zaterdag 21 april 2012
Nog steeds helemaal geweldig
De taalprof laat ook wel eens iets liggen. Vooral in het vuur van een discussie gaat hij vaak alleen op de kern van de kwestie in, en neemt hij niet de tijd om alle subtiliteiten rustig uit te spinnen. Maar gelukkig, de tijd kent geen einde en de taalprof heeft alle tijd. Op den duur komt alles nog een keer langs en krijgt hij de kans om ook dit sluiertje op te lichten.
Op 2 september 2006 schreef de taalprof een venijnig stukje tegen een columnist van de Elsevier, die een grammaticale analyse had gepubliceerd van de taalvormen helemaal geweldig en helemaal gratis. Hij noemde dat overtreffende trappen en een uitwas van onze emo-cultuur (hoe zou het daar trouwens mee zijn?) De taalprof ging alleen in op het bezwaar dat je woorden als geweldig en gratis niet zou mogen versterken, maar hij liet daarbij iets interessants liggen: want helemaal geweldig is wel een beetje vreemder dan helemaal goed. Hoe zit dat?
Gisteren stelde een docent Nederlands als tweede taal een vraag die de zaak weer oprakelde. Zij merkte op dat haar cursisten op de vraag Heeft het gesmaakt? vaak Helemaal! antwoordden. Dat klinkt toch minder goed dan hetzelfde antwoord op de vraag Ben je tevreden? Zeker in een context waar het om taalnorm gaat zou je cursisten toch graag willen uitleggen wat hier de norm is. Dus nogmaals: Hoe zit dat eigenlijk?
Om met de vaststelling uit 2006 te beginnen: helemaal is inderdaad een versterkend bijwoord. Als je het als antwoord op een vraag gebruikt is het de versterking van de bevestiging. Je zegt ja, maar je versterkt dat in hoge mate. De gebruikelijke versterking jazeker is blijkbaar te gewoontjes, en misschien hebben mensen iets tegen het al te frequente ja, dus gebruiken ze Helemaal! Niks bijzonders, op het eerste gezicht. Maar er is meer aan de hand.
Helemaal past niet bij elke vraag. Dat is misschien in het voorbeeld niet zo heel erg duidelijk, maar je kunt gemakkelijk een minimaal paar vinden. Als iemand vraagt Heb je de taart opgegeten? dan kun je daar heel goed enthousiast op antwoorden Helemaal! Niks mis mee. Maar als de vraag is Heb je van de taart gegeten? dan is dat antwoord een stuk slechter.
De doorgewinterde taalwetenschapper herkent het contrast. Het verschil tussen de taart opgegeten en van de taart gegeten is een klein aspectueel betekenisverschil dat teliciteit wordt genoemd. Dat wil zeggen dat er een eindpunt is. De taart opgegeten is telisch, want er zit een eindpunt in opgesloten, en van de taart gegeten is niet-telisch.
Let op: dit is iets anders dan voltooidheid. Als je zegt ik heb van de taart gegeten is dat voltooid, hetgeen betekent dat je daarmee opgehouden bent, maar bij ik heb de taart opgegeten is dat einde definitief. Kijk maar: je kunt gemakkelijk een zin maken als Ik heb vanmorgen van de taart gegeten, en ik ga daar nu mee door, maar niet Ik heb vanmorgen de taart opgegeten, en ik ga daar nu mee door. Of, zoals het ook vaak uitgelegd wordt: je kunt best bij twee gelegenheden van één en dezelfde taart eten, maar je kunt niet bij twee gelegenheden één en dezelfde taart opeten.
Helemaal is dus een versterkende bevestiging van een telische betekenis die in de vraag zit. Dat verklaart het verschil tussen Heeft het gesmaakt? Helemaal! en Ben je tevreden? Helemaal! Blijkbaar wordt tevredenheid als een telische ontwikkeling gezien: je wordt steeds tevredener, totdat je een punt hebt bereikt dat het niet meer tevredener kan. Bij goed smaken is blijkbaar het gevoel dat het altijd beter kan. Zelfs lekker lijkt niet telisch. Op de vraag Was het lekker? is Helemaal! helemaal niet zo'n goed antwoord.
Dit verklaart ook waarom de ontkennende variant altijd wel prima is: Helemaal niet! is altijd een goed antwoord, omdat het bereiken van de niet-toestand altijd telisch is: het eindpunt is namelijk de totale ontkenning.
Maar deze observatie rakelt dus ook de kwestie Helemaal geweldig! op. Want helemaal geweldig is dus niet zomaar een versterking van geweldig, het zou een versterking van de teliciteit van geweldig moeten zijn. De vraag is dan: is geweldig wel telisch?
Als je gaat kijken naar combinaties van helemaal met bijvoeglijke naamwoorden of bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden, dan zijn er die heel natuurlijk klinken, maar er zijn er ook die vreemd aandoen: helemaal tevreden, helemaal dood, helemaal duidelijk, helemaal zeker, helemaal verdwenen, en zelfs iets als helemaal verhuisd, dat klinkt allemaal prima. Stuk voor stuk ontwikkelingen met een duidelijk eindpunt. Maar helemaal leuk, helemaal lief, helemaal boos, helemaal oud, dat is allemaal gekker.
De betekenis van helemaal wordt duidelijk bij neutrale bijvoeglijke naamwoorden als groen. Zeg je Helemaal groen vind ik die muur niet mooi, dan heb je het niet zomaar over een bepaalde mate van groenheid van de muur, dan heb je het erover dat er geen plekje is overgeslagen. Je ziet het groen worden van de muur als een proces, niet zozeer dat de hele muur langzaam groener kleurt, maar dat alle vlakken op de muur ingevuld worden met de kleur groen. En aan dat invulproces zit een duidelijk einde.
Er zijn dus bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden die van zichzelf al telisch zijn, maar er zijn er ook die zich niet verzetten tegen toevoeging van die telische betekenis: er zit enige rek in. Ik kan me bijvoorbeeld heel goed voorstellen dat je best bereid bent om lekker te verbinden met teliciteit. Dan zeg je: voor mij is er een punt waarop het niet lekkerder kan. Op hetzelfde moment kun je ook spreken van helemaal lekker.
De vraag is nu wat er aan de hand is bij helemaal geweldig. Er zijn twee mogelijkheden: ofwel mensen beschouwen geweldig hier als een begrip waar een eindpunt aan zit, ofwel het woord helemaal is afgezwakt tot een gewoon versterkend bijwoord. Het zou kunnen zijn dat het laatste het geval is. De cursisten van de vragensteller van gisteren voelen het zelfs heel waarschijnlijk zo aan: die hebben de versterking wel, en de teliciteit van helemaal (nog) niet opgepikt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Ik kan me voorstellen dat wie op dit moment Nederlands leert, niet uit een boekje maar van niet al te academisch geremde sprekers, volstrekt niet oppikt dat helemaal ooit telisch van aard was. Helemaals teliciteit sterft uit met de huidige middelbare generatie, geloof ik.
BeantwoordenVerwijderenMisschien kun je ook een verwante observatie in spraakkunstige terminologie voor gevorderden gieten:
Zoals 'tamelijk' (vermoed ik althans) ooit van een verplicht positieve betekenis naar een neutrale is verschoven (ooit alleen 'tamelijk nette jas', nu allang ook 'tamelijk gore jas'), is dat tijdens mijn leven ook met 'redelijk' gebeurd: 'redelijk vies' klinkt mij althans nog altijd een klein beetje gek in de oren, terwijl 'redelijk lekker' geen enkel rood of oranje lampje doet opgloeien.
@Gaston Dorren: Ja dat kan ik me ook wel voorstellen. Maar aan de andere kant: teliciteit is wel een universeel begrip, dat hoort bij het aspectuele systeem: van een gebeurtenis kun je het begin, de duur en het einde nader uitdrukken. En het tijdsverschil tussen telisch en niet-telisch vindt een parallel in het verschil tussen telbaar en niet-telbaar: als je van de taart eet, en je doet er dan nog eens 'van de taart eten' bij, dan heb je nog steeds van de taart gegeten. Heb je daarentegen de taart opgegeten en je eet dan nog eens de taart op, dan heb je twee taarten opgegeten. Zelfde verschil als dat water bij water gewoon water blijft, maar een druppel bij een druppel twee druppels wordt.
BeantwoordenVerwijderenVanuit die gedachtengang kan ik me ook voorstellen dat taalleerders onbewust letten op dit soort betekenisaspecten. Dat sommige in de taal minder zichtbaar zijn zorgt dan wel voor vertraging in die ontwikkeling, maar ik denk dat je tweedetaalleerders onderschat als je denkt dat ze dit niet zouden kunnen oppikken. Uit onderzoek is wel gebleken dat ook late leerders in staat zijn om niet-prominente, vrij subtiele regels op te pikken, zelfs als die regels niet in de grammaticaboekjes staan.
Waarschijnlijk van 'Totally Awesome"
BeantwoordenVerwijderen@GD: Ik zie de noodzaak niet van deze verklaring. Waarom komt het dan niet van 'ganz toll' (komt bijna net zo vaak voor) of 'absolument fabuleux' (ook een filmtitel)? Het lijkt me een heel gewone ontwikkeling, die daarom ook wereldwijd bestaat. Dat hoeft niet allemaal van elkaar afgeleid te worden.
BeantwoordenVerwijderenDe eerste televisie die ik kocht met een ongebogen beeldscherm werd verkocht met de aanduiding 'plat beeldscherm'.
BeantwoordenVerwijderenDe tweede televisie met zo'n beeldscherm werd verkocht als zijnde 'helemaal plat'.
En de laatste is volgens de brochure 'nog platter' dan de vorige.
Plet mij maar plat.
@fransamsterdam: Ja, er zit ook iets telisch in televisies, blijkbaar, en ook daar zit enige rek in.
BeantwoordenVerwijderenJa, 'helemaal dood' klinkt goed, maar eigenlijk alleen gebezigd door kinderen die een dier vinden ofzo. Op de vraag 'Is-tie dood?' antwoorden 'Helemaal', dat ligt al een stuk gevoeliger, laat staan als het gaat over oma in het ziekenhuis.
BeantwoordenVerwijderenVoor mijn taalgevoel maakt het tevens verschil (vergelijk uw voorbeelden) of er in zo'n geval 'Was ze dood?' wordt gevraagd, m.a.w. hoe de overledene is aangetroffen, waarop de oorspronkelijke verteller en ooggetuige 'Helemaal' kan beamen tegenover de luisteraar die daar niet bij was.
Maar nu: 'overlijden' en 'sterven', die zijn als ik u goed begrepen heb toch ook telisch? Dus als het 'm daarin zit, waarom maakt het dan verschil of de vraag luidt 'Is ze gestorven' of 'Is ze overleden'? In beide gevallen is 'Helemaal' een ongemakkelijk antwoord, maar voor 'overlijden' klinkt het net iets minder onjuist dan voor 'sterven'.
@Straatduif: Ik denk dat je uit jouw observaties de conclusie zou moeten trekken dat in onze taal de dood van mensen als niet-telisch wordt gezien, dus eerder als een geleidelijke overgang naar een andere toestand. Dat zit ook wel een beetje in de etymologie van 'overleden,' dat ruwweg geëvolueerd is vanuit een betekenis 'overgegaan.' dat zal ongetwijfeld cultureel bepaald zijn, maar wat eruit spreekt is: de dood is niet het einde.
BeantwoordenVerwijderen