woensdag 2 januari 2008
Je zou het moeten weten
"Zeg, heb jij een idee wanneer die vergadering begint?"
"Ik zou het niet weten"
"Hè, waarom zeg je dat nou?"
"Wat?"
"Ik zou het niet weten. Waarom zeg je niet gewoon Ik weet het niet?"
"Sja, ik weet het niet, wat is daar mis mee dan?"
"Het klinkt zo, zo, eh, ongeïnteresseerd"
"O?"
"Ja, vind je niet?"
"Hm. Ik heb het anders onlangs nog bij de Taaladviesdienst van Onze Taal nagevraagd"
"O, en wat zeiden die?"
"Die vonden het juist heel beleefd."
"Beleefd?"
"Ja, lees het maar na in het septembernummer, in de rubriek Vraag en Antwoord."
"Nou ja zeg! Maar hoe zit dat dan?"
"Volgens hen is zullen een modaal werkwoord."
"Okee, dat snap ik. Dat staat ook hier en hier."
"Als je zegt ik zou het niet weten, bedoel je dus iets als Ook al zou ik heel erg mijn best voor je doen, dan zou ik het nog niet weten."
"Jaja, dat kan ik wel volgen. Maar waarom denk ik dan dat het ongeïnteresseerdheid uitdrukt?"
"Ik zou het niet weten."
"Kijk, nou doe je het weer! Nou ben je toch niet alleen maar beleefd?"
"De ANS noemt het een onzekerheidsmodaliteit."
"Ja, goed, maar dat verklaart deze kwestie niet. Onzeker heeft niets met ongeïnteresseerd te maken."
"Misschien heb je het gewoon mis met die interpretatie van jou."
"Ja, dat kan natuurlijk ook. Maar wacht eens!"
"Wat?"
"Modaliteit heeft altijd twee kanten"
"Twee kanten?"
"Ja, epistemisch en deontisch."
"Ho, wacht even. Dat zijn twee moeilijke woorden in één zin."
"Als je zegt het moet gebeuren, dan kun je bedoelen het is noodzakelijk dat het gebeurt."
"Ja."
"Dat is epistemisch. Maar je kunt er ook mee bevelen dat iets gebeurt. Dan leg je iemand een verplichting op."
"Jaja."
"Dat is deontisch"
"O. Maar dat is vrij eenvoudig."
"Precies. Epistemisch is, zeg maar, neutraal, zonder dat iemand iets wil, en bij deontisch is er altijd iemand die iets wil, of iemand die macht uitoefent."
"Okee. Maar nou ik zou het niet weten."
"Goed, ik zou het niet weten. Als je dat alleen als onzeker opvat, is dat de epistemische betekenis. Het heeft niets te maken met wat iemand wil."
"Okee."
"Maar combineer je die onzekerheid met wat je wil, dan zeg je met Ik zou het niet weten dus eigenlijk: het is volgens mijn wil onwaarschijnlijk dat ik het weet, met andere woorden: ik ben er niet in geïnteresseerd."
"Jaja. Ik snap het."
"Vandaar dat ik zou het niet weten als beleefd kan worden opgevat, want zekerheid is onbeleefd, dus onzekerheid is beleefder. Maar het kan ook als onbeleefd worden opgevat, omdat het kan worden begrepen als jouw ongeïnteresseerdheid om over het antwoord na te denken."
"Ik zie het. Dat is dus eigenlijk een heel verraderlijke uitdrukking."
"Dat zou ik wel denken!"
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Is het geen aardig idee om je stukjes in boekvorm uit te brengen, Taalprof? Het zijn prachtige, spitsvondige stukjes!
BeantwoordenVerwijderen@Petra: dank voor het compliment! Ja, dat is wel een aardig idee. Maar ik vind de interactie met de lezers zo leuk, en die krijg ik voornamelijk hier. Maar je hebt gelijk, het een hoeft het ander niet uit te sluiten.
BeantwoordenVerwijderenDeze morgen in De Standaard:
BeantwoordenVerwijderen‘Zeer abnormaal’ veel zonneschijn in december
Het gebruik van haakjes wijst op onzekerheid van de krant die in het artikel overigens aanstipt dat dit een typische uitdrukking is van het KMI in Ukkel.
Er wringt iets in mijn taalgevoel. Terecht?
Ik denk ook dat je genoeg lezers zou trekken.
BeantwoordenVerwijderen@raf: geven die aanhalingstekens niet gewoon een citaat aan? Ik zou het niet zo opschrijven, maar ik lees er zeker geen onzekerheid in. Zeker in een krantenkop is deze manier van schrijven heel normaal, dacht ik.
@Kevin:
BeantwoordenVerwijderenVind jij 'zeer abnormaal veel' ok?
Ik zou het anders zeggen: uitzonderlijk veel of buitengewoon veel.
@raf: mijn eerste indruk van die aanhalingstekens zou ook zijn dat het een citaat betreft. Iets kan 'abnormaal' zijn, en ook 'zeer abnormaal'. In dat geval is 'abnormaal' een bijvoeglijk naamwoord en 'zeer' een bijwoord.
BeantwoordenVerwijderenMaar in het voorbeeld 'zeer abnormaal veel zonneschijn' is 'zeer abnormaal' gebruikt als bepaling bij 'veel'. Dat betekent dat 'abnormaal' dan gebruikt is als een bijwoord. Nou lijkt het mij dat je het bijvoeglijk naamwoord 'abnormaal' wel nader kunt intensiveren met 'zeer', maar bij het bijwoord 'abnormaal' is dat moeilijk, omdat het bijwoord 'abnormaal' zelf al een intensivering uitdrukt (in dit geval van 'veel').
@ jezouhetmoetenweten
BeantwoordenVerwijderenWaarom niet gewoon 'weet ik niet' antwoorden als je geen antwoord hebt (met of zonder goede wil) en
'moet je luisteren, dat interesseert me eigenlijk niet zo, sorry' antwoorden als je geen zin in het thema hebt?
'Ik zou het niet weten' staat dan gewoon weer als eerste helft van een zin in voorbeelden zoals 'Ik zou het niet weten wat ik in dat geval zou doen'.
Ik ben voor bezinnen ;)
@cherdt: Bezinning, daar ben ik ook vóór! Maar bezinning zou je ook kunnen brengen tot de vraag wat er zo gewoon is aan 'weet ik niet,' en waarom je een talig middel (zoals het modale "zou") ongebruikt zou moeten laten.
BeantwoordenVerwijderenMisschien heeft dat minder expliciete wel een functie in de verhouding die je met je gesprekspartner hebt. Dat hoeft niet negatief te zijn.
Het feit dat we de subtiele betekenissen van sommige taalvormen niet helemaal kunnen analyseren betekent niet dat ze ongewenst zijn. Eerder fascinerend. Blijven gebruiken, zou ik zeggen, en zoveel mogelijk op gevoel. Dan moeten de taalkundigen maar zien hoe ze dat kunnen verklaren. En de gewone taalgebruiker voelt het waarschijnlijk haarfijn aan.
@taalprof
BeantwoordenVerwijderenHelemaal mee eens - die functie hoeft niet negatief en niet positief te zijn.
Juist daarom stelde ik de vraag.
Begrijpt U wel?
Op gevoel...
Beste taalprof.
BeantwoordenVerwijderenTot mijn grote verbazing ontdekte ik dat naast 'vroeg', de OVT van het werkwoord 'vragen', ook 'vraagde' toegelaten is. Iets nieuws?
@raf: niets nieuws, eerder iets ouds. 'Vragen' was vroeger zwak, later sterk. Het WNT merkt hierover op: "Het ontstaan der sterke vormen is een gevolg van analogie met ww. als dragen en slagen (gewest. voor slaan) (Vgl. jagen en klagen)."
BeantwoordenVerwijderenHoewel meestal onregelmatige werkwoorden zich ontwikkelen tot regelmatige, gebeurt dus ook wel eens het omgekeerde. De zwakke vorm 'vraagde' komt onder andere voor in de Statenvertaling van de Bijbel.
je zou nog verder kunnen gaan: "ik zou het niet weten" kan je zien als een prolixvorm (uitgebreider en langer dan nodig) en dus duidt die een gemarkeerde inhoud aan. Als je het gewoonweg niet weet, dan zeg je dat met "ik weet het niet". Maar door "ik zou het niet weten" te zeggen, voeg je een zekere gemarkeerdheid toe aan het zinnetje. Enerzijds kan je markeren dat je het echt echt echt echt niet weet. Anderzijds kan je ook markeren dat je afstand neemt van wat je zegt (quasi ironisch) en dus niet echt geïnteresseerd bent.
BeantwoordenVerwijderenIk geef toe dat het een minder elegant uitleg is, maar het is een meer pragmatische aanpak en die past wel in het vak dat ik net aan het bestuderen was...
@tom: het kan natuurlijk ook allebei waar zijn. Want de keuze voor die taalvorm mag op zich al betekenis hebben, het feit dát je een andere taalvorm dan de eenvoudige kiest is in de context van het gesprek vast ook van betekenis. Maar nu raken we op het niveau van de pragmatiek, en daar spelen veel meer dingen een rol dan alleen maar de taalvorm. Ook je ondersteunende lichaamstaal kan in dit verband heel betekenisvol zijn.
BeantwoordenVerwijderenGeachte taalprof, is het zó dat in een zin als "Hij is abnormaal nat" het nw.gezegde is: "is abnormaal nat", (en abnormaal een bw. bep. binnen het nw.deel?) Maar dat in een ontkennende zin als "Hij is NIET nat", het woord 'niet' NIET bij het nw.gez. hoort, maar alleen bijw.bep. is? Hoort in "Hij is niet abnormaal nat"? het woord 'niet' wél bij het nw. deel? Heel graag uw licht op de functie van NIET in dit soort zinnen.
BeantwoordenVerwijderen@GerVel: ja dat klopt. Dat wil zeggen: in het geval van 'niet' is er reden om het als een apart zinsdeel te beschouwen, omdat je het ook "buiten haakjes" kunt halen: 'hij is niet nat = het is niet zo dat hij nat is' terwijl 'hij is abnormaal nat =/= *het is abnormaal zo dat hij nat is'. Die twee bepalingen zijn dus verschillend. Dat kun je uitdrukken door 'niet' als losse bepaling te benoemen.
BeantwoordenVerwijderenDaar komt bij dat je ook gevallen hebt als 'abnormaal nat is hij niet', waarbij duidelijk is dat 'abnormaal nat' een woordgroep vormt en dat 'niet' daarbuiten valt.
Toch zou je ook redenen kunnen bedenken om 'niet' binnen het naamwoordelijk gezegde te rekenen. Je zou kunnen aanvoeren dat 'niet nat' hetzelfde is als 'droog', en dus dat je 'niet nat' moet zien als een naamwoordelijk deel met als betekenis "droog".
Eenvoudigheidshalve wordt in de zinsontleding van deze gevallen meestal het principe aangehouden dat wat buiten het naamwoordelijk deel gerekend KAN worden, er ook buiten valt. Dat betekent hier: 'abnormaal' valt er per se binnen, en 'niet' kan erbuiten vallen, dus dat benoem je als een aparte bijwoordelijke bepaling. Alleen in een zin als 'niet abnormaal nat is hij' zou je gedwongen zijn om 'niet abnormaal nat' als één woordgroep te benoemen. Maar dat is dan ook meteen een gekke zin.
Taalprof, heel erg bedankt!
BeantwoordenVerwijderenEen ander verschijnsel dat me wel eens opgevallen is, is het gebruik van de OVT in plaats van de TT in een conversatie over een onderwerp dat al eerder ter sprake is geweest. Een voorbeeld: als ik tegen iemand zeg: "Ging jij morgen naar Amsterdam?", dan betekent dat volgens mij altijd dat het gaan naar Amsterdam al eerder ter sprake is geweest. Wanneer ik vraag "Ga jij morgen naar Amsterdam?", dan hoeft dat niet noodzakelijkerwijs het geval te zijn.
BeantwoordenVerwijderenIs er voor dit verschijnsel een naam en komt het ook in andere (Europese) talen voor?
M.vr.gr. John Pool
@John Pool: deze betekenis valt denk ik onder de zogeheten "voorzichtigheidsmodaliteit". Het is bekend dat de verleden (en de voltooide) tijd soms ook een modale functie kan hebben, in aanvulling op de tijd zelf. Jouw voorbeeld verschilt niet zoveel van 'Zou jij morgen naar Amsterdam gaan'? In die zin is de modaliteit expliciet door het hulpwerkwoord uitgedrukt.
BeantwoordenVerwijderenDe ANS merkt op dat het imperfectum (OVT) en het plusquamperfectum (VVT) soms die modale functie hebben: http://www.let.ru.nl/ans/e-ans/28/03/03/07/body.html
In andere Europese talen zijn deze functie zeker niet hetzelfde, maar treden gelijksoortige effecten op. Modaliteit en tijd liggen blijkbaar dicht bij elkaar.
Zeer bedankt voor dit antwoord!
BeantwoordenVerwijderenhoi hoi help met bijvoeglijk naamwoord
BeantwoordenVerwijderen@leos: wat wil je weten dan? Wil je weten hoe een bijvoegelijk naamwoord gemaakt is, of hoe je iets als een bijvoeglijk naamwoord kunt gebruiken? En weet je al wel wat een werkwoord of een zelfstandig naamwoord is?
BeantwoordenVerwijderen@leos: is dit een antwoord op je vraag: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2008/01/bij_het_bijvoeg.html
BeantwoordenVerwijderenOf is dit te moeilijk voor jou?
De link moet deze zijn.
Verwijderen