vrijdag 23 februari 2007
Vrijdag van het Voegwoord verloopt zonder incidenten
De Vrijdag van het Voegwoord verloopt tot nu toe in het hele land zonder incidenten. De meeste problemen werden verwacht bij de traditionele Voegwoordenparade in Amsterdam, waar een bonte stoet van kleurrijke, meest onderschikkende voegwoorden door de grachten trok, met verbazing gadegeslagen door de buitenlandse toeristen. Voegwoorden als hoewel, ofschoon, terwijl en aangezien stalen de show, maar ook de "gewonere" voegwoorden zodat, nadat, voordat en als deden dapper mee, evenals de onafscheidelijke omdat en doordat.
In Den Haag onstond enige opschudding bij een demonstratie van boze bijwoorden aan het Lange Voorhout, waar het bijwoord bovendien een petitie aanbood aan de algemeen secretaris van de Taalunie, Linde van den Bosch.
In deze petitie eisten zij erkenning als voegwoorden op grond van het feit dat zij immers ook zinsdelen met elkaar konden verbinden. Zoals bovendien het formuleerde: "Waarom dus wel en wij niet?" Ook hoelang, waarom en wanneer konden niet begrijpen dat totdat, omdat en indien wel voegwoorden genoemd werden en zij niet.
Gelukkig kon mevrouw Van den Bosch escalatie voorkomen door haar heldere uitleg dat je, om erkend te worden als voegwoord aan drie criteria moet voldoen: Je moet zinnen met elkaar verbinden, je moet één, ononderbroken woordgroep vormen met het zinsdeel waar je het eerste woord van vormt, en je mag geen enkele rol spelen in, of invloed uitoefenen op het zinsdeel waar je deel van uitmaakt. Een bijwoord als bovendien voldoet wel aan het eerste criterium, maar niet aan het tweede, óf niet aan het derde. Immers, als je zegt het regent, bovendien sneeuwt het, dan sneuvelt bovendien op de woordvolgorde (want de tweede zin staat in een andere volgorde dan de eerste), en zeg je het regent, bovendien: het sneeuwt, dan faalt bovendien op het tweede criterium, want er is een duidelijke intonatiescheiding tussen bovendien en de tweede zin.
De algemeen secretaris deed ook nog de toezegging dat de protesterende bijwoorden een aparte status konden krijgen van verbindingswoord, een categorie waar niet alleen de voegwoorden, maar ook de betrekkelijke voornaamwoorden, en dus de verbindende bijwoorden onder vallen. Dat is dan wel geen officieel voegwoord, maar het vormt wel de erkenning van de bijzondere rol die deze woordjes in de opbouw van de zin vervullen.
De Taalunie zal ervoor zorgen dat in het hele land verbindingsfunctionarissen worden aangesteld, die het verbinden van zinsdelen moeten stimuleren, en verbindende bijwoordjes moeten helpen om eventueel de overstap naar de hogere klasse van de voegwoorden te maken. Tot nu toe is dat alleen dus gelukt, en wanneer, maar dat laatste alleen in de betekenis "indien" en niet als het betekent "op welk tijdstip".
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Volgens mij ben ik nu de weg kwijt (en dat vind ik toch wel kwalijk).
BeantwoordenVerwijderenEr zijn toch voegwoorden waardoor de volgorde van het zinsdeel waar ze bij horen verandert?
Kijk naar hoewel
(Hoewel hij arm is, is hij gelukkig)
@heylane: misschien zeg ik het wat ongelukkig. Voor beide soorten voegwoorden geldt dat ze geen invloed op de woordvolgorde hebben. In het geval van 'hoewel' (en andere onderschikkende voegwoorden) geldt dat ze een bijzin in een andere zin "voegen". Die bijzin heeft inderdaad bijzinsvolgorde. Maar niet omdat er een voegwoord bij staat, maar omdat hij een bijzin is! En hij is een bijzin, niet omdat er een voegwoord in staat, maar omdat hij een zinsdeelfunctie vervult.*
BeantwoordenVerwijderenDe opmerking geldt natuurlijk vooral voor de nevenschikkende voegwoorden. Die kunnen hoofdzinnen verbinden, zonder dat met name de plaats van de persoonsvorm hoeft te veranderen.
*Misschien moet ik dat nuanceren. In de moderne taalwetenschap is de bijzinsvolgorde inderdaad een gevolg van het voegwoord. Er zijn immers ook bijzinnen met hoofdzinsvolgorde (zoals de directe rede, 'hij zei: "Dat geloof ik niet"'). In dat geval geldt mijn opmerking dus alléén de nevenschikkende voegwoorden.
Gewoonlijk reageer ik niet..
BeantwoordenVerwijderenmaar aangezien dit ongezien voorbij is gegaan, pleit ik derhalve voor meer aandacht voor deze dag in de pers!
@jeroen: een traditie moet groeien, en een "vrije" dag is moeilijk te vinden. Zo hoorde ik vanmorgen dat het vandaag ook de Internationale dag van de Ontvoerden is. Volgend jaar een andere vrijdag!
BeantwoordenVerwijderenAh, ik snap 'm. Dankjewel
BeantwoordenVerwijderenLeuk geschreven!
BeantwoordenVerwijderenIk ben alweer veertig en ben vele wetenswaardigheden qua Nederlandse taal vergeten, maar bij het lezen van deze uiteenzetting leef ik weer helemaal op !
BeantwoordenVerwijderenEn wat vindt de taalprof hiervan?
BeantwoordenVerwijderenhttp://hoeiboei.web-log.nl/hoeiboei/2006/08/wat_hij_zoeken.html
@Marjan: Wat de taalprof van die discussie vindt? Hij constateert in elk geval dat het niet over grammatica gaat, maar over goed en fout, en over het tijdschrift Onze Taal. De taalprof beperkt zich eigenlijk liever tot de grammatica. Ook "fout" Nederlands (wat Van der Sijs) "varianten" noemt, kun je met dezelfde grammatica ontleden als "goed" Nederlands.
BeantwoordenVerwijderenMaar als je toch een mening wilt: ik vond het niet zo prettig om te lezen. Ik vind ook niet dat Onze Taal "alleen maar wordt volgeschreven door taalpuristen", en ik denk aan de andere kant ook niet dat het gedomineerd wordt door "vijanden van de liefhebbers van onze Nederlandse moedertaal".
Maar waarom vraag je dit? De discussie is zo te zien uit augustus 2006.
De discussie is nog steeds actueel. Maar komt het doordat de inhoud u niet welgevallig is? Niet politiek correct genoeg? Het gaat hier wel degelijk om grammatica. Moeten we accepteren dat sommigen "Wat hij zoeken?" zeggen, i.p.v. wat zoekt hij? Merkwaardig.
BeantwoordenVerwijderen@marjan: niet politiek correct genoeg? Welk van de standpunten in deze discussie bedoel je dan?
BeantwoordenVerwijderenIk ben trouwens van mening dat het helemaal niet over grammatica gaat. Het gaat over correct en incorrect, goed en fout. De grammatica is de manier om te beschrijven hoe het in elkaar zit. De taalgemeenschap bepaalt wat correct is, niet de grammatica.
Ik neem aan dat de Nederlandse taalgemeenschap niet zo gauw zal accepteren dat sommigen 'wat hij zoeken?' zouden zeggen. Dat is misschien theoretisch wel mogelijk (er zijn talen die het wel zo doen), maar de grammaticale afstand tot het huidige Nederlands is zo groot dat zo'n verandering niet waarschijnlijk is. Zo gaan taalveranderingen niet, en dat was ook niet wat Nicoline van der Sijs beweerde. Die vroeg aandacht voor die varianten van het Nederlands, volgens mij zonder ervoor te pleiten dat we die varianten zouden omarmen als standaardnederlands. Maar ik begrijp dat de deelnemers aan de discussie dat teveel eer voor die varianten vinden.
Ik snap trouwens niet helemaal wat je in je tweede zin zegt: "Komt het doordat de inhoud u niet welgevallig is?" Komt wát daardoor? Dat ik mij liever beperk tot de grammatica? Maar dat heeft met die discussie niets te maken, want ik zeg al een jaar lang bij een op de vier reacties: de grammatica is niet bedoeld om een onderscheid te maken tussen goed en fout.
Laten wij hier nu net even over gesproken hebben op school (collegae Nederlands tijdens de lunch..!)! Het gebruik van "dus" als nevenschikkend voegwoord wordt door de onderbouwmethode erg gepromoot, maar in hoeverre is dit wel zo goed te verdedigen?
BeantwoordenVerwijderenEén wijze bovenbouwcollega formuleerde het alsvolgt: "het woordje 'dus' komt na de komma, maar in principe staat er van oorsprong 'en dus'. Kortom 'dus' is opgewaardeerd tot voegwoord, terwijl het op zichzelf helemaal niet tot vaste woordvolgordes hoeft te leiden!" De komma is hierin niet relevant, want deze zien we als leestekenregel en niet als grammaticaal teken. V.b.: 'Mijn fiets is kapot, dus nu loop ik naar school.' Varianten: '..., nu loop ik dus naar school', '..., nu loop ik naar school dus' en '..., nu dus loop ik naar school.'
In deze zinnen vervuld 'dus' duidelijk de functie van bijwoord! Hoe denkt u hierover en op basis van welke argumentatie is men tot de beslissing gekomen om 'dus' toe te voegen aan het rijtje nevenschikkende voegwoorden? Dank u wel voor uw reactie! Vriendelijke groeten, Marijn (docent Nederlands, Tilburg)
@Marijn: ik denk dat jullie discussie de spijker op zijn kop slaat. 'Dus' is inderdaad van oorsprong een bijwoord, en zo kan het nog best gebruikt worden. Zolang het vooraan de zin (ook vooraan de tweede zin in een nevenschikking) een effect op de woordvolgorde heeft, moet je het als bijwoord blijven benoemen (eventueel met de toevoeging 'verbindend' of de aanduiding 'verbindingswoord'). In de nevenschikking 'het regent, dus is het bewolkt' is 'dus' zonder twijfel een bijwoord. Echter, als je zegt 'het regent dus het sneeuwt' (met of zonder komma, dat maakt niet zoveel uit), dan heeft 'dus' de functie van het nevenschikkend voegwoord overgenomen en zou je het dus als nevenschikkend voegwoord moeten benoemen. Het is niet meer te onderscheiden van bijvoorbeeld 'maar' of 'want'.
BeantwoordenVerwijderenOver 'en dus' kun je trouwens wel twisten. Zeg je 'het regent en dus is het bewolkt' dan is 'dus' zonder twijfel weer een bijwoord. Want 'en' kan geen invloed op de woordvolgorde hebben, die invloed komt dus van 'dus'. In het geval van 'het regent, en dus het is bewolkt' (wat misschien wel een twijfelachtige zin is), zou je 'en dus' als een soort complex voegwoord kunnen benoemen, en dan is het nog maar de vraag hoe je dat apart kunt analyseren. Een van de lezers in een eerdere discussie suggereerde dat je die laatste zin alleen met dubbele punt zou moeten spellen, waardoor het ook elliptisch kan zijn: 'het regent en dus (concludeer ik): het is bewolkt'. Dan zou 'dus' in dat geval ook een bijwoord genoemd kunnen worden.
Dit is mijn eerste bijdrage aan deze discussie op dit weblog: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/vragen_5.html#comment-17356021
Maar de log voorafgaande aan deze log (over de vrijdag van het voegwoord) gaat er ook al over:
http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2007/02/het_voegwoord_d.html
De twee links zijn nu deze en deze.
Verwijderen