordt het een #twroman of een postmoderne literaire #twriller? Een #twodunnit of een #twrimi? Niemand die het weet. Zelfs de taalprof heeft nog geen idee waar het verhaal naartoe gaat, wie de bijfiguren zijn en of er überhaupt een plot is. Volg de taalprof in zijn adembenemende speurtocht naar de diepste geheimen van de taal. Huiver bij bloedstollende ontmoetingen met gemene negaties en moordlustige modalen. Droom weg bij de weidse vergezichten van de andere werelden.

Er komt géén verzameling van de voorafgaande tweets op het weblog. Géén gratis tweets bij elke 10 euro aan boodschappen. Alleen op twitter. Verzamel zelf alle voorgaande afleveringen en plak ze in een schriftje. Spaar ze allemaal!


zaterdag 15 januari 2011

De man die niet van grammatica hield



Er was eens een man en die hield niet van grammatica. Ja, jongens en meisjes, dat kunnen jullie je niet zo goed voorstellen, maar zulke mensen bestaan en ze lopen zo maar vrij rond. Er zijn natuurlijk wel eens mensen die een hekel hebben aan een ontleedoefeningetje, of mensen die een bepaald soort grammaticalessen maar saai vinden, maar mensen die echt een hekel aan grammatica hebben, tja, die bestaan eigenlijk bijna niet. Bijna iedereen houdt wel van grammaticale grapjes, en de meeste mensen vinden het leuk om grammaticale variatie in hun taalgebruik aan te brengen. Je moet wel aan een totale verzuring van je lachspieren lijden, wil je daar geen plezier aan beleven.

Maar deze man hield dus helemaal niet van grammatica.

zaterdag 1 januari 2011

Ongeregeldheden bij bekendmaking Taalzuurpruim 2010

De bekendmaking van de Taalzuurpruim van het Jaar, volgens traditie in zaal "De Bierhoeve" in het op de grens van Nederland en België gelegen Arendonk, is vannacht uitgelopen op ongeregeldheden en chaos. Hoewel er protest is aangetekend, werd FOK!-forumpagina Originele Taal- en Spelfouten uitgeroepen tot winnaar (of verliezer, dat ligt er maar aan hoe je het bekijkt). Die mag dus het hele jaar voor de grootste Taalzuurpruim uitgemaakt worden.