woensdag 23 augustus 2006
Waar was de Taalprof?
Op zijn zwerftocht over de wereld, langs onbekende verten en verre stranden, was de Taalprof natuurlijk ook even op het wereldcongres van de andere superhelden van de grammatica in Grammapolis. Daar bracht hij vele uren door in serieus overleg met de bekende Grammar Girls, die in het Engelse taalgebied bij de meest uiteenlopende grammaticaproblemen uitkomst blijken te kunnen bieden.
Ook sprak hij met de zogeheten Latin Lovers, die een bijzondere voorliefde voor de klassieke talen vertonen. Deze zijn de afgelopen jaren zeer succesvol geweest, en hun populariteit groeit nog steeds.
Samen luisterden ze naar de alarmerende uiteenzetting van de Chinese superheld, de wijsgeer Nu Wei, over hun gezamelijke vijand, het verschrikkelijke Grammaticale Onbenul. Dit monster, dat zoals bekend de totale vernietiging op het oog heeft van alles wat mooi en goed is aan de grammatica, dit monster dus, breidt zijn invloed wereldwijd in angstaanjagend tempo uit. Het bedient zich van een complexe, maar zeer effectieve strategie om de geesten van argeloze taalgebruikers te vergiftigen. De bestrijding van het Grammaticale Onbenul is de belangrijkste taak van elke superheld.
Volgens Nu Wei is het van het grootste belang om deze strategie zo snel mogelijk te ontzenuwen. Daartoe is echter wel een diep inzicht nodig in hoe deze in elkaar zit. Want je kunt een wapen alleen onschadelijk maken als je het in zijn diepste kern kunt treffen. En voor een krachtig gif kun je alleen een tegengif ontwikkelen als je heel gedetailleerd op de hoogte bent van de chemische samenstelling ervan. Nu Wei had nog meer van dit soort vergelijkingen (eerlijk gezegd was hij een beetje langdradig), maar toen hij tot de kern van de zaak kwam, was iedereen weer klaarwakker.
Hoe gaat het Grammaticale Onbenul dan te werk? Hoe vergiftigt dit monster de geesten van de argeloze taalgebruikers? Dat gaat volgens Nu Wei via een soort drietrapsraket.
Eerst probeert het Onbenul de indruk te wekken dat de grammaticale analyse, de zinsontleding, samenvalt met de grammaticale structuur van de taal zelf. Wie een beetje nadenkt, ziet meteen dat dit grote onzin is (de taal bestaat ook zonder de taalkunde), maar iemand die niets weet van grammaticale analyse kun je alles wijsmaken.
Als genoeg mensen ervan overtuigd zijn dat de beheersing van de grammaticale analyse hetzelfde is als de beheersing van de taal, dan is de tijd gekomen voor de tweede trap: dan begint het Grammaticale Onbenul te schamperen dat goede ontleders helemaal geen goede taalgebruikers zijn, en dat de beste taalgebruikers doorgaans helemaal niets van grammaticale analyse weten! Dat dit laatste komt omdat vrijwel niemand ook maar het flauwste benul heeft van waar het bij grammaticale analyse om gaat, dat valt in dit stadium niemand meer op.
Dan is het tijd voor de derde trap: de doodsteek. Nu begint het Onbenul het nut van de grammaticale analyse in twijfel te trekken. We willen toch eigenlijk alleen maar betere taalbeheersing, zo roept het uit (bedenk dat het eerst ervoor heeft gezorgd dat iedereen denkt dat taalbeheersing hetzelfde is als de beheersing van grammaticale analyse). En van betere ontleding ga je helemaal niet beter lezen, luisteren, praten of schrijven! Wat heb je er dan aan? Zo wordt alles wat mooi en goed is aan grammaticale analyse op vakkundige wijze de nek omgedraaid en keert iedereen zich vol walging van deze vaardigheid af.
Natuurlijk was de stemming onder de grammaticale superhelden na afloop van Nu Wei's lezing bedrukt. Het Grammaticale Onbenul had een ijzersterke strategie. Wat kun je hier nog tegen inbrengen, zelfs als je een grammaticale superheld bent?
Het congres dreigde op een totale mislukking uit te lopen. De Grammar Girls stonden er een beetje beteuterd bij, en zelfs de anders zo zelfverzekerde Latin Lovers kamden voor de zoveelste keer hun haren glad en maakten nog maar eens quasi-nonchalant hun nagels schoon. En toen betrad de Taalprof het podium...
Wat niemand van de grammaticale superhelden wist, maar de lezers van dit weblog al vermoedden, was dat de Taalprof de verrassende keynote speaker was op het superheldencongres. Het spreekt vanzelf dat de organisatie dit met het oog op de beveiliging tot het laatst toe geheim heeft gehouden. Bij een te grote openbaarheid zou de Taalprof een te gemakkelijke prooi zijn geweest voor de aanhangers van het Grammaticale Onbenul, die maar al te graag achter zijn geheime identiteit zouden komen!
Na Nu Wei's deprimerende uiteenzetting over de drietraps vergiftigingsstrategie van het Grammaticale Onbenul waren de superhelden, zoals gezegd, een beetje van slag, maar de opkomst van de Taalprof bracht weer hoop in hun harten. Zou de Taalprof dan misschien raad weten? Was er toch nog een manier om de schijnbaar onfeilbare strategie van het Grammaticale Onbenul te ontzenuwen? Dit is, kort samengevat, wat de Taalprof zei:
De redeneringen van het Grammaticale Onbenul zijn waterdicht. Wie daartegen probeert te vechten, loopt met zijn kop tegen een muur. Niet doen dus! Het zijn de uitgangspunten die kwetsbaar zijn. Zoals de eerste trap: dat grammaticale analyse samenvalt met taalbeheersing. Dat is toch echt een overduidelijke misvatting! Hoe kan het dat de mensen dat niet zien? Hier ligt de fundamentele zwakheid van het Grammaticale Onbenul, die uiteindelijk tot zijn ondergang zal leiden.
Het monster, dat zelf natuurlijk precies weet waar het kwetsbaar is, gebruikt als een volleerd dopinggebruiker allerlei maskeringstechnieken om de zwakte van zijn strategie aan het oog te onttrekken. De belangrijkste is het wekken van ontzag.
We zagen net al dat iemand die een beetje nadenkt, meteen ziet dat de beheersing van de zinsontleding niets met de taalbeheersing te maken heeft. Nadenken moet dus voorkomen worden, zo weet het Onbenul, en al helemaal taboe is enig inzicht in de grammaticale analyse. Maar hoe voorkom je dat?
Het Grammaticale Onbenul kent natuurlijk alle theorieën over de psychologische oorlogsvoering, van Von Clausewitz tot Schwarzkopf, en het weet dat in deze gevallen de Shock and Awe-strategie zeer succesvol is. Wat houdt die strategie in? Dat je iets heel erg plotseling, en met groot vertoon, ten tonele voert, waardoor je zo'n groot ontzag wekt dat niemand meer kan nadenken.
Hoe werkt dit bij grammaticale analyse? Daar begin je bij heel kleine kinderen (het Grammaticale Onbenul stoort zich natuurlijk niet aan de conventie van Genève en al helemaal niet aan ongeschreven humanitaire wetten). Die kinderen dus, die confronteer je met een vorm van grammaticale analyse die je zo onbegrijpelijk mogelijk (liefst verkeerd) uitlegt. Daarbij zeg je voortdurend dat het allemaal heel moeilijk is, en vervelend zelfs, en je suggereert een beetje vaag dat er een samenhang is met normen en waarden, en dat normaal taalgebruik iets is wat maar weinig mensen beheersen.
Dat dit laatste tegenstrijdig is (wat normaal is, is juist wat de meeste mensen kunnen) wordt door kinderen niet opgemerkt. Die worden alleen maar voor het leven getekend met een panische angst voor alles wat maar een beetje op grammaticale analyse lijkt. En, wat erger is, ze worden voor altijd opgezadeld met een minderwaardigheidscomplex op taalgebied, waar ze zich op latere leeftijd alleen aan kunnen ontworstelen door zich flink af te zetten tegen de taalkundigen, die hier natuurlijk allemaal de schuld van krijgen.
Om deze strategie succesvol toe te kunnen passen heeft het monster handlangers nodig: het infiltreert in de geesten van onderwijzers, de leraren en leraressen Nederlands, om te voorkomen dat deze de grammatica, zoals andere onderdelen van het vak, helder uitleggen.
Taalkundigen hangen vaak het achterhaalde standpunt aan dat de enige remedie tegen deze handlangers van het Grammaticale Onbenul een zilveren kogel is, of een houten pin door hun hart, maar in het licht van het heersende lerarentekort raadt de Taalprof dat met klem af.
Veel kansrijker is de Taalprofmethode, waarbij de superheld bondgenoten zoekt in onderwijsland. Er zijn immers wel degelijk nog leraren en leraressen die dapper standhouden tegen het offensief van het Grammaticale Onbenul, maar hun aantal slinkt, en ze hebben heel hard hulp nodig.
Wat het monster namelijk ook nog toepast, behalve Shock and Awe, is een breed scala van afleidingstechnieken, die erop gericht zijn om tijd te winnen. Relatief onbeduidende zaken als spelling worden enorm opgeblazen, alleen maar om te zorgen dat daar in het onderwijs een hoop tijd in gaat zitten. Tijd, die dan niet gebruikt kan worden voor inzicht in grammaticale analyse. Met alle gevolgen van dien.
De bekende Hulk wond zich hier geweldig over op, en stelde voor dat iedereen zich hier flink aan ergerde. Dan zouden we allemaal groen worden, uit onze kleren scheuren en korte metten maken. Helaas realiseerde hij zich niet dat dit niet bij iedereen zo werkte, en bovendien droegen de meeste superhelden merkkleding, dus dat zou een fortuin aan nieuwe kleren kosten.
Maar als de oplossing niet gezocht moet worden in ergernis, of de systematische uitroeiing van alle docenten Nederlands, hoe kunnen we dan wel een vuist maken, zo vroegen de leden van het FBG (Front voor de Bevrijding van de Grammatica) zich af. Het antwoord, volgens de Taalprof, is: humor. Het is voor een superheld namelijk kinderlijk eenvoudig om te laten zien dat grammaticale analyse fun is.
Maar, zo wierp de oude superheld Nagman nog zwakjes tegen, moet alles tegenwoordig dan maar "fun" zijn? Is er dan niets meer serieus? Jawel, beaamde de Taalprof, de bestrijding van het monster van het Grammaticale Onbenul is een bloedserieuze zaak, waarbij alles wat werkt in overweging moet worden genomen. Vergeet niet dat we met de rug tegen de muur staan.
Het is ondoenlijk om precies de uitwerking van de woorden van de Taalprof te beschrijven. Er werd veel door elkaar gepraat, er werd op schouders geslagen, en op een gegeven moment haalde Breezahwoman ook de drank tevoorschijn. In ieder geval werden de grammaticale superhelden weer gesterkt in hun schijnbaar hopeloze strijd tegen het Grammaticale Onbenul.
Alles is dus nog niet verloren. Er is nog hoop voor de grammatica. Het Grammaticale Onbenul mag dan wereldwijd werkzaam zijn, overal op de wereld is er wel een superheld actief om de hulpeloze taalgebruiker terzijde te staan. Schouder aan schouder vormen zij een onwrikbare muur tegen het monster dat de mensheid bedreigt. Dat moet aan het begin van het schooljaar een hoopvolle gedachte zijn.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten