dinsdag 12 december 2006

De Taalprof verrast!

Keert de taalprof zich even om, en achter zijn rug barst ineens de discussie op verschillende fronten los! Gisteren, maandag 11 december, was de taalprof zoals beloofd ten derde male achter het IJzeren Rooster vandaan gekomen om ergens in het land een zaal met 150 middelbare scholieren toe te spreken over de zegeningen van de grammatica, en prompt komen er 2500 mensen op bezoek. Tot overmaat van ramp ontbrandt er ook plotseling een discussie op een lerarenforum waar de taalprof had beweerd dat ik ben aan het koken een naamwoordelijk gezegde is!


Ik ga dat allemaal netjes beantwoorden, al val ik erbij neer. Op dit moment overzie ik niet meer precies wie wat gezegd heeft en wie wat waarop heeft geantwoord, maar ik ga dat allemaal bestuderen en iedereen van repliek dienen.


Ik verbaas me wel over de heftigheid waarmee er soms gereageerd wordt. Ik dacht dat ik al eens eerder iets controversieels had gezegd, maar het lijkt erop dat ik nu echt een gevoelige snaar heb geraakt. Eens kijken of we er gezamenlijk achter kunnen komen wat hier nu precies aan de hand is!


Alvast allen hartelijk dank voor jullie reactie! En kom nog een keer terug om te kijken hoe het afloopt!


5 opmerkingen:

  1. Hallo Taalprof,
    Ik heb je reactie op het lerarenforum gelezen en was inderdaad verbaasd over het gegeven dat het volgens jou een nwg zou zijn. Ik heb toen gereageerd en zag later pas dat "De taalprof" dat gezegd had. Direct schoot ik in de stress en begon terstond aan mijzelf te twijfelen. Immers...als de taalprof het zegt...Nogmaals nakijken, nee, volgens mij was het toch echt geen nwg.
    Vandaag heb ik meerdere mensen geraadpleegd en een zeer geleerde vrouw zei ook dat het een nwg was. Waarom dan? Het is me niet duidelijk. Het zegt iets over de vader...zei zij.
    Wanneer je lesgeeft op een middelbare school worden dingen versimpeld, omdat het té ingewikkeld is voor leerlingen (en blijkbaar dus ook voor docenten). Onderling wordt er dan afgesproken dat het gaat om een werkwoordelijk gezegde (er staan immers enkel werkwoorden in en is dus gemakkelijk te herkennen voor de leerling). Ik sluit me inderdaad hier ook bij aan - de discussie kan nog eeuwen voortduren.
    De opleidingen van tegenwoordig zijn ook niet zo gedegen als ze zouden moeten zijn. Op de lerarenopleiding hebben ze met geen woord gerept over het nwg, de bepaling van gesteldheid, nee, niet eens over de beknopte bijzin. In mijn optiek is het dan niet vreemd dat er verwarring ontstaat over genoemde zaken.
    Mijn boodschap aan jou: ik hoop dat je je niet in het nauw gedreven voelt. Ik lees je blogs met plezier en heb je al meermalen om uitleg gevraagd. Ga zo door en laat je niet ontmoedigen door te directe reacties.
    Groet, Marit

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @marit: hè dat doet me goed! Eindelijk weer eens iemand die het met me eens is ;-)! Ja, die discussie op het lerarenforum verraste me wel. En wat me nog meer verraste is dat de ANS mij hier in de steek liet. Daar moet ik de redactie toch eens op aanspreken. Want ik denk dat ze hier echt onomwonden hadden moeten kiezen, wat ze nu niet doen. En wat mij betreft voor nwg natuurlijk.
    Maar, even naar aanleiding van wat je zegt: hoe doe je in de klas dan de ontleding van een zin als "Je maakt mij aan het lachen"? Zeg je dan dat "aan het lachen" voorzetselvoorwerp is in plaats van bepaling van gesteldheid?
    O ja, even voor de mensen die nu meelezen en niet snappen waar het over gaat: dit gaat over een discussie op het lerarenforum over de ontleding van de zin "ik ben aan het koken", waarvan de taalprof bij hoog en bij laag volhoudt dat het een naamwoordelijk gezegde is. Ik vat het binnenkort wel eens samen, als het stof wat is neergedaald.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hallo Taalprof,
    De voorbeeldzin die je gaf is te ingewikkeld voor de klassen waar ik voor sta. We kiezen alleen overduidelijke zinnen, zodat er geen verwarring kan ontstaan. Misschien behandelen ze zo'n zin wel in de bovenbouw (ik zal het voor je navragen), maar in ieder geval niet in de onderbouw (tot en met 3 vwo). De bepaling van gesteldheid wordt in 2vwo wel behandeld, maar enkel in zinnen als: "Carlo fietste hongerig naar huis."
    Het naamwoordelijk gezegde wordt ook behandeld, maar dan ook alleen met héél duidelijke zinnen.
    ("Zuid-Korea was de verrassing van het toernooi"). Ik kom dus later op je vraag terug, want ik kan hem niet beantwoorden!
    Groet, Marit

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hee prof,
    Is er niet een duidelijk verschil tussen:
    Mijn vader is aan de drank.
    en
    Mijn vader is aan het koken.
    Nooit zo'n ontleedfreak geweest, hoor, maar ik zie in dit verschil een reden om in het kookgeval van een werkwoordelijk gezegde te spreken.
    Kun je me ook even de link geven naar die discussie op de 'community' (ahem...Neerlandici daar?). Hopelijk heeft daar nog niemand dezelfde suggestie gedaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @Jacques: die "community" kun je vinden op www.kennisnet.nl. Daar kun je doorlinken naar de vakcommunity Nederlands, en daar kun je ergens intekenen op die mailing lijst. De site is onlangs veranderd dus ik weet niet precies hoe het nu werkt. Ik weet ook niet of die mailinglijst (waar de discussie begon) openbaar is, of ergens gearchiveerd wordt. Dat heb ik nog niet kunnen vinden. Maar de beheerder daar zal het ongetwijfeld weten.
    Dat verschil dat jij signaleert, dat zie ik wel. Is dat voor jou ook een reden om "ik ben aan het werken" anders te ontleden dan "ik ben aan het werk"? Kun je dat verschil scherper omschrijven?

    BeantwoordenVerwijderen