Het is gezien

Het was misschien voorbestemd. Toen ik op 19 februari 2006 van web-log.nl een gegenereerd wachtwoord kreeg toegestuurd dat bestond uit een aantal willekeurige letters gevolgd door het getal 558, had ik al kunnen vermoeden dat het tot Taalpost nummer 558 zou duren voordat ze me in de gaten zouden hebben. Gisteren, op de kop af 5 maanden later, was het dan zover.


Heeft dat nou niet lang geduurd, zo vroegen een aantal nieuwe lezers zich af. Ik denk het niet. Een paar pagina's op een totaal van 14 miljard is niet veel. En eerlijk gezegd heb ik er ook wel een beetje expres geen moeite voor gedaan. Dat heeft twee redenen.


Ten eerste heb ik dit weblog van meet af aan bedoeld voor het middelbaar (en misschien lager) onderwijs. Daarom heb ik wel een aantal vaklokalen Nederlands op het internet en een paar portaalsites aangeschreven, maar met opzet geen bredere reclame gemaakt.
Het gaat mij niet om veel lezers (al is iedereen welkom, haast ik mij toe te voegen), maar om specifieke lezers. Dat dit in zeker opzicht geslaagd is, bleek hieruit dat de taalprofsite in april al opgemerkt werd in de nieuwsbrief van de vakcommunity Nederlands op kennisnet.nl.

Ten tweede vond ik het ook wel een leuk experimentje. Als iemand op het internet een grammaticale scheet laat, wordt die op den duur geroken door de speurhonden van de verschillende taalnieuwsrubrieken. Taalpost, Van Dale, de Taalunie, en vooral de taalnieuwsrubriek van Onze Taal, die elke dag wel een paar kruimeltjes weet op te sporen.


Google was sneller, maar dat is geen eerlijke vergelijking. De taalrubrieken worden door mensen gevuld en Google door robots. Maar toch was dat ook wel interessant. In februari gaf de zoekterm taalprof precies 2 hits: een Zuid-Afrikaanse pagina, en een Belgische. Dat liep snel op naar 10.000, 15.000, maar dat bleek een zeer geflatteerd getal. Toen ik het naging bleek het "maar" om 30 pagina's te gaan. De duizenden andere "leken sterk op" die 30. Het betrof subpagina's van weblogs die zo vriendelijk waren om mij in hun vaste lijstje met links te vermelden, en waarschijnlijk voornamelijk kopieën van pagina's. Er zijn namelijk nogal wat zogeheten internetversnellers, die voor hun abonnees lokale kopieën van pagina's maken zodat ze sneller kunnen worden geladen. Voor Google tellen die allemaal mee. Ook produceren sommige zoekmachines tijdelijke resultaatpagina's die even bestaan en vrij snel weer uitdoven. Maar ook die kunnen in het voorbijgaan door een Google-robot worden opgeme

Ik had natuurlijk best al die taalnieuwsrubrieken kunnen tippen, en als taalprof had ik ook wel mijn uitgebreide netwerk (ahum) van vrienden en collega's kunnen inschakelen. Die vragen zich nu misschien ook wel af waarom zij niet op de hoogte zijn van dit weblog. Maar dat heeft dus een reden. Nu weet ik tenminste zeker dat de taalprof niet opgemerkt is vanwege zijn persoon of naam, maar alleen op grond van de inhoud. Kijk, daar gaat het per slot van rekening om. Ook als je het alleen over grammatica hebt (of zelfs: alleen over zinsontleding), word je binnen een half jaar gehoord. Er is nog hoop.