Wat doet de taalprof als hij geen blogs schrijft, vragen beantwoordt of anderszins reddend optreedt bij grammaticale nood? Dan doet hij wel eens een optreden in kleine kring, voor een select gezelschap. Daar zijn bijna nooit beelden van, maar op 26 november 2011 was er toch een camera mee naar binnen gesmokkeld.
Nu is de geest dus uit de fles. De kogel is door de kerk, de kat is uit de zak en de bonen zijn gemorst. De taalprof in bewegende lichtbeelden, compleet met audiospoor. Het is wel een half uurtje doorbijten, maar unieke ervaringen hoeven niet altijd maar even te duren: klik hier en het begint.
Super praatje!
BeantwoordenVerwijderenOok heel toepasselijk voor andere vakken.
Genot om naar te kijken en te luisteren.
Dat vraagt om meer...
Groet,
Rijk
Ik zie hier een betoog dat niet helemaal afgemaakt lijkt te worden. De opening zegt: je kunt wat je leert op school niet rechtvaardigen met een beroep op directe praktische toepasbaarheid: het rijtje mit nach nebst etc. helpt je in de praktijk niet op de camping. Tot mijn grote verbazing klopt dit niet: toen ik twintig jaar na mijn lessen Duits voor het eerst in mijn leven een echte conversatie in het Duits had (met een prof in de taalkunde, dus ik moest wel) bleek dat niet alleen heel aardig te gaan, ik merkte zelfs tijdens het gesprek hoe er allerlei regeltjes en weetjes die ik twintig jaar daarvoor in de klas uit een boekje had geleerd spontaan te hulp schoten en direct toepasbaar waren. De afsluiting zegt: we moeten niet alleen het blind toepassen van regeltjes trainen maar mensen tot werkelijk begrip brengen van hoe dingen werken en in elkaar zitten. (Overigens geldt dat misschien nog wel harder voor een vak als natuurkunde,)
BeantwoordenVerwijderenDat is wat slapjes. Wat je denk ik bedoelt is veel sterker: pas door begrip van algemene principes en mechanismen krijgt het leren van losse feitjes en trucjes zin en wordt het pas echt praktisch toepasbaar! Alleen omdat ik weet hoe het Duits werkt, doordat ik begrijp wat een derde naamval is, kan ik begrijpen wat zo'n rijtje betekent en kan ik het direct toepassen; alleen dat onderliggende begrip maakt het nuttig om dat rijtje überhaupt te onderwijzen.
@reinierpost: Wat jij zegt is ook waar, maar wat ik bedoelde had een andere lijn van redenering: ik zoomde in op die waarom-vraag, en ik probeerde eerst die te ontzenuwen door op te merken dat hij eerder een modale lading heeft dan dat het een werkelijke vraag naar het nut is. In dat kader merkte ik op dat een direct nut er meestal niet is. Jij merkt terecht op dat je bij werkelijk begrip ook snapt wat er achter al die vuistregeltjes en ezelsbruggetjes zit, en daar kwam ik in dit betoog inderdaad niet aan toe. De lijn die ik volgde was: de waaromvraag is geen echte vraag omdat het directe antwoord niet bestaat; het is een klacht over het saaie onderwijs dat het gevolg is van verkeerde didactiek. Als we de goede didactiek kunnen vinden leidt dat tot echt begrip en wordt het weer leuk, waardoor die hele waaromvraag naar de achtergrond verdwijnt. Dat hij dan eigenlijk ook te beantwoorden zou zijn (zoals jij doet), wordt dan ineens ook minder relevant.
BeantwoordenVerwijderenHet probleem met jouw argumentatie, in retorische zin dan, lijkt me dat je die moeilijk kunt verkopen. Zeker niet aan onderwijsonderzoekers, die zullen vragen hoe je die toepasbaarheid dan kunt meten. Ik kan moeilijk een experiment bedenken waarin je eerst meet hoe goed het begrip is van die algemene mechanismen en vervolgens hoe toepasbaar dan toch weer die ezelsbruggetjes zijn die je eerst vermeden hebt om dat betere begrip aan te leren. Ja, ik stel het misschien een beetje grotesk voor, maar ik vind het echt moeilijk om hier iets voor te bedenken.
Ik denk dat het ook niet voor niks is dat die discussie over het nut van grammaticaonderwijs al zo lang aansleept. Eenvoudige antwoorden bestaan niet. Vind je grammatica leuk, dan vind je altijd een manier om het voor jezelf te legitimeren. Vind je het niet leuk, dan kun je elke legitimatie ter discussie stellen. Mijn strategie is om te proberen de vraag te voorkomen.
Misschien reageer is zo omdat ik het in mijn hart helemaal met je eens ben, maar juist dat verhaal moeilijk te verkopen vind. We kunnen werkelijk niet van alle lerlingen verwachten dat ze bewondering voor het Platonische lichaam van de grammatica op kunnen brengen, net zo min als we van alle leerlingen kunnen verwachten dat ze een wiskundeknobbel hebben of goed kunnen leren programmeren. En ook vind ik het essentieel om er op te blijven hameren dat de namen en mechanismen die je onderwijst alleen tot doel hebben iemand taalvaardiger te maken: de enige rechtvaardiging dat iemand op de middelbare school bij Duits leert wat een vierde naamval is, vind ik, dat die iemand daardoor beter Duits leert.
BeantwoordenVerwijderen@Reinier Post: Ik ben het wel met je eens, maar die rechtvaardiging zie ik iets indirecter. Voor mij is een onderdeel van taalvaardigheid dat je, om het maar eens officieel te formuleren, kunt reflecteren op de taalvorm. Simpeler gezegd: je moet redacteur van je eigen taalgebruik kunnen zijn. Dat daar een vaardigheid bij hoort om de structuur van de taalvorm te analyseren, spreekt dan vanzelf. In dat kader zie ik de legitimering van grammaticaonderwijs.
BeantwoordenVerwijderen