woensdag 5 december 2007
De jeugd van tegenwoordig
Een goede (of een slechte) journalist zit nooit om een stevige uitspraak verlegen. Wat denk je van deze, uit een berichtje over het ontstaan van SMS: "Helaas is er ook een keerzijde: door SMS (en waarschijnlijk ook MSN) is de jeugd nog nooit zo slecht in taal geweest."
Mooi hè? Ik weet zeker dat er bij zo'n uitspraak door menig lezer instemmend geknikt zal worden. Zo is het! Die jeugd van tegenwoordig doet maar!
Misschien kan de taalprof hiervan maken: "Door wat voor oorzaak dan ook is de journalistiek nog nooit zo onzorgvuldig geweest." Daar klopt misschien meer van. Want hoe goed in taal was de jeugd van bijvoorbeeld 100.000 jaar geleden? Dat zal niet overgehouden hebben! O is dat overdreven? Honderdvijftig jaar geleden dan, toen 90% van de bevolking nog analfabeet was? Was de jeugd toen zoveel beter in taal? Wat betekent dat trouwens, "slecht in taal"? Kunnen de hedendaagse jongeren niet meer uit hun woorden komen of zo?
Ik denk dat je in een discussie met de journalist vrij snel tot de conclusie zou komen dat de uitspraak alleen maar over spelling gaat. Jongeren kunnen niet meer spellen, dat is de populaire opvatting. Die nooit fatsoenlijk bewezen is trouwens. Net zomin als de bewering dat jongeren vroeger wél konden spellen. Daar heb ik nog nooit een historisch onderzoek naar gezien. Ik ken wel studies van zo'n halve eeuw geleden waarin vastgesteld werd dat jongeren zoveel moeite hadden met het leren van de werkwoordspelling, maar die wijzen er dus eerder op dat het vroeger ook niet alles was. Ook in de zeventiger jaren gingen er overal stemmen dat het voor de jeugd allemaal zo moeilijk was om te leren spellen, en dat daarom de spelling "vureenvaudigt" moest worden.
Hiermee beweer ik natuurlijk ook niet dat jongeren (of volwassenen) tegenwoordig wél goed kunnen spellen. Ik zou het eenvoudigweg niet weten. Ik zie inderdaad veel foute spelling, maar misschien nog wel meer goede spelling. Er zijn zelfs op het internet maar weinig (misschien geen) voorbeelden te vinden van foute spellingen die frequenter zijn dan de bijbehorende goede spellingen. Dus ik weet het niet. Ik ken geen harde gegevens waarin de spellende jeugd van nu vergeleken wordt met die van pakweg twintig jaar geleden. En of SMS (of MSN) er iets mee te maken heeft, lijkt me al helemaal moeilijk vast te stellen. Dus zo'n journalist roept ook maar wat. Niemand die daar een vraag bij stelt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Het zou me trouwens niet verwonderen als blijkt dat die journalist op lange termijn regelrecht ongelijk krijgt en dat sms'en en chatten net ervoor zorgen dat jongeren beter worden in taal. En met 'beter in taal' bedoel ik creatiever, inventiever, niet spellingvaster.
BeantwoordenVerwijderenEr is tegenwoordig veel aandacht voor jongerentaal en er wordt zelfs onderzoek gedaan naar jongerentaal in het verleden. Daaruit blijkt dat jongeren altijd een eigen taalgebruik hebben gehad, waarvan een aantal elementen een korte tijd algemeen gebruikt worden en relatief snel vervangen worden door nieuwe. Maar een aantal elementen blijven bewaard en worden opgenomen in het standaardtaalgebruik. Voorbeelden - uit het blote hoofd, de literatuur erover zit nog ingepakt in kartonnen dozen - zijn woorden als 'leuk', 'gezellig' (twee adjectieven die sommige mensen als kenmerkend voor de Nederlandse aard beschouwen, nota bene), 'fuif', 'aanrader', 'afnokken', 'het helemaal maken', ...
Een aantal ervan bestonden al langer, maar de betekenissen die ze nu hebben, zijn te danken aan de jongerentaal. De invloed van de jongerentaal - of jongerentalen - op de standaardtaal is wellicht groter dan algemeen gedacht wordt.
Dus: jongeren hebben altijd hun eigen taalgebruik gehad. En je kon/kunt als jongere scoren bij je leeftijdsgenoten als je creatief bezig was/bent met jongerentaal, als je nieuwe woorden en uitdrukkingen introduceerde/introduceert.
Dat is altijd al zo geweest, maar het verschijnsel was tot voor kort beperkt tot de spreektaal. Sms en msn mogen dan nauw aansluiten bij die spreektaal, ze hebben in ieder geval heel veel schrijftaalelementen. Dankzij die twee verschijnsels schrijven jongeren veel meer dan vroeger. Dat is een eerste punt.
Een tweede punt is dat jongeren nu kunnen scoren bij leeftijdsgenoten door creatief bezig te zijn met (een vorm van) schrijftaal. Een aantal jongeren zullen dat met enthousiasme doen en er heel goed in worden. Als die later aan de slag gaan als copywriter, journalist of redacteur, zullen ze snel genoeg inzien dat ze in het 'gewone' leven een ander taalregister moeten aanspreken dan wat ze gewend waren bij het sms'en en chatten - dat zullen hun hoofdredacteuren hen wel inpeperen. Ik heb er een goed oog in dat ze er wel in zullen slagen om over te schakelen op het standaardtaalregister - of iets wat daar erg op lijkt - en dat ze hun creatief bezig zijn met taal zullen meenemen.
Ik ben oprecht nieuwsgierig naar de bijdrage die de creatieve sms'ers en chatters van nu zullen leveren aan de schrijftaal van morgen. Als we ze een kans geven en onze taalpuristische reflex een beetje in toom weten te houden - ja, ja, dat is een vreemde uitspraak van iemand als ik, ik weet het - zouden we wel een bijzonder interessante taalontwikkelingen tegemoet kunnen zien.
@Scrubs Scrubman: Je hebt gelijk: het klinkt inderdaad vreemd uit de mond van iemand die zich "taalpurist" noemt...
BeantwoordenVerwijderenMaar dat onderzoek is wel een gek verhaal. Ik heb dat berichtje vorige maand ook gezien op het Onze Taal-nieuws. Het ging over een Canadees onderzoek dat zou hebben aangetoond dat SMS- en MSN-taal juist de creativiteit in taal zou bevorderen. Nou is dat ook geen nieuw geluid, maar het lijkt mooi dat het eens goed is uitgezocht.
Helaas is dat nog niet zo gemakkelijk te controleren. Ik heb een tijdje gezocht wat dat nou voor een onderzoek was, maar het blijkt een lezing te zijn uit augustus 2006 van de Canadese linguiste Sali Tagliamonte, samen met een masterstudent Derek Denis. Die hebben 171 MSN-berichtjes van 70 scholieren uit Toronto linguïstisch geanalyseerd op een vijftal linguïstische factoren en vastgesteld dat het wel meeviel met het aantal acroniemen zoals lol en brb. Die zouden maar 2.44% van de woorden uitmaken. MSN-taal bleek een mengeling van elementen uit schrijftaal en spreektaal (dus niet alleen spreektaal zoals je zou denken). Meer kan ik er niet over vinden, want de lezing is zo te zien niet gepubliceerd (getuige de publicatielijst van Tagliamonte).
Al die speculaties over creativiteit komen zo te zien uit de interviews die de wetenschappers aan de pers hebben gegeven.
Nou zal ik ook niet meteen beweren dat je van SMS-en (waar het onderzoek dus helemaal niet over ging) of MSN-en NIET creatief zou kunnen worden, maar om nou te zeggen dat het allemaal keihard is aangetoond, dat lijkt me ook overdreven. Zo is er bijvoorbeeld geen vergelijking gemaakt tussen jongeren die niet MSN-en en jongeren die dat wel doen. Of jongeren vóór het MSN-tijdperk en huidige jongeren.