zondag 14 oktober 2012

Een vergeten taalregel


De taalkundige Marc van Oostendorp schrijft vandaag in zijn dagelijkse column op Neder-L een interessante wedstrijd uit: verzin een gloednieuwe taalregel die er betrouwbaar en gedegen uit ziet, en die taalgebruikers ineens heel onzeker maakt.
De taalprof heeft natuurlijk wel iets beters te doen dan taalregels verzinnen om taalgebruikers onzeker te maken. Als hij al eens verwarring sticht dan is het uit didactische motieven, om de taalgebruikers te stimuleren na te denken over de taalvorm.

Liever dan mee te dingen in dergelijke frivole spelletjes naar prijzen die iedereen toch al in huis moet hebben vestigt de taalprof dan ook de aandacht op een vergeten taalregel: een regel die wel degelijk bestaat, maar die je vreemd genoeg in geen enkel taaladvieswerk meer tegenkomt.

Het gaat om de eenvoudige regel dat je de tegenwoordige tijd (het regent) eigenlijk niet mag gebruiken voor een gebeurtenis in de toekomst. Dat gebeurt in het hedendaagse Nederlands natuurlijk wel om de haverklap. Slordige uitingen als het regent morgen zijn aan de orde van de dag, terwijl het uiteraard eigenlijk het zal morgen regenen moet zijn (toekomende tijd).

 

In de ons omringende talen zul je zo'n onzorgvuldigheid niet tegenkomen. Geen Engelsman zal zeggen It rains tomorrow, maar netjes It will rain tomorrow, en ook Duitsers houden zich met Es wird morgen regnen aan de wetten van de taal en logica. En dan zwijg ik nog van de Fransen, die zelfs een eigen persoonsvorm hebben voor de toekomende tijd (il pleuvra demain)

 

Je zou zeggen: de naam zegt het al, tegenwoordige tijd, maar de Nederlanders trekken zich daar niks van aan en rommelen onbekommerd tegenwoordige en toekomende tijden door elkaar heen. In spreektaal hoor je zelfs wel eens We speelden volgende week toch uit? waarbij nota bene een verleden tijd voor de toekomst gebruikt wordt. Als dit een taalontwikkeling is, dan is het einde zoek en komen we over vijftig jaar uitingen tegen als Het regende morgen en Het zal gisteren regenen of zelfs Het was volgende week heel leuk geweest op het concert, wat zouden we hebben genoten, waar nu al geen touw aan vast te knopen is.

 

Het Nederlands is natuurlijk nu eenmaal vervallen tot een taal met twee werkwoordstijden: verleden tijd en tegenwoordige tijd. Daar is niets aan te doen. Maar dat wil niet zeggen dat je er zomaar een potje van kunt maken met de werkwoordstijden: we hebben namelijk ook nog de voltooide tijd en het hulpwerkwoord zullen. Daaruit volgt de eenvoudige taalregel dat je de verleden tijd of de voltooide tijd voor het verleden moet gebruiken, de tegenwoordige tijd voor het heden, en het hulpwerkwoord zullen voor de toekomst.

 

Een zin als Het regent morgen is dus strikt genomen grammaticaal onjuist. Helaas komt die zo vaak voor dat er weinig meer aan te doen lijkt. Maar sommige uitwassen zijn misschien nog net een halt toe te roepen. Ik doel hier op het potsierlijke Het heeft vanavond zeker geregend. Daarmee voorspel je dat er vanavond regen zal zijn gevallen. Maar zeg dat dan ook! Zeg dan gewoon Het zal vanavond zeker hebben geregend. Dat leidt nooit tot misverstanden, en door het hulpwerkwoord zullen wordt de zin netjes aan de toekomst gekoppeld.

 

Het is dan misschien niet meteen een gloednieuwe taalregel, maar binnen de doorgeschoten tolerantie rond de verschillende werkwoordstijden kan wellicht nog net een stukje zorgvuldigheid worden gered: Gebruik altijd het hulpwerkwoord 'zullen' bij de voltooide tijd die gekoppeld is aan de toekomst (voltooid tegenwoordig toekomende tijd).

 

25 opmerkingen:

  1. Uit een gedegen empirische studie van de econoom Keith Chen van Yale (http://faculty.som.yale.edu/keithchen/papers/LanguageWorkingPaper.pdf) blijkt dat mensen die talen spreken zonder (verplichte) toekomende tijd, meer sparen en ook gezonder leven. Zo bezien is het advies van de Taalprof schadelijk voor de Nederlandse en Vlaamse economie en het algehele welzijn van de Nederlandstaligen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. In het artikel staat dat ook de Duitsers al ten prooi zijn gevallen aan de Nederlandse slordigheid. Zo zie je maar weer dat te veel taalkundige analyse de wereld op zijn kop zet en de mensen verleidt om de wetten van de logica met voeten te treden.

      Verwijderen
  2. Kan er dan ook direct iets gedaan worden aan het minstens even verwerpelijke gebruik van de tegenwoordige tijd voor iets wat in het verleden is gebeurd? "In 1584 vermoordt Balthasar Gerards Willem van Oranje." Dat zou toch niet moeten kunnen!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. 'We speelden volgende week toch uit?' Er lijkt mij hier sprake van een zeugma: Je zou kunnen toevoegen: 'Er was toch bekendgemaakt dat'... En ik zei in mijn kindertijd (al weer héél lang geleden): We gaan vadertje en moedertje spelen en ik was de moeder.
    Verder: als een Spanjaard zegt 'Mañana no vengo', morgen kom ik niet, vengo in de tegenwoordige tijd dus, dan weet hij dat echt heel zeker!
    Ten slotte: uit het oogpunt van crisis en bezuinigen valt er veel te zeggen voor het volledig schrappen van 'zullen': het scheelt op macroniveau veel papier!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, je kunt natuurlijk van allerlei oneigenlijke argumenten verzinnen om alles goed te praten, maar op het einde hou je dan geen logische taal meer over!

      Verwijderen
  4. In haar oratie zegt germaniste prof. dr. Enny der Lötert-Marraack (2014) dat sprekers van het Duits die vreemde gewoonte recent van Rudi Carrell en Linda de Mol hebben overgenomen. De tijd komt door het gebruik van tegenwoordige tijd voor toekomstige handelingen echter zo in de war dat in oude grammaticaboeken plotseling beschrijvingen van het fenomeen opduiken onder namen als "das futurische Präsens", "Präsens pro Futuro" en "Präsens propheticum".

    Der Lötert-Marraack laat zien dat het gebruik van tegenwoordige tijd voor toekomst automatisch van het verleden het heden maakt, waardoor het mogelijk is dat nieuwe taalverschijnselen met terugwerkende kracht in boeken uit het verleden worden opgenomen. Alle reden, aldus de hoogleraar, om de wetten van de logica stipt na te leven.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ingmar Roerdinkholder14 oktober 2012 om 22:23

    Het woord 'morgen' duidt al aan dat het een toekomstige of voorgenomen handeling is, maar afgezien daarvan zeggen veel mensen: het gaat morgen regenen, het gaat vanavond sneeuwen etc.
    Dit is beter dan het zal morgen regenen, dat klinkt in het Nederlands niet goed. Het zal morgen gaan regenen kan dan weer wel, maar het woordje gaan moet er wel bij.
    In andere talen, zoals het Indonesisch, bestaan helemaal geen verleden tijdsvormen van werkwoorden, daar zeg je: ik werk vroeger op een school, ik koop gisteren vis op de markt, ik studeer morgen af. Dat laatste dus zoals in het Nederlands, zou het misschien invloed van het Maleis zijn dan?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het woordje 'gaan' voegt expliciet de betekenis 'begin' toe. Vergelijk 'Het zal morgen regenen als we vertrekken' met 'Het gaat morgen regenen als we vertrekken.' Toch heel andere betekenis.

      Verwijderen
  6. Zo'n eenvoudig systeem van twee tijden, waarbij de tegenwoordige ook voor de toekomst gebruikt, is volgens mij helemaal niet nieuw en ook geen verloedering. Alle Germaanse talen hebben in beginsel zo'n systeem, dat het Engels verromaanst is moeten ze daar zelf maar weten. "Morgen regent het" of "morgen regnet es", daar is wat mij betreft niks mis mee. Met "zullen" of "werden" klink je beslister, "perfektiv". Er zijn genoeg situaties waarin het wenselijk is zo beslist te zijn, maar het moet geen verplichting worden. "Morgen regent het" is grammaticaal volkomen juist.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Misschien moet je toch even het label bij deze log bekijken, en de link aan het begin volgen

      Verwijderen
    2. Ik zie 'n grijs vlekje dat wat doet denken aan een menselijk brein. Moet dat iets betekenen? De column van Marc van Oostendorp had ik al gelezen.

      Verwijderen
    3. Het label staat onder de log, vlak boven de opmerkingen

      Verwijderen
  7. Nu ben ik totaal in verwarring! Wat is dan bedoeld met 'Het zal je kind maar wezen'?
    En als ik zeg: 'Sinterklaas heeft altijd bestaan!' en iemand zegt: 'Ja, 't zál!'
    Hoe moet ik dan voortaan reageren?
    Roos

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De eerstgenoemde zin moet worden gecorrigeerd tot: "Je kind is een wees!"
      De tweede zin is een uiting van ware vroomheid: Sinterklaas bestaat, hij heeft altijd bestaan, en hij zal altijd blijven bestaan. Een gepaste reactie is: 'Amen'.

      Verwijderen
    2. Hoe dan ook corrigeren, dat is altijd het beste. Dat zal ze leren!

      Verwijderen
  8. Een broodje zult is een broodje wees als het nu gegeten word, zullige priesters moeten nog komen, de huidige priesters zijn zijïg, zoals ook de zalami voortaan correct als islami wordt aangeduid op het moment dat hij wordt geconsumeerd.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Een broodje zult is een broodje wees als het nu gegeten wordt, zullige priesters moeten nog komen, de huidige priesters zijn zijïg, zoals ook de zalami voortaan correct als islami wordt aangeduid op het moment dat hij wordt geconsumeerd.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Ik probeer de op een na laatste alinea te begrijpen, waarom is dit fout? En hoe zit het dan met "Ik denk dat het vanavond geregend heeft"?
    U zegt: "Daarmee voorspel je dat er vanavond regen zal zijn gevallen", maar waarom is het voorspellen? Het kan toch ook een voorzichtige constatering zijn?

    Ook "Ik zie dat er plassen liggen, het zal wel geregend hebben." versus "Ik zie dat er plassen liggen, het heeft vast geregend." Als de eerste zin erbij staat, ben ik geneigd "zullen" te gebruiken, maar is het andere echt fout?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ach ja, net je volgende log gelezen, laat maar zitten ;)

      Verwijderen
    2. @ Taalprof: Dus de Taalprof zou een zin als We zullen morgen toch uit spelen? prefereren boven We speelden morgen toch uit?. Dit omdat het anders tot misverstanden zal leiden en omdat we anders geen logische taal meer overhouden. Toch weet ik zeker dat de tweede zin geen enkele taalgebruiker in de war zal brengen of tegen zijn gevoel voor logica zal indruisen. De verleden tijd wordt hier immers gebruikt om aan te geven dat er bij de spreker twijfel bestaat over het uit spelen volgende week. Dat alleen is geen argument voor het gebruiken van de verleden tijd. Echter omdat hij zich er tegelijkertijd van bewust is dat hij dat wel zou kunnen/moeten weten(of het zelfs zelf geweten heeft) gebruikt hij de verleden tijd. De verleden tijdsvorm wordt dus gebruikt om andere zaken toe te lichten.. Dat maakt voor mij taal zo rijk en ik zou het dan ook jammer vinden als de Taalprof deze zou willen verarmen met zijn armzalige nieuwe taalregel:)

      Verwijderen
    3. Als we ook nog eens de verleden tijd voor de toekomst gaan gebruiken is het einde natuurlijk helemaal zoek! Je kunt wel aanvoeren dat mensen het allemaal wel zullen snappen, maar dat is dan meer ondanks de taalvorm dan dankzij. Mensen kunnen inderdaad veel onzin begrijpen, dat is waar. Maar dat maakt het niet minder onzin.

      O ja, en lees nog even de volgende blogpost.

      Verwijderen
  11. Is 'morgen komt er weer een dag' dan ook grammaticaal fout?

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Volgens de voorgestelde regel wel.

    BeantwoordenVerwijderen