donderdag 16 november 2006

Taalprof geeft stemadvies



Jammer dat het een beetje te laat is, maar ik had eigenlijk een paar maanden geleden de Partij voor de Bepaling van Gesteldheid (PvdBvG) moeten oprichten. In de polls op deze website in de linkerkolom staat dit zinsdeel namelijk al maanden op een treurige laatste plaats.


Wat betekent dat? De bijbehorende vraag is: Ik heb het meeste moeite met..., heeft dus niemand moeite met de bepaling van gesteldheid? Ik vrees dat het erger is. Niemand kent de bepaling van gesteldheid. Dit zinsdeel krijgt niet eens de káns om moeilijk gevonden te worden. Dieper kun je als zinsdeel toch niet zinken. Daar moet iets aan gedaan worden!


Een tijdje geleden ontstond er in dit logje enige discussie over de constructie iets vol proppen. Een aantal mensen vonden dat hier sprake was van één werkwoord volproppen, terwijl de taalprof koos voor de bepaling van gesteldheid vol. Grote consternatie, ontevreden geluiden, waarom moet dat zo ingewikkeld, doe toch normaal, moeten we daar onze kostbare lestijd aan besteden, kortom: er bestond enige weerstand tegen de bepaling van gesteldheid. Waarom?


Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat de bepaling van gesteldheid (en zeker de resultatieve werkwoordbepaling) zich graag tegen het werkwoord aanschurkt, en in veel gevallen sterk te indruk werkt samen met het werkwoord één woord te vormen. Iets leuk-vinden, iets kapot-maken, iets weg-sturen, iets open-maken. In al deze gevallen is het resultaat dat iets leuk is, of kapot, of weg, of open, als resultaat van wat je doet. Dat is een duidelijk predicatief verband. In sommige gevallen schrijf je dat predicaat vast aan het werkwoord, en in andere gevallen niet (en in sommige gevallen twijfel je).


Al deze gevallen lijken mij heel erg te verschillen van "echte" scheidbaar samengestelde werkwoorden. Neem nou eens de constructie iets vol-houden. In de normale lezing (werkwoord volhouden) is er toch echt geen sprake van, dat er "iets vol is", nietwaar? Die lezing bestaat wel (Hou de glazen vol, ober!), maar dan schrijf je vol en houden ook zeker los. Het verschil tussen de bepaling van gesteldheid en het samengestelde werkwoord is bij volhouden heel erg duidelijk.


Als je in al die gevallen vol-proppen, leuk-vinden, kapot-maken, weg-sturen, open-maken het predicaat als bepaling van gesteldheid ziet, dan leg je de nadruk op de inhoud van de constructie. Zie je het domweg als deel van het werkwoord, dan laat je die inhoud links liggen, en ga je af op andere, vage gevoelens: de klank, de heersende opinie, de waan van de dag (of van het woordenboek). Dat lijkt me het verschil tussen stemmen met je hoofd of met je onderbuik.


Graag zou ik ervoor willen pleiten om ook in de zinsontleding te kiezen voor de inhoud. Kies voor de bepaling van gesteldheid, want die keuze geeft veel meer inzicht in de informatie die in de zin versleuteld zit. Stem voor inhoud, stem PvdBvG!




5 opmerkingen:

  1. Een aantal mensen vonden dat hier sprake was van één werkwoord volproppen, etc. etc.
    Zei de prof echt VONDEN?
    Dat moet zijn: een aantal mensen VOND!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Linda&Erik: Nee hoor, dat moet helemaal niet! Sterker nog: de taalprof vindt VONDEN een stuk beter. Lees de twee logs over de "eeuwige kwestie 'een aantal'":
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/07/eeuwige_kwestie.html
    http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/07/een_aantal_toev.html

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb op twee verschillende middelbare scholen gezeten (uiteraard niet tegelijk). Bep van Gestel (zoals de bepaling liefkozend werd genoemd) werd op de ene school wel onderwezen, maar op de andere niet!
    Niet alle scholen, zelfs op VWO-niveau, behandelen haar. Vandaar de relatieve onbekendheid van het fenomeen.

    BeantwoordenVerwijderen