zondag 14 januari 2007
Aan de directeur van de school
Geachte [naam verwijderd],
het inspectierapport van de visitatiecommissie voor het aquatisch onderwijs geeft mij aanleiding tot enige bezorgdheid ten aanzien van de inhoud van de lessen aan uw instelling. In het bijzonder gaat het om de Aquatic Survival Course, die door een team van bevoegde badmeesters en -juffrouwen wordt gegeven. Ik stel vast dat de inhoud van deze cursus op gespannen voet staat met de leerdoelen.
Kerndoel van de Aquatic Survival Course is dat de leerlingen de vaardigheid verwerven om snel en efficiënt uit het water te komen. De lessen zijn echter voor een belangrijk deel gevuld met het aanleren van vaardigheden als de verschillende typen zwemslagen (schoolslag, borstcrawl, watertrappelen), die niet voldoende gericht zijn op de leerdoelen. Daarnaast bevatten de meeste lessen zelfs oefeningen waarbij leerlingen in het water leren springen, hetgeen nota bene tegengesteld is aan het doel van de cursus.
Uw argumentatie dat leerlingen door al die vaardigheden een vaag soort "zelfbewustheid in het water" ontwikkelen, die hen tevens in staat zou stellen om beter de kant te bereiken, wordt niet door wetenschappelijk onderzoek ondersteund. Integendeel, onderzoek toont steeds weer aan dat er een negatief statistisch verband is tussen de beheersing van al deze vaardigheden en de snelheid waarmee de leerlingen uit het water komen. Zo blijkt uit een groot opgezet Zweeds onderzoek dat meer aandacht voor deze vaardigheden ertoe leidt dat leerlingen de neiging hebben om zich veel langer in het water op te houden dan strikt noodzakelijk is. En u weet dat daarbij het verdrinkingsgevaar globaal gezien evenredig toeneemt. Uiteindelijk verdrinkt iedereen die te lang in het water blijft.
De overdreven aandacht voor de verschillende zwemslagen, die naar het oordeel van de commissie een gevolg is van de persoonlijke liefhebberijen van een klein aantal docenten, verhindert ook dat aandacht wordt besteed aan zaken die meer aansluiten op de belevingswereld van de leerlingen, en die zich in de onmiddellijke omgeving van het water bevinden: de rijkdom van de natuur op de wateroever, het uitzicht over de watervlakte, en het ruisen van de verschillende soorten bergbeekjes. Al deze zaken blijven onderbelicht, terwijl gebleken is dat leerlingen het vaak heel leuk vinden om zelf dingen te ontdekken en met de vreemdste dingen komen aanzetten als ze zelf op onderzoek mogen uitgaan.
Ik wil u dan ook graag aanbevelen om in uw Aquatic Survival Course meer aandacht te besteden aan het samen ontdekken van de rijkdom rond het water, en de zwemslaginstructie tot het minimaal noodzakelijke te beperken. Tevens geef ik u in overweging om het in het water springen helemaal te schrappen, omdat dat het bereiken van de leerdoelen nodeloos compliceert en bovendien niet aansluit op de belevingswereld van de leerlingen.
Over een jaar zal de commissie uw instelling opnieuw visiteren, en zien of er een realistisch verbetertraject is ingezet. Mocht dit niet het geval zijn, dan zal ik bezien welke maatregelen er van overheidswege genomen kunnen worden om de kwaliteit van uw instelling te verbeteren. Ik vertrouw er echter op dat het zover niet zal hoeven komen.
met vriendelijke groet,
de inspecteur voor Aquatisch Onderwijs,
[naam onleesbaar]
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Of iedereen heeft inmiddels zo zeer de buik vol van competentie-gericht onderwijsgedoe dat men niet meer de energie op kan brengen om op je stukje te reageren, of niemand herkent het nog als zodanig, of het is inmiddels toch een heilig huisje geworden.
BeantwoordenVerwijderenIk hoop maar op het eerste...
@Jos van Liempd: het kan natuurlijk ook zijn dat je onder de tafel ligt van het lachen... Dat hoop ík dan weer.
BeantwoordenVerwijderen@Taalprof: dat heb je dan weer precies goed gehoopt ;-)
BeantwoordenVerwijderen