maandag 28 januari 2008

Bij het bijvoeglijk naamwoord



Een bijvoeglijk naamwoord, wat is dat eigenlijk? Leg dat maar eens uit. Dat valt nog niet mee. Ja, je kunt makkelijk een voorbeeldje geven. Zo van: blij, dat is een bijvoeglijk naamwoord, rond, en houten, en afgepeigerd. Afgepeigerd? Is dat geen werkwoord? Ja daar zeg je zowat. Daar ga je al.

Laat ik eens met een gek feitje beginnen: bijvoeglijke naamwoorden, die heb je niet in alle talen. Elke taal kent zelfstandige naamwoorden en werkwoorden, maar er zijn talen die geen bijvoeglijke naamwoorden kennen. En sterker nog: je hebt talen die wel een bijvoeglijk naamwoord hebben, maar dat lijkt dan heel veel op een werkwoord. Of je hebt talen waarin het bijvoeglijk naamwoord meer wegheeft van een zelfstandig naamwoord. Het zit er een beetje tussenin, tussen een zelfstandig naamwoord en een werkwoord.

Maar wat is dan een bijvoeglijk naamwoord? Nou, dat ligt eraan hoe je het bekijkt. Er zijn eigenschappen die typisch zijn voor een bijvoeglijk naamwoord. Als een woord al die eigenschappen heeft, is het een echt, zuiver, achttien karaats bijvoeglijk naamwoord. Maar sommige woorden hebben sommige kenmerken niet.

Voorbeeldje? Bijvoeglijke naamwoorden, daar kun je on- voorzetten. Dat is typisch voor bijvoeglijke naamwoorden. Je kunt zelfs nieuwe woorden maken door een bijvoeglijk naamwoord te nemen en daar on- voor te zetten. Onblij, dat klinkt toch niet zo slecht? Of ondood (is een vampier niet ondood)? Veel beter dan ontafel of onstoel, om maar eens twee zelfstandige naamwoorden te nemen. Maar onhouten, dat is dan weer gek. Is houten daarom geen bijvoeglijk naamwoord? Natuurlijk is het dat wel. Alleen geen achttien karaats.

Dat je er on- voor kunt zetten, dat is een eigenschap van de woordopbouw. Dat zegt wat je allemaal kunt doen met een bijvoeglijk naamwoord. On- ervoor, -heid erachter, -er of -st erachter, er zijn een paar van die typische dingen die je met een bijvoeglijk naamwoord kunt doen. Als dat allemaal kan, dan heb je morfologisch een bijvoeglijk naamwoord.

Ook wat de betekenis betreft heb je wel zoiets typisch: een bijvoeglijk naamwoord zegt van iets of iemand wat het is. Iemand is blij, iemand is dood, iets is rond. Ja, en iets is houten, dat kan dan weer niet, maar toch is houten een bijvoeglijk naamwoord, hoor! Let maar op.

En dan het belangrijkste: hoe gebruik je een bijvoeglijk naamwoord in een zin? Nou, dat is makkelijk: een bijvoeglijk naamwoord kun je gebruiken als naamwoordelijk deel (de bal is rond), als bepaling van gesteldheid (hij kwam blij binnen) en als bijvoeglijke bepaling (de houten tafel, hèhè, dáárom is houten ook een bijvoeglijk naamwoord). Dat gebruik, dat is de syntaxis.

Als een woord nu alle morfologische eigenschappen heeft van een bijvoeglijk naamwoord, de typische betekenis, én het is ook nog eens gebruikt op de plaats van een bijvoeglijk naamwoord, ja, dan hebben we zeker te maken met een bijvoeglijk naamwoord. En zo nee? Tja, dan hangt het ervan af.

Een ding is zeker: de syntactische eigenschappen zijn het belangrijkste. Als een woord niet gebruikt is als een naamwoordelijk deel, een bepaling van gesteldheid of een bijvoeglijke bepaling, dan wordt het niet benoemd als bijvoeglijk naamwoord.

Als de syntactische eigenschappen in orde zijn, dan heeft het woord sterke papieren om een bijvoeglijk naamwoord genoemd te worden. Eigenlijk kan het dan alleen nog misgaan als er redenen zijn om het anders te noemen. Bijvoorbeeld in wij zijn arts. Daar is arts wel een naamwoordelijk deel, maar het heeft verder alle kenmerken van een zelfstandig naamwoord. Oké, dan wint die benoeming. En in het werk is af zijn er ook wel redenen om af een bijwoord te noemen (alhoewel je daar ook wel kunt opmerken dat het affe werk een reden kan zijn om het toch bijvoeglijk naamwoord te noemen). Maar daar houdt het dan wel zo'n beetje op.

En hoe zit dat dan met afgepeigerd? Is dat dan geen werkwoord? Ja, dat zou kunnen. Als hij is afgepeigerd de lijdende vorm is van iemand peigerde hem af zou je dat kunnen bepleiten. Maar zeg eens eerlijk, vind je dat echt de betekenis? Of is het voltooid deelwoord afgepeigerd onderhand versteend tot een bijvoeglijk naamwoord met de betekenis erg moe?

9 opmerkingen:

  1. Jean-Luc Auteuil29 januari 2008 om 12:38

    Ik merk dat een zuiniger gebruik van het 'gewone' adjectief zinnen krachtiger kan maken. Goed voorbeeld is Ernest Hemmingway. Tegelijk heeft het met van werkwoorden afgeleide adjectief dat effect veel minder omdat het minder 'adjectief' voelt. De eerste groep is passiever dan de tweede. Daar ligt het aan, denk ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Jean-Luc Auteuil: ik heb nog nooit een onderzoek gezien dat een "krachtige stijl" verbindt met het ontbreken of weglaten van bijvoeglijke naamwoorden. Sorry dat ik het zeg, maar jouw opmerking is een bekend bakerpraatje, dat ook voor het Engels bestaat. Lees maar eens hoe de taalkundigen op LanguageLog daar geen spaan van heel laten: http://itre.cis.upenn.edu/~myl/languagelog/archives/000469.html
    In jouw ongetwijfeld krachtige mededeling zitten er al negen. En in deze vijf (of zes, dat ligt eraan hoe je telt).

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @ Taalprof
    Als ik bij mij NL juffrouw kom met ondood dan krijg ik standaard een 1!!!
    Ondood is geen woord! Het klinkt wel mooi maar zo mooi is dit wereldje niet. :)(grapje)
    Ju kunt ondood ook makkelijk vervangen door levend.
    Bij als het bijvoegelijk naamwoord een stof is dan eindigt hij altijd op -en.
    De houten stoel.
    Her ijzeren zwaard.
    Ik hoopte eigenlijk meer informatie over dat sommige bijvoeglijke naamwoorden ook werkwoorden kunnen zijn!
    De man slaapt/loopt.
    De slapende/lopende man.
    Wat nog een erg belangrijke regel is!
    Je hebt woorden die iets over het zelfstandig naamwoord gaan. Dat noem je bijvoeglijk naamwoord.
    De GELE stoel.
    Je hebt ook woorden die over het bijvoeglijk naamwoord gaan. Dat zijn bijwoorden.
    De DONKER gele stoel.
    Je hebt ook weer woorden die over een werkwoord gaan. Dat zijn ook bijwoorden.
    Hij loopt ERG snel!
    Ik hoop dat ik jullie geholpen heb met wat regels maar twijfel nog steeds aan "het affe werk." Het klinkt niet goed in mijn oren, je hoort het nooit in de buiten wereld en het wordt fout gerekend door word!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @nathan: in horrorfilms en -verhalen zijn de "ondoden" de zombies of vampieren die niet levend en ook niet dood zijn.
    Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt wel vaak op '-en', maar niet altijd. Wat denk je bijvoorbeeld van 'plastic' ('een plastic tas'). Dat is toch een bijvoeglijk naamwoord, nietwaar? Ik weet wel dat er mensen zijn die 'een plestikken tas' zeggen, maar die krijgen vast ook van jouw NL juf een 1!
    Je zegt dat sommige bijvoeglijke naamwoorden ook werkwoorden kunnen zijn, maar eigenlijk is het andersom: 'slapende' is een vorm van het werkwoord 'slapen' (het "tegenwoordig deelwoord", heet dat). Zo'n tegenwoordig deelwoord kun je gebruiken als bijvoeglijk naamwoord. In de ontleding is het dan gebruikelijk om het ook een bijvoeglijk naamwoord te noemen.
    Dat een bijvoeglijk naamwoord altijd iets over een zelfstandig naamwoord (of over een voornaamwoord) moet zeggen, klopt helemaal. Maar let op! Het woord 'geel' is een bijvoeglijk naamwoord in 'een geel stoeltje', maar ook in 'de stoel is geel' en 'hij is geel'.
    En in 'hij loopt erg snel' is 'erg' inderdaad een bijwoord, maar niet omdat het iets van een werkwoord zegt. 'Erg' zegt iets van 'snel'. En 'snel' is zelf weer een bijwoord omdat het iets over het werkwoord zegt.
    Ten slotte over 'het affe werk': bedenk dat jij wel taalgevoel hebt en Word niet. Word kan jou nooit bijhouden.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. bedankt voor de uitleg!
    Ik heb morgen een toets van Nederlands dus ik hoop dat jij degene bent die gelijk heeft. :)

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @nathan: als je leraar of lerares vindt dat ik geen gelijk heb, wil ik het graag weten. Succes!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Nathan heeft bijna gelijk.
    Het is alleen niet een 'tegenwoordig', maar een 'voltooid' deelwoord.
    Voor de rest klopt het HELEMAAL!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  8. @ik: Dat klopt niet, wat je daar zegt. Je hebt tegenwoordige en voltooide (of verleden) deelwoorden. Zo is 'slapend' een tegenwoordig deelwoord, en 'geslapen' een voltooid deelwoord.

    BeantwoordenVerwijderen