vrijdag 22 december 2006

Buiten-, binnen of in de kou staan




De taalprof heeft het wel nooit over spelling, maar hij is er natuurlijk ook niet vies van om op de golven van de media-aandacht voor het Groot Dictee eventjes mee te surfen, om ongemerkt een paar leuke grammaticale kwesties te belichten.


Dat je veel slimmer moet zijn om goed te kunnen spellen dan om goed te kunnen ontleden, heb ik al vaker gezegd. Maar niemand gelooft dat. Toch moet iemand die vindt dat grammatica moeilijker is dan spelling mij maar eens uitleggen waarom je buitenstaan in het dictee aan elkaar moest schrijven (toen zij de drempel overging en half buitenstond), terwijl binnen staan altijd los geschreven wordt.


Ja, ik weet het wel, het antwoord is eenvoudig: omdat buitenstaan in het woordenboek staat, en binnenstaan niet. Maar wat zit daarachter? Okee, je hebt ook het woord buitenstaander en niet binnenstaander, maar wat heeft dat er nou weer mee te maken?


In een vorige log schreef ik over werkwoordpartikels (en wel speciaal over de "ingeslikte bepalingen van gesteldheid"). Ik merkte daar op dat de scheidbaar samengestelde werkwoorden hun partikel soms "uitspugen" als je er hulpwerkwoorden bij zet. Naast Ik zou jou vanmiddag graag willen kunnen opbellen kun je ook zeggen Ik zou jou vanmiddag graag op willen kunnen bellen. In het dicteewoord buitenstaan is er ook sprake van een partikel. Hoe zit het daar?


De versie met het "uitgespuugde" partikel is hier prima: Zij zou daar half buiten schijnen te hebben gestaan. En de "ingeslikte" variant? Zij zou daar half schijnen te hebben buitengestaan. Voor mij klinkt dat voor geen meter!


Wat is dat nu? Het werkwoord zou dus buitenstaan moeten zijn, maar als je er hulpwerkwoorden bij zet wordt het verplicht gesplitst. Dat is wel heel erg wonderlijk. Je zou zeggen dat er dus weinig reden is om aan te nemen dat buitenstaan wel echt een samengesteld werkwoord is.


Volgens mij maakt het niet zo veel uit (wat veel mensen in de discussie hierover suggereren) of je buitenstaan nu letterlijk of figuurlijk opvat. Het grammaticale verschil is dat buiten in het eerste geval een bijwoordelijke bepaling van plaats is, en in het tweede geval een bepaling van gesteldheid. Een apart zinsdeel is het hoe dan ook.


En dan nog eens wat. Als buitenstaan een samengesteld werkwoord is, hoe zit de volgende zin dan in elkaar: wij staan ergens buiten? Wat is ergens? Een plaatsbepaling? Dat lijkt me niet. Natuurlijk wel in de letterlijke betekenis ("wij staan op een bepaalde plaats buiten"), maar niet in de betekenis dat wij "ergens buiten gehouden worden". In die betekenis is ergens buiten de bepaling van gesteldheid (of voor mijn part een figuurlijk gebruikte bijwoordelijke bepaling). Maar ergens buiten is een voornaamwoordelijk bijwoord. Dan kan buiten dus niet ook nog eens deel van het werkwoord zijn.


In het dictee stond toen zij de drempel overging en half buitenstond. Nou zou ik in dat eerste stuk al gedacht hebben dat de drempel over een richtingsbepaling is, maar grammaticaal gezien is er geen twijfel over mogelijk dat buiten een bijwoordelijke bepaling van plaats is. Vervangbaar door op straat, in het donker, binnen, in de kou en talloze andere bepalingen.


Uiteraard is over de inhoud van het dictee elke correspondentie onmogelijk. Dit logje is echter geen correspondentie. Het is grammaticale analyse. Iets wat blijkbaar niet ten grondslag heeft gelegen aan deze spelling, of de opname van het woord buitenstaan in het woordenboek.

3 opmerkingen:

  1. De Taalprof schreef: "Toch moet iemand die vindt dat grammatica moeilijker is dan spelling mij maar eens uitleggen waarom je buitenstaan in het dictee aan elkaar moest schrijven (toen zij de drempel overging en half buitenstond), terwijl binnen staan altijd los geschreven wordt."
    Hetzelfde geldt voor omhoog/omlaag. Op de een of andere manier worden woorden met omhoog altijd aaneengeschreven (omhoogkijken, omhooglopen enz.), maar als dezelfde woorden in neerwaartse richting gaan, moet het plotseling nagenoeg allemaal los. Kijk maar in Van Dale. Ik heb het nooit begrepen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Taalprof,
    Wordt uw 'analyse' ook niet ondersteund door het feit dat er 'HALF buiten' staat? Vormt voor mijn gevoel een eenheid.
    Rob

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @Rob: dat zou kunnen, maar het is wel een beetje twijfelachtig. Immers, "half" kan ook een bepaling van graad zijn bij een werkwoord ("hij stond half te lachen").

    BeantwoordenVerwijderen