In de fotozaak

"Goeiedag"
"Goedemorgen meneer. Wat kan ik voor u doen?"
"Ik heb gisteren hier dit fototoestel gekocht"
"Aha, laat eens zien. En wat is daarmee aan de hand?"
"Nou, ik had 'm in de doos gelaten omdat het een cadeautje was, en toen pakte ze het uit en toen deed hij het meteen al niet."
"Pardon meneer, u bedoelt het."

"Wat?"
"U bedoelt Toen deed het het niet."
"Wat bazel je nou man? Dat ding doet het niet"
"Precies: Dat doet het niet."
"Maar dat zeg ik toch de hele tijd al? Hij doet het niet."
"Nee nou zegt u het weer verkeerd."
"Hé? Ik begrijp helemaal niet waar dit over gaat."
"U zegt: Hij doet het niet."
"Ja? Nou?"
"Maar het moet zijn: Het doet het niet."
"Wat zullen we nou krijgen? U gaat me toch niet vertellen dat het de bedoeling is dat hij het niet doet? Die dingen moeten het toch gewoon doen."
"Natuurlijk meneer, het fototoestel, dat hoort het te doen. En u hoort behoorlijk Nederlands te spreken,"
"Ja maar wacht even vriend. Deze doet het nou juist niet."
"Nee meneer..."
"Hoezo nee meneer? Ja meneer! Als ik zeg dat deze camera het niet doet, dan doet hij het niet."
"Ja meneer, dat is waar. Als u het over die camera hebt dan kunt u zeggen dat hij het niet doet, maar gaat het om dit fototoestel dan doet het het niet."
"Wat een krankzinnig gesprek is dit. Is dit soms voor een televisieprogramma? Waar staat de camera?"
"Meneer, mag ik het eens over een andere boeg gooien: zit u op het hbo?"
"Eh, ja, maar wat heeft dat er nou mee te maken?"
"En bent u daar ooit getest op geslachtsziekte?"
"Geslachtsziekte?"
"Ja, het is namelijk bekend dat hbo'ers vaak de geslachten door elkaar halen."
"De geslachten door elkaar... man, waar heb je het over?"
"Dat komt, ze zijn allemaal fan van Johan Cruijff."
"Zeg, nou moet je niet beledigend worden, we zijn hier wel in Rotterdam!"
"Het team wie de bal heb, het fototoestel wie kapot is."
"Het fototoestel wie kapot is? Hij ook al? Wat is dit voor een fotozaak? Verkopen jullie geen spul dat werkt of zo?"
"Nee meneer, u bent degene die hier krom pratend binnenkomt."
"Ik zeg toch niet wie is kapot? Ik zei dit fototoestel doet het niet."
"Nee dat zei u niet."
"Maar dat bedoelde ik wel."
"Ja maar meneer, ik ben niet opgeleid om te raden wat u allemaal bedoelt, ik ben opgeleid om correct Nederlands met u te spreken. Als u zo krom blijft praten kan ik u niet helpen."
"Nou moet jij eens goed naar mij luisteren vader: jij verkoopt hier nieuwe fototoestellen, met garantie. Dat moet het toch gewoon doen?"
"Nee meneer: die moeten het gewoon doen."
"Dat zeg ik!"
"Nee, u zei: dat moet het doen."
"Maar dat moest ik van jou!"
"Ja, dat is waar, maar nu zei u: nieuwe fototoestellen, en dan moet het meervoud zijn."
"Meervoud."
"Ja, en bij meervoud hoort die."
"Uhhuh. Jij zit me gewoon te fokken, vriend. Daar hou ik niet van."
"Meneer, ik kom alleen maar op voor onze Nederlandse taal."
"En ik kom op voor mijn nieuwe fototoestel. En als jij niet heel gauw mijn geld teruggeeft, dan zal ik jou eens laten zien wat ik met dat fototoestel ga doen. Dan zal ik die eens verstoppen waar geen zonlicht schijnt."
"U bedoelt: dan zal ik dat eens verstoppen- eh, meneer, wat doet u nu? Blijft u eens netjes aan die kant van de toonbank. Ho, stop! Help, politie!"