dinsdag 16 januari 2007

...en grammatica



Studenten kunnen niet meer spellen kopte de NRC zaterdag, en de discussie brandt weer los. De studenten blijken "steeds meer moeite" te hebben met "spelling en grammatica". Je hoort mij niet zeggen dat het onzin is, maar wat doet dat en grammatica daar steeds bij?


Ik lees bijna alle discussies hierover in brievenrubrieken, op nieuwssites en weblogs, en het gaat nooit over grammatica. Het gaat steeds over d's en t's, over tussen-ennen, en over die verfoeilijke en talloze spellingwijzigingen, die zo onlogisch zijn dat iedereen de weg kwijt is. Of dat het voldoende is dat mensen begrijpen wat je bedoelt (dat zou inderdaad al heel wat zijn), en dat mensen niet zo moeten zeuren omdat het allemaal overdreven is. Maar grammatica, ho maar.


Een enkeling doet nog een dappere poging door te wijzen op groter als/dan, maar daar is de koek zo'n beetje mee op. Dat is blijkbaar de hoogste vorm van grammatica.


Spelling en grammatica, het lijkt wel een setje, zoals Jeltje van Nieuwenhoven dat bij het Groot Dictee zo treffend zei, net als pijl-en-boog of kop-en-schotel. Spelling-en-grammatica, een mooie toevoeging bij de volgende aanpassing van het Groene Boekje over tien jaar.


Hoe is het gesteld met onze kennis van de grammatica? Nou, op de eerste plaats moet je vaststellen dat blijkbaar niemand weet wat grammatica eigenlijk is. Het valt te vrezen dat veel mensen het onsamenhangende en krakkemikkige setje van schoolregels voor clichégevallen beschouwen als "de grammatica van het Nederlands". Groter dan in plaats van groter als, u hebt in plaats van u heeft (of andersom), foutieve samentrekkingen, een aantal is in plaats van een aantal zijn (of andersom, of mag allebei), hun of hen, omdat of doordat, het lijstje is oneindig en de toptien is al jaren hetzelfde.


Nou is het niet mijn bedoeling om denigrerend te doen over schoolregels (dat is mij al eens verweten), maar misschien kan ik iemand ervan overtuigen dat ze op zijn best gezien kunnen worden als normen voor "goed taalgebruik". Daar zou ik het ook nog wel eens over willen hebben, maar nu even niet. Wat ik maar wil zeggen is: deze regels hebben bijzonder weinig met grammatica te maken.


Toch is de kennis en de beheersing van de grammatica in al deze kwesties wel degelijk van belang. Zoals ik al eerder beweerde: om over taal te kunnen praten heb je grammaticale termen nodig. Ook als je het over de spelling van d/t wil hebben, moet je weten wat een persoonsvorm is, en een onderwerp, of een voltooid deelwoord. Als je het wilt hebben over groter als of groter dan moet je weten wat een bijvoeglijk naamwoord is, en een vergrotende trap. Om nog maar te zwijgen van wat je allemaal moet weten, wil je een beetje mee kunnen praten over de kwestie hun of hen.


Onderzoek toont steeds maar weer aan dat de beheersing van grammaticale vaardigheden je niet meteen tot een betere speller of een superieure stilist maakt. Dat zal allemaal best waar zijn, maar wil je ooit lessen in spelling en stijl kunnen volgen, zonder dat je jezelf een eindeloos rijtje van betekenisloze ezelsbruggetjes eigen moet maken, dan is de beheersing van de grammaticale analyse geen overbodige luxe.

9 opmerkingen:

  1. Ik snap niet dat mensen zeggen dat men niet zo moet zeuren!! Zelfs bij mijn oude werkgever zag ik mijn collega's brieven schrijven: "Geachte heer D. Visser (aaaargh, kan iemand uitleggen dat hartstikke fout is), na aanleiding van (aaaargh... voor aanleiding van? waar hebben we het over)..." En als ik er wat van zei, kreeg ik te horen dat ik niet moest zeuren en dat het prima was zo. Sorry??

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Sheila: je hoort mij niet zeggen dat je niet mag zeuren.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat is er eigenlijk mis met "Geachte heer D. Visser"? (Ik neem aan dat die knakker Damir, Dennis of David van zijn voornaam heet en dat 'D.' niet de afko. voor 'de' is.)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Om nog even terug te komen op het uitgekauwde 'een aantal is/zijn'-onderwerp:
    taalkundig gezien zijn ze dan wel beide goed, maar een toenemend aantal taalgebruikers beschouwt de 'zijn'-vorm als incorrect. Dat is inclusief veel docenten Nederlands op het voortgezet onderwijs, waarvan je mag verwachten dat ze ervoor gestudeerd hebben. En als veel mensen een bepaalde constructie fout vinden, kan hij dan nog wel als grammaticaal juist worden aangemerkt? Immers, grammatica behoort be-, niet vóórschrijvend te zijn. Als een meerderheid van taalgebruikers vindt dat haar taal 'een aantal zijn' niet toelaat, is het logische gevolg dan niet dat dit wordt gereflecteerd in de grammatica's?
    -
    Overigens kunnen studenten de bal gerust terugkaatsen; ik heb tot nu toe misschien één college meegemaakt waarvan de Powerpointpresentatie geen spelfouten bevatte.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @Noorderling: dat is waar. Als een grote meerderheid in de taalgemeenschap vindt dat 'een aantal zijn' fout is (en daarnaar handelt), dan zou de grammatica daarin mee moeten gaan. Maar in dit geval wil ik daar toch twee opmerkingen bij maken:
    1. Jij zegt: "een toenemend aantal taalgebruikers beschouwt de 'zijn'-vorm als incorrect." Dat is nieuw voor mij. Uit alle tellingen die ik ken of doe blijkt juist dat men in meerderheid de zijn-vorm gebruikt. Waar haal jij die toename vandaan? Zelf opgemerkt?
    2. Het stukje dat ik hierover schreef ging er juist over dat taalcritici niet doen wat jij zegt: kijken naar wat mensen werkelijk vinden of doen. Ze passen een versteend regeltje toe, desnoods tegen hun taalgevoel in, en zonder na te denken over waar dat vandaan komt. Op dit punt kan ik het dan ook alleen maar hartgrondig met je eens zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Over punt 1:
    Dat is inderdaad een eigen observatie. Als ik tegenwoordig in een dialoog toevallig "een aantal (...) zijn" laat vallen, resulteert dit vaak in een "een aantal IS!"-tussenwerping van mijn gesprekspartner - veel meer dan vroeger, schijnt mij toe.
    Wat ik me net wel bedenk is dat ik zelf natuurlijk steeds ouder word, en daarmee ook de mensen waarmee ik omga. En van een 20-jarige student (met de lessen Nederlands van VWO6 nog vers in het geheugen) is het logischerwijs eerder te verwachten dat 'ie je even probeert te pakken op een taalfout dan van een 14-jarig schoolkind dat überhaupt nog geen oor heeft voor taalsubtiliteiten.
    Toch doet dit mijn argument niet helemaal teniet. Hoeveel van de mensen die 'een aantal zijn' in spreektaal toepassen denken ook daadwerkelijk dat ze de/een correcte vorm gebruiken? Op straat zullen veel mensen de gewraakte constructie bezigen, maar schrijven ze in hun scriptie dan toch niet stiekem 'een aantal is' op, omdat ze de andere vorm als incorrect verwerpen? Vergelijk dit met het gebruik van 'hun' als nominatief ("hun zijn te laat"): als het goed is heeft het meerendeel van de mensen die dit doen op school geleerd 'dat het eigenlijk fout is'.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @Noorderling: je kunt van alles veronderstellen (dat geldt voor mij natuurlijk ook), maar als je het zeker wilt weten moet je het onderzoeken. Wat jij nu beweert is: mensen gebruiken misschien wel in meerderheid 'een aantal zijn', maar als ze erover nadenken vinden ze 'een aantal is' eigenlijk beter, of ze denken dat dat "officieel" beter is.
    Dat zou je kunnen nagaan in een experiment, al zal het nog niet meevallen om die twee meningen die ik net noemde, uit elkaar te houden.
    Wat je niet kunt onderzoeken is of dit anders is dan tien jaar geleden. Je geheugen is onbetrouwbaar. Hoogstens zou je een leeftijdseffect in je onderzoek kunnen vinden, dat ouderen er anders over denken dan jongeren. Maar wat dat weer zou betekenen is onduidelijk.
    Maar bij welke uitkomst dan ook: wat zouden we daarmee moeten doen? Zou jij inderdaad voorstellen om 'een aantal zijn' ongrammaticaal te noemen als iedereen het gebruikt maar de meeste mensen een verkeerd regeltje kennen? De regels, hoe fout ook, zijn heiliger dan de praktijk van het taalgebruik?

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Ho, begrijp me niet verkeerd. Ik 'beweer' niet dat mensen zo over de kwestie denken, ik voer slechts een hypothese aan. Precies zoals je zegt kan de eventuele geldigheid hiervan alleen getoetst worden met een onderzoek.
    Over de vraag wat met de uitkomst te doen. Dat is inderdaad een zinnige vraag. Aan de ene kant is het natuurlijk zinloos om de constructie, die veel mensen gebruiken en die nog grammaticaal goed is ook, nu maar te gaan verbieden omdat anderen vasthouden aan hun schoolregels. De andere kant is echter dat veel mensen 'is' als de enige juiste vorm beschouwen, en hun studenten daarop afrekenen. De beste oplossing is om deze mensen te onderwijzen, maar krijg dat maar eens voor elkaar. De een-na-beste oplossing lijkt me dan om in grammatica's te vermelden dat 'is' de voorkeur heeft in formele teksten, om de 'puristen' te plezieren. Wat overigens al in enkele schrijfwijzers wordt gedaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. @Noorderling: sterker nog, dat wordt in vrijwel alle schrijfwijzers gedaan (zie ook de taaladviezen online).
    Ik weet trouwens niet of er wel een "oplossing" is. Ik denk dat het in ieder geval geen kwaad kan om af en toe eens stevig te zeggen wat je ervan vindt. Als je dat zo kunt doen dat veel mensen het daarmee eens raken, is dat ook al een vorm van onderwijs.

    BeantwoordenVerwijderen