vrijdag 25 augustus 2006

Spreken meer dan zilver




Sommige mensen houden er wel heel vreemde denkbeelden op na. Er zijn zelfs lezers van dit weblog, die het wel eens met de taalprof oneens zijn. Het moet niet veel gekker worden.

Een sterk voorbeeld is te lezen op het weblog www.tothiertoe.nl, waar de auteur op 9 augustus 2006 onder het kopje Talen leren het onderzoek van Jansen en Van Onna aanhaalt, en de bespreking daarvan door de Taalprof. De weblogster formuleert haar commentaar aldus:
De taalprof heeft daarover een aardige theorette: hij vraagt zich af wat
er eigenlijk mis is met zelfoverschatting. Alle tweedetalenleraren zijn
het er immers over eens dat je een taal alleen maar goed kunt leren door
hem vaak te gebruiken. [...]
Wat blijkt nu als je het rapport leest: het ging helemaal niet over
spreekvaardigheid, alleen maar over lezen, luisteren en schrijven. Exit
theorette.

Nou lijkt me om te beginnen het woord "theorette" een beetje te veeleer voor de vraag die de taalprof opwerpt. Dat woord mag dan misschien ironisch bedoeld zijn (maar met die zelfbedachte woorden weet je het maar nooit), maar het moet toch iets betekenen als "kleine theorie", en daarvan is eigenlijk geen sprake.


Erger is echter de manier waarop deze "theorette" vervolgens wordt afgeserveerd ("Exit theorette"). Het rapport van Jansen en Van Onna gaat "alleen maar over lezen, luisteren en schrijven", en dus is de "theorette"
van de taalprof onjuist. Wat is dat voor een rare kronkelredenering?

Blijkbaar denkt de weblogster van www.tothiertoe.nl dat lezen, luisteren, schrijven en spreken gescheiden vaardigheden zijn, die niets met elkaar te maken hebben. Maar dat is natuurlijk onzin. Hoewel je elk van die vaardigheden apart kunt oefenen en meten, is je totale taalvaardigheid een soort optelsom van al die deelvaardigheden. Je beheersing van het Engels hangt af van hoe goed je Engels spreekt, verstaat, schrijft en leest (en in welke situaties je dat kunt). Het rapport van Jansen en Van Onna meet alleen de laatste drie, maar gaat natuurlijk over het geheel (eigenlijk gaat het rapport niet eens in de eerste plaats over taalbeheersing, maar over het zelfbeeld van de Nederlanders met betrekking daartoe).

De opmerking ("theorette") van de taalprof betreft de totale taalverwerving. Iedereen is het erover eens dat je het beste een taal leert door de interactie met andere taalgebruikers. Daar kan echt niemand omheen, ook al kiezen een paar toevallige onderzoekers ervoor om het spreken in hun metingen buiten beschouwing te laten.

Als je op die manier een betere beheersing van een vreemde taal krijgt, kun je dat meten op het gebied van spreken, luisteren, lezen en schrijven. Op allevier die gebieden moet zo'n betere taalbeheersing tot uitdrukking komen. Anders kloppen de meetmethoden niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten