woensdag 1 februari 2006

Vragen 1

Stel hier je vraag over grammatica



25 opmerkingen:

  1. Beste taalprof,
    ik blijf rondlopen met de vraag:
    is het een dagboek bijhouden of is een dagboek houden (zonder bij dus)ook goed?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. een dagboek bijhouden is de gebruikelijke vorm. Ik zie wel dat een dagboek houden op het internet ook voorkomt, maar dat lijkt me niet veel kans te hebben om te overleven. Er is eerder een trend om aan werkwoorden een woordje zoals bij of af toe te voegen. Mensen zeggen liever de telefoon gaat af in plaats van de telefoon gaat. Je start iets op in plaats van dat je iets start.
    Ik denk dus dat het voorlopig nog wel een dagboek bijhouden zal blijven.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. HAllo, ik weet wat een ond, pv, wwg, mw, lv is.
    enige wat ik niet precies weet is wat is een nwg, bijvoegelijke bep en bijwoordelijke bep.
    Ps. a.u.b legt heel goed uit eventueel voorbeelden enzo.
    alvast bedankt

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat een nwg is, heb ik proberen uit te leggen in de logs "Wat is een naamwoordelijk gezegde?", en ook in "Er is maar één koppelwerkwoord" en "Gekke koppelwerkwoorden". Is de uitleg daar onduidelijk? Geef dan daar even een reactie, dan vul ik het daar aan. Ook de log "wat je bent zeg je zelf" gaat over het naamwoordelijk deel van het gezegde.
    Het verschil tussen bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling leg ik uit in Eten uit de vuilnisbak. Dat gaat wel hoofdzakelijk over de bijvoeglijke bepaling, maar zo wordt het misschien toch wel duidelijker.
    Je kunt alle logs vinden in het Overzicht (klik in de linkerkolom). Succes!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik snap niet wat je aan gammatica hebt, je gaat er niet beter van praten, en als je van school af bent ga je toch ook niet zinnen zitten ontleden?
    Pim

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Beste Pim,
    Wat een rare vraag eigenlijk! Als je van school af bent ga je toch ook geen wiskundesommetjes zitten uitrekenen of scheikundige formules zitten oplossen? Of lekker de hele dag samenvattingen maken, of Latljnse vertalingen. Of fijn jaartallen van buiten leren!
    Schoolvakken (niet alleen grammatica) proberen je een inzicht te geven in hoe de wereld in elkaar zit. Taal is een van de belangrijkste dingen in de wereld. Taalvermogen is de ene eigensohap die voor het succes van de menselijke soort heeft gezorgd. Daarom is het zinvol dat je daar enig benul van hebt. Wat je met dat inzicht doet is jouw verantwoordelijkheid.
    Op deze weblog wil ik vooral laten zien wat het leuke van grammatica is. Waarom het interessant is, en hoe je je dagelijkse taalgebruik kunt ontleden, en hoe dat je iets vertelt over je eigen taalgevoel.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Graag wil ik goed begrijpen het gebruik van het woordje "er" in de volgende zin:
    Wie heeft er een pen voor me?
    Waarom "er" in die vraag.
    De volgende:
    Wie komt er morgen op bezoek?
    Ik leid uit de vraag uit dat "er" daar of hier zou kunnen betekenen.
    Moet ik "er" altijd met wie en met wat gebruiken?
    Bedankt,
    Karina

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Ik haal 'als' en 'dan' vaak doorelkaar.
    Is hier een makkelijk te onthouden regel voor ?

    BeantwoordenVerwijderen
  9. @Karina: dat is een interessante vraag! Ik zal er in een log over het vragend voornaamwoord nog iets over zeggen, maar nu alvast dit: er lijkt een betekenisverschil te zijn, dat samenhangt met het gezegde. Vergelijk: "wie was er gisteren jarig?" met "wie was gisteren jarig?". De eerste zin lijkt de betekenis te hebben "Is er iemand die gisteren jarig was en zo ja, wie was dat dan?", terwijl de tweede aanvoelt als "Wie is degene die gisteren jarig was?"
    'Er' betekent in jouw zinnen in ieder geval niet zomaar "daar". Je kunt het woordje 'daar' immers gewoon toevoegen in die tweede zin: "Wie komt er daar morgen op bezoek?"
    Het woordje 'er' is hier plaatsonderwerp. Dat heeft een zogeheten "presentatieve" betekenis, dat wil zeggen, het introduceert iemand of iets in het gesprek. In combinatie met een bevraging van die iemand of dat iets lijkt mij dat het vraagt of die iemand of iets wel bestaat, en vervolgens naar de identiteit vraagt. Best ingewikkeld eigenlijk, maar het mooie is dat je dat vanzelf al aanvoelt!

    BeantwoordenVerwijderen
  10. @peter: hmm, een regel om 'als' en 'dan' uit elkaar te houden. Dat is wel lastig. Als jij, en veel gebruikers met jou, daar onzeker over zijn, dan zegt dat wel iets over de stand van zaken in de taal: blijkbaar is die een beetje onstabiel in het gebruik van die twee woordjes.
    De woorden zitten vooral in elkaars vaarwater als ze in een vergelijking staan: 'even groot', 'groter', 'anders' of 'hetzelfde'. In die gevallen zou je volgens de gangbare norm 'als' moeten gebruiken bij vergelijking van twee dezelfde dingen, en 'dan' bij vergelijking van verschillende dingen. Dus 'anders of groter dan' en 'even groot of hetzelfde als'. Waarom? Tja, geen reden eigenlijk. Dat is waarschijnlijk ook de oorzaak dat er onzekerheid over bestaat. Mijn advies? Doe het toch maar zo als het het beste aanvoelt. Dat is de beste garantie om op termijn weer een stabiele taalsituatie te krijgen.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Is het de tweeling gaat naar school?
    of
    De tweeling gaan naar school ??
    Ik ben blijven zitten !
    BoRo
    espermuzo.blogse.nl

    BeantwoordenVerwijderen
  12. @BoRo: vind je het allebei even goed klinken? En vind je dat ook in een zin als "De tweeling heeft/hebben rood haar"? Of "De tweeling is/zijn eeneiig"? De meeste Nederlanders vinden hier het enkelvoud het beste.
    Dat je bent blijven zitten lag toch hoop ik niet aan de grammatica?

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Micha Villerius19 juli 2006 om 06:57

    Beste Taalprof,
    Ik heb eigenlijk twee vragen.
    1. Wat te denken van zinnen als deze: ‘Onze zorg is gratis. We zien het als een belangrijke aanvulling op de bestaande hulpverlening.’ In eerste instantie klinkt dit correct, maar toch twijfel ik bij dergelijke formuleringen. Het woordje ‘Het’ uit de tweede zin verwijst naar het woord ‘zorg’ in de eerste zin. Zorg is bij mijn weten niet onzijdig. Vanwaar dan ‘het’? Wat is de taalregel achter dit verschijnsel? Of is hier gewoon sprake van een fout en moet het eigenlijk zijn: ‘Onze zorg is gratis. We zien hem als een belangrijke aanvulling op de bestaande hulpverlening.’
    2. Je zegt: ‘Twee soorten naakt, drie soorten stilte, vijf soorten vis.’ Maar ook: ‘Drie soorten broeken, vijf soorten truien, acht soorten bomen.’
    Ik ben benieuwd naar uw reactie.
    Met vriendelijke groet,
    Micha Villerius

    BeantwoordenVerwijderen
  14. @Micha Villerius: de verwijzing van het woordje "het" is vaak niet zo precies. Een bekend voorbeeld uit een proefschrift van een paar jaar geleden is: "Je moet niet tegen de wind in spugen, anders waait het op je kleren." Wat is "het" in deze zin? Blijkbaar verwijst het naar iets wat alleen maar in gedachten (niet in woorden) is opgeroepen door de rest van de zin.
    Vraag 2: twee soorten naakt of broeken. Het is niet ongebruikelijk dat meervoudige en niet-telbare hoeveelheden dezelfde eigenschappen hebben. Dat is ook in filosofische zin wel te begrijpen. Neem je water, en daar doe je water bij, dan heb je nog steeds water. Neem je appels, en je doet er appels bij, dan zijn het nog steeds appels. Maar als je 'n appel hebt (enkelvoud), en je doet er 'n appel bij, dan is het niet meer 'n appel (dan heb je appels). De constructie "drie soorten X" vraagt blijkbaar om zo'n "niet-enkelvoud".

    BeantwoordenVerwijderen
  15. Is het binnenkomende telefoontjes of inkomende telefoontjes?
    Is 'inkomende' een anglicisme en is 'binnenkomende' daarom misschien beter?

    BeantwoordenVerwijderen
  16. @sara kirby: ik weet het niet, hoor. Dat is ook eigenlijk geen kwestie van grammatica. Het werkwoord "inkomen" bestaat al eeuwen in het Nederlands. Brieven en stukken zijn al eeuwen ingekomen, daar kunnen die telefoontjes best bij. Het kan wel zijn dat dat werkwoord door het Engelse "incoming" nieuw leven is ingeblazen, maar bedenk dat niet alles wat uit het Engels wordt overgenomen een anglicisme is. Alleen als het, zoals Van Dale het formuleert, "strijdig is met het eigen taalgebruik." Daarvan lijkt me hier geen sprake. Van mij mag je kiezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  17. Geachte Taalprof,
    Mij is geleerd:
    ik geef hun (mw vw 3e nv) een boek
    maar: ik geef een boek aan hen
    dit onder invloed van "aan"
    Gaat dat ook op in het geval het voorzetsel onderdeel is van een werkwoord?
    Is het "Ik zeg hun iets toe"
    of
    "Ik zeg hen iets toe" ? ? ?

    BeantwoordenVerwijderen
  18. @Bertus Keuter: het onderscheid tussen "hun" en "hen" als voorwerp staat wel een beetje ter discussie. Maar ik ga je vraag eerst puur grammaticaal opvatten. Eigenlijk vraag je: is "iemand" in "iemand iets toezeggen" een meewerkend voorwerp? Ik zou zeggen: ja. Immers, "iets" is lijdend voorwerp, en "iemand" kan voorzien worden van het voorzetsel "aan". Ik zie wel dat dat "aan" bij voorkeur wordt weggelaten, en dat zou een reden kunnen zijn om te pleiten voor een constructie met twee lijdende voorwerpen, maar dan zou je ook zinnen verwachten als "wij worden iets toegezegd", en die lijken me vooralsnog onwaarschijnlijk.
    "iemand" in "iemand iets toezeggen" zou je dus volgens mij moeten beschouwen als meewerkend voorwerp. Als je vindt dat het voornaamwoord "hun" moet worden gebruikt als meewerkend voorwerp (de traditionele opvatting), dan moet je ook zeggen "ik zeg hun iets toe".

    BeantwoordenVerwijderen
  19. Geachte Taalprof,
    Dank voor de uiteenzetting . . .
    Ik moet dus ook zeggen:
    "ik reik hun iets aan" ? ? ?

    BeantwoordenVerwijderen
  20. @Bertus Keuter: je móét natuurlijk niets. Maar als je vraagt of "hun" daar meewerkend voorwerp is, dat denk ik wel. Bij "(aan) iemand iets aanreiken" is er een nog sterker voorkeur om "aan" weg te laten, maar toch lijkt het me meewerkend voorwerp, ook al omdat je een zogeheten "pseudo-passief" kunt maken. Dat is de zin "zij krijgen van mij iets uitgereikt". Het onderwerp in die zin is altijd het meewerkend voorwerp in de oorspronkelijke zin.

    BeantwoordenVerwijderen
  21. Samen met een andere nieuwe lezer van je log stuitte ik op 'ja' en 'nee' en hun positie binnen de Nederlandse grammatica.
    Enig worstelen met de ANS leverde ons de benaming 'mededelend tussenwerpsel', respectievelijk van bevestiging en ontkenning.
    'Ja' wordt door de ANS expliciet en alleen als bevestigend genoemd, en 'nee' slechts als ontkennend.
    Nu is mijn vraag hoe jij 'nee' in het volgende voorbeeld zou benoemen.
    "Dat is toch geen boek?"
    "Nee, dat is een bal."
    Als je de regeltjes aan zou houden, zou 'nee' moeten worden vervangen door 'ja'. Maar zeg nou zelf, wie zou hier geen 'nee' gebruiken?
    Is 'nee' in deze zin bevestigend? Het bevestigt namelijk de vraag die wordt gesteld en gaat er niet tegenin.
    Volgens mij kunnen 'ja' en 'nee', afhankelijk van de context, op het ene moment bevestigend en op het andere moment ontkennend zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  22. @jelrik: hier zitten we ineens op het terrein van de conversatie-analyse. In een gesprek kun je bevestigen en ontkennen op verschillende niveau's. Van recente datum is de bevestiging "okee", die zich vanuit een positieve kwalificatie heeft ontwikkeld naar een bevestiging, en nu zelfs gebruikt wordt als middel om alleen maar uit te drukken dat je de conversatie begrijpt ("Gisteren is onze hond overleden" "Okee!"). Bevestiging op het niveau van de conversatie is dat.
    De analyse van dit soort bevestiging/ontkenning is best lastig, omdat je de hele context in je interpretatie moet meenemen. In jullie voorbeeld bevestig je blijkbaar de ontkenning die al door de vorige spreker is uitgesproken. Je kunt dan kiezen voor de woordvorm "ja" (omdat je de uitspraak van de vorige spreker bevestigt), maar ook voor "nee" omdat de inhoud van je bewering die ontkenning nog steeds impliceert.
    Uit je intonatie moet dit blijken. Je kunt die tweede zin met een heel verkeerde intonatie uitspreken, zodat het lijkt of je toch ontkent wat de vorige spreker zei ("Nee joh, dat is een bal!").
    Dit voorbeeld heeft ook nog als extra moeilijkheid dat die bewering "Dat is toch geen boek?" door zijn onzekere formulering voor meerdere uitleg vatbaar is ("Ik denk dat dat geen boek is", "Is dat een boek?", "Dat lijkt wel een boek maar ik ben daar niet zeker van", ik noem er maar een paar die ik voor de voet weg verzin).
    Ja (of: nee), conversatie-analyse is aanmerkelijk lastiger dan grammaticale analyse. Ik zou zeggen: de grammaticale analyse van ja en nee als respectievelijk bevestigend en ontkennend is onomstreden, het probleem is wát je precies bevestigt of ontkent.

    BeantwoordenVerwijderen
  23. Geachte taalprof,
    Ik wilde u deze zin even voorleggen: 'Vraag mij niets over spelling, want daarover hebben we al genoeg specialisten.' Naar mijn bescheiden mening is dat samengesteld voorzetsel niet helemaal correct. Immers, ben je specialist over iets? Volgens mij ben je specialist in iets. Echter, de constructie '...want daarin hebben we al genoeg specialisten' loopt ook niet helemaal lekker. Misschien is dit de beste oplossing: 'Vraag mij niets over spelling, want op dat gebied hebben we al genoeg specialisten.'
    Vriendelijke groeten en veel waardering voor uw weblog!

    BeantwoordenVerwijderen
  24. @Paul: ik ben het met je eens dat de zin niet lekker loopt. Echter, dat komt niet omdat "daarover" een bijvoeglijke bepaling zou zijn bij "specialisten". Het is een bijwoordelijke bepaling van beperking. Ongeveer deze zelfde vraag werd al eens gesteld (http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/07/het_is_gezien.html#comment-15429482) zie aldaar voor mijn verdere overwegingen. Dank voor je waardering!

    BeantwoordenVerwijderen