donderdag 5 september 2013

Framing treft Taalprof

De taalprof heeft het zelden of nooit over spelling. Zo af en toe verschijnt er een spellingkwestie op dit weblog, en de taalprof geeft altijd netjes antwoord, maar zelf beginnen over spelling doet hij bijna nooit. En als er dan een keer een discussie ontstaat is de taalprof meestal de eerste die zegt: je kunt me alles wijsmaken, ik leg me overal bij neer.

Discussies over spelling ontaarden namelijk heel vaak in irritatie. Dat ligt hieraan dat er in die discussie heel vaak sprake is van framing, zeg maar zwartmakerij. Een spellingcriticus zal zichzelf altijd voordoen als de (vanuit een basale redelijkheid opererende) strijder voor de orde en de beschermer van de onschuldige burgers die zich storen aan spelfouten. Jij daarentegen bent de verstoorder van die orde, die afwijkt van wat edel en goed is, en die willens en wetens op de tenen gaat staan van de gevoelige taalliefhebbers. Ook als de werkelijkheid eerder omgekeerd is, want beeldvorming is sterker dan de werkelijkheid.

Het verraderlijke van die framing is dat je er onwillekeurig in meegezogen wordt. Voor je het weet zit je jezelf te verontschuldigen tegenover die mensen met pijnlijke tenen, en als je dat niet doet bevestig je het beeld van de botterik dat van jou opgehangen wordt.

Toch liet de taalprof zich de afgelopen dagen verleiden tot zo'n discussie, en prompt werd hij het slachtoffer van zo'n framing. Lees en huiver. En voor de meer fijngevoeligen onder de lezertjes: lees maar liever niet verder, want het wordt heel onaangenaam.

Laat ik nog even vooraf opmerken: niet elke spellingcriticus is een framer. Er zijn ook critici met wie uitstekend te praten is, waarmee je tot een redelijke uitwisseling van standpunten kunt komen, en met wie je het uiteindelijk in goede verstandhouding oneens kunt zijn. Er zijn er zelfs voor wie hun eigen kritiek niet heilig en onaantastbaar is. Maar bij spellingdiscussies zit er al gauw eentje tussen die zich hoofdzakelijk van framingtechnieken bedient.

Eerst even de objectieve feiten: op twitter merkten sommige mensen op (het zullen er meer zijn geweest dan de vier die ik gezien heb) dat de nieuwe naam van de Nijmeegse lerarenopleiding, Radboud Docenten Academie, een spelfout zou bevatten: er zou een onterechte spatie tussen Docenten en Academie staan. De taalprof nam het op voor die naam en wees erop dat de spellingregels niets zeggen over spaties in een naam, en dat de spelling van namen in het algemeen vrij is. Einde discussie zou je zeggen, en in de meeste gevallen was dat ook zo.

De Stichting Onjuist Spatiegebruik deed toch nog even een duit in het zakje, met de tweet: Natuurlijk mag je je naam schrijven zoals je zelf wilt. Maar soms ligt het wel voor de hand om rekening te houden met de regels. Hier begint de framing al: op een slimme manier wordt tussen neus en lippen erkend dat de regels inderdaad niet gelden (en dat de kritiek dus onterecht is), maar de gewraakte spelling "houdt geen rekening met de regels." Let op het gezegde rekening houden met. Hier word je dus al meteen neergezet als ordeverstoorder.

Dan maar een steviger blogpost, waarin de taalprof de zaak nog eens van alle kanten bekijkt. Hij speculeert over de overwegingen die ten grondslag zouden kunnen liggen aan de spelling, en constateert dat er geen enkele basis is voor kritiek. Daarop reageert René Dings (van de stichting) met een uitgebreidere erkenning dat je namen mag spellen zoals je wilt, en dat smaken verschillen, maar toch: "Voor mijn gevoel ligt het anders bij beschrijvende namen." Dat dit feitelijk onjuist is (want de spellingregels zeggen niets over beschrijvende namen, het is een ongedefinieerde term die zojuist voor de gelegenheid verzonnen is), doet er niet toe, want Dings neemt de rol aan van de redelijke criticus, die vraagt "Waarom zou je dat zo doen?" Dat de taalprof daarover in de blogpost gespeculeerd heeft wordt op deze plaats botweg genegeerd (daar komen we later wel op terug). Hier gaat het om de framing: "Formeel is het misschien niet fout, het oogt vreemd." Alweer: erkenning van jouw gelijk, hand in hand met het beeld dat je toch een ordeverstoorder blijft. Framing in optima forma.

Dan volgt het hilarische voorbeeld (Honig Tomaten Soep). Hiermee wordt gesuggereerd dat jouw voorbeeld zoniet van dezelfde orde is, dan toch wel tot excessen moet leiden als deze. Ik heb het even nagezocht, en het gaat over een spellingkwestie uit 2005 (acht jaar geleden), waarbij de firma Honig op haar website alle soepen (ook Kalfs Soep en Groente Soep) met spaties en hoofdletters schreef. Ik zie niet meteen dat de firma hiermee naamgeving op het oog had, het lijkt mij eerder een geval van onbewuste spelfout van gewone woorden. Inmiddels hanteert de firma Honig op haar website een onberispelijke spelling (al zou een kniesoor nog over Bruine Bonensoep kunnen vallen), dus heel waarschijnlijk is er van een officiële naam helemaal geen sprake geweest.

Hoe dan ook, "Iets dergelijks geldt voor de docentenacademie." En dan volgt weer de "redelijke" vraag: "Waarom hebben ze die docentenacademie niet gewoon 'Docentenacademie' genoemd?" Dat de taalprof zojuist daarover gespeculeerd heeft wordt hier gemakshalve voor de tweede keer botweg genegeerd. Het gaat immers in deze zin alleen om het woordje gewoon, waarmee voor de zoveelste keer subtiel wordt gesuggereerd dat jij de verstoorder van de gewone orde bent. En alsof dat nog niet genoeg is, volgt nu de zin "Dat is toch veel logischer?" waarmee ook nog eens de logica van stal wordt gehaald (zonder verdere toelichting), en ook het woordje toch benadrukt de onredelijkheid van iedereen die het hier niet mee eens is.

Maar het kruisverhoor is nog niet voorbij: opnieuw wordt de ordeverstoorder ter verantwoording geroepen: "Waarom zou het beter zijn om dat als 'Docenten Academie' met een spatie te schrijven?" Voor de derde keer wordt hier genegeerd dat daar zojuist over gespeculeerd is waarbij een paar mogelijke overwegingen genoemd zijn, ook al is dat nergens voor nodig omdat de spellingregels de spelling van namen vrij laten. Maar al die vragen worden toch nog even als heel redelijk geframed met de onschuldige toevoeging: "Dat begrijp ik niet." Daarmee is elke tot nu toe geopperde overweging als onbegrijpelijke wartaal van tafel geveegd, zonder dat er tot dit moment nog op ingegaan is.

Tot hiertoe zie je dat er nog helemaal geen sprake is van een redelijke uitwisseling van standpunten: je wordt alleen bevraagd, met allerlei subtiele technieken die jou als verdachte neerzetten die zich maar moet verantwoorden. Schuldig, zelfs als het tegendeel bewezen is.

Maar nu worden de onschuldige medestanders erbij gehaald: "'Docenten Academie' is een naam en dus mogen we formeel niet zeggen dat die spatie fout is." Weer zo'n erkenning van je gelijk die op een akelige manier verwrongen wordt: door jouw gelijk verbied je onschuldigen om formeel te zeggen dat die spatie fout is.

Hier moet ik echt even bij stilstaan, want het is heel verknipt. Iemand heeft dus kritiek, jij zegt "Dat is onterecht," en dat toon je ook nog eens aan, en dan ben jij toch degene die andere mensen heeft verboden om kritiek te hebben en dus zit je toch fout. Maar gelukkig: "Maar we mogen ons wel verbazen over de keuze om die spatie daar te plaatsen." Zo wordt dus onterechte kritiek gelegitimeerd: als je het ongelijk van de kritiek aantoont, wordt die kritiek eenvoudig omgezet in verbazing en onbegrip, waardoor je wel een ontzettende botterik lijkt als je vervolgens niet probeert om op een verontschuldigende manier uit te leggen waarom je die spatie schrijft. En voor je het weet ben je toch weer bezig om je tegen kritiek te verweren ondanks dat je die al weerlegd hebt.

En denk maar niet dat het nu afgelopen is. Nu volgt de argumentatie: "Afwijkingen in de vorm leiden af van de inhoud." Dat zal niemand ontkennen, maar we hebben het hier niet over afwijkingen in de vorm, want er zijn geen regels waar je van af kunt wijken. "Als je een blogbericht, een sollicitatiebrief of een krantenartikel leest dat vol met spelfouten staat, ga je je daar vanzelf aan ergeren en misschien ga je zelfs wel twijfelen aan de kwaliteit van de inhoud." Let op hoe de volkomen correcte spelling van de bekritiseerde naam Radboud Docenten Academie  hier besmet wordt door "teksten die vol met spelfouten staan." Het is geen spelfout, maar het lijkt op een spelfout. Inhoudelijk volslagen wartaal, maar retorisch ijzersterk.

Op dit punt heeft de taalprof al geen bloed onder zijn nagels meer, maar hij laat zich toch verleiden tot het nog verder speculeren over de overwegingen die tot de volkomen correcte en toegestane spelling leiden (alsof dat ergens voor nodig zou zijn). Maar dat helpt allemaal niks. De framing gaat gewoon door.

"Misschien dat andere mensen die hier op Twitter over schreven enorm kritisch zijn, maar ik ben gewoon verbaasd." Zo begint Dings zijn volgende reactie. Dit speelt heel handig in op de enige zwakke plek van de taalprof: zijn behoefte om te helpen bij andermans onbegrip. Ondertussen versterkt deze framing het beeld dat de criticus de redelijke, ordelievende burger is en de taalprof tot nu toe onbegrijpelijke redenen aanvoert om van de logische orde af te wijken. "Ik vind het interessanter om (samen) uit te vinden waarom mensen in beschrijvende namen spaties gebruiken." Let goed op aan welke kant van de discussie de geïnteresseerdheid en de bereidheid tot samenwerking zit, en wat dit impliceert over de andere kant.

En zo gaat het maar door, en het wordt allemaal nog veel erger. Je zou er een hele cursus Framing voor gevorderden mee kunnen vullen, waarin je fileert wat er allemaal aan beeldvorming in de formuleringen verstopt is. Omdat deze blogpost toch al zo lang is, volsta ik hier even met de drie ergste gevallen.

Iemand anders haakt in: "Taalprof, ik vind dat je je in deze discussie te halsstarrig vasthoudt aan de vrijheid die je naamgevers toedicht." Het woord halsstarrig valt hier natuurlijk meteen op, maar let ook op het subtiele toedicht. Terwijl de taalprof met recht en reden heeft opgemerkt dat er vrijheid geldt in de spelling van namen, wordt dit nu geframed tot het toedichten van die vrijheid. Hoezo is dat toedichten? Toedichten suggereert dat het een persoonlijke actie van de taalprof is waardoor die vrijheid ontstaat. Maar die vrijheid was er al. En dan dat halsstarrig. Ik schets nog even de stand van zaken: iemand heeft kritiek op de spelling van een naam. Iemand anders merkt op dat dit onterecht is. Daar is iedereen het mee eens, maar de criticus handhaaft de kritiek. Wie is er nu halsstarrig? De taalprof is misschien te netjes om dit soort woorden in de mond te nemen, maar hij wordt bijna gedwongen om dat ook te doen, en dan krijg je een heel nare welles-nietes-discussie.

Tweede geval: argumentatie vanuit "reuring." Iemand merkt op: er is "veel reuring" ontstaan rond de spelling van die spatie in de naam Radboud Docenten Academie. Zo veel reuring was dat niet (zoals gezegd een paar twitteraars, die ook nog eens in meerderheid meteen accepteerden dat het prima in orde was), maar een zin later is "veel reuring" al veranderd in "onrust," en nog een zin later "algemene reuring." Hoe dan ook, die "algemene reuring" is "voldoende voedingsbodem voor een discussie voor iets als een taalnorm voor 'officiële benamingen.'" En let op: "Waarbij ik met een norm iets anders bedoel dan een spellingregel (zelf lijk je deze twee gelijk te stellen in je laatste alinea)." Wie het kan uitleggen mag zich melden. Blijkbaar wordt er gezocht naar de legitimering van de kritiek, die zich oorspronkelijk baseerde op spellingregels, in dit opzicht weerlegd is, en nu vlucht in "iets als een taalnorm." Als je het mij vraagt is het gewoon het vooropgestelde eigen gelijk van de criticus, dat onwrikbaar is en niet voor rede vatbaar.

Ook hier is het de moeite waard om even bij de redenering stil te staan. Het is een bekende spelfout om  samenstellingen net als in het Engels met spaties te schrijven. Veel mensen doen dat, vooral in namen (waar het toegestaan is), maar ook in gewone woorden. Blijkbaar zijn er dus veel mensen die dat beter vinden (waarom zouden ze het anders doen). Maar er zijn natuurlijk ook mensen die zich hieraan storen. Het vuurtje van deze ergernis wordt opgestookt door taalgebruikers als die van de Stichting Onjuist Spatiegebruik, en vervolgens is de hoogte van dat vuurtje een argument in de discussie. Hoe eerlijk is dat? Je probeert eerst de ergernis te vergroten, en vervolgens zeg je: kijk eens wat die ergernis groot is! Voor de goede orde: ik heb geen kritiek op die spellingregel bij samenstellingen of de ergernis daarover. Ik zeg alleen: die ergernis is onterecht als het over naamgeving gaat.

Derde geval: "Er is nog een reden om géén gebruik te maken van die vrijheid. Uit de reacties die ik via mijn website krijg, blijkt dat veel mensen zich ergeren aan beschrijvende namen waar spaties in staan die er volgens de spellingsregels niet in zouden horen. Men vind het dom, respectloos en onnadenkend als bedrijven en overheidsinstellingen dergelijke namen kiezen." Het argument van de stroman. Niet de criticus zelf vindt jou "dom, respectloos en onnadenkend," het zijn "veel mensen" die zich ergeren en reageren op de website over onjuist spatiegebruik.Maar ondertussen is jouw standpunt wel geassocieerd met domheid, respectloosheid en onnadenkendheid. Dat mag dan onterecht zijn, het is dan toch maar zo.

Merk op hoe hier de zaken weer verdraaid worden. Er zijn dus mensen die kritiek hebben op de spatie in de naam Radboud Docenten Academie. Deze mensen zijn ofwel ongeïnformeerd (want ze weten niet dat de spellingregels deze spelling gewoon toelaten), ofwel ze hebben geen respect voor de overwegingen van de naamgever (die immers in vrijheid een afweging mag maken). Wie is hier nu dom en respectloos? Toch wordt de critici geen domheid of respectloosheid verweten. Als je dat doet, ben je de botterik. En dat was je toch al, want je ging op de taalgevoelige tenen staan waardoor je taalergernis veroorzaakte. 

Zo heeft de criticus dus altijd gelijk, en degene die zich verweert (ook al zou dat niet nodig moeten zijn) heeft geen enkele kans. Van een redelijke uitwisseling van standpunten is geen sprake, en er wordt voordurend onder de gordel gediscussieerd. Daarom doet de taalprof bijna nooit mee aan een spellingdiscussie.

11 opmerkingen:

  1. Beste Taalprof, u hebt helemaal gelijk. Als naamgever kunt u zich beroepen op het zogeheten 'donorprincipe'. Dat staat in de Woordenlijst als volgt omschreven: "het respecteren van de schrijfwijze die in de taal van herkomst gebruikt wordt of die de oprichter, de ontwerper of de eigenaar van een instelling of merk heeft gekozen. Zo kan iemand een eigennaam vastleggen die afwijkt van de officiële spellingregels, bijvoorbeeld het hoofdlettergebruik in StuBru (Studio Brussel) of PvdA (Partij van de Arbeid)."
    De naamgever kan dus kiezen hoe hij de naam van zijn 'kind' schrijft: Matilda of Mathilda, Jan Paul of Jan-Paul, Radbout Docenten Academie of Radbout Docentenacademie.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor deze toelichting! Ik was uitgegaan van het principe: als het niet verboden is mag het, maar het staat dus expliciet als respect voorgeschreven

      Verwijderen
  2. Nou ja, 'Radboud' met een d achteraan dus. :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Naast halsstarrig wil ik u nu ook graag de eigenschap snobisme toedichten. Netjes bent u in elk geval niet, als u zo'n gepikeerde blog schrijft na iets wat ik beschouw als een open discussie. U heeft het concept framing gebruikt om elke zin van de tegenpartij zo te presenteren dat hem inderdaad framing verweten kan worden. Maar een zuivere weergave van wat zich onder uw vorige blog heeft voorgedaan, is dit niet.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Prima, ik voeg in het rijtje 'dom, respectloos, onnadenkend, halsstarrig' nu ook toe 'snobistisch, gepikeerd' en 'de zaken onzuiver weergevend.' Helaas zonder bewijsmateriaal, al is 'gepikeerd' wel iets wat ik inderdaad heb laten merken. Die onderschrijf ik dus.

      Verwijderen
    2. Nu heb ik toevallig de hele discussie wél gevolgd, en als er iemand snobisme kan worden verweten, is het de mensen van spatiegebruik.nl. Het enige argument in deze discussie kwam uiteindelijk neer op 'het is fout want we vinden het niet mooi'. Jammer dat kritiek op kritiek tegenwoordig niet meer geaccepteerd wordt, waarvan akte, ook met een degelijke onderbouwing. Jammer dat de taalprof zich hier laat kennen, want hij schiet er vermoedelijk niets mee op, maar ik snap de frustratie. Taalpurisme is prima, maar sommige mensen overdrijven.

      Verwijderen
    3. Ik wilde bijna opmerken dat ik 'gepikeerd' toch wel redelijk kloppend vond toen ik de discussie las, maar dat geeft de Taalprof zelf toe.

      Verder vind ik dit weer een prachtig voorbeeld van het moderne adagium "feiten zijn ook maar een mening (die bestreden dient te worden)". Hoewel foute spaties mij vaak storen (ook in eigennamen), maar veel vaker gewoon laten lachen door de meestal onbedoelde betekenis van een tekst, heb ik me door het vorige berichtje volledig laten overtuigen van mijn ongelijk in deze discussie (nu hebben blogposts van de taalprof daar sowieso wel een handje van).

      Verwijderen
  4. De post heeft me in ieder geval aan het denken gezet over mijn eigen correctiegedrag. Want spatiegebruik is iets waar ik regelmatig op let - ik stoor me er niet aan, zolang het niet om officiële documenten of verslagen van studenten gaat - en soms kritiek op geef, ook bij namen. De discussie laat in ieder geval mooi zien hoe zinloos dat is. Ja, het woord is docentenacademie, maar het gaat hier niet om het woord docentenacademiel; het gaat om de naam Docenten Academie. Dus het is niet relevant hoe je docentenacademie spelt.

    Eigenlijk raar dat daar een dergelijke discussie over moet ontstaan. Zoals de Taalprof zegt, het is niet verboden, dus waar doen we nu werkelijk moeilijk over?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Kom je een paar weken niet kijken, gaat het zowaar over spelling. Graag even wat steun dus, voor de fel belaagde, ja "halsstarrig" geframede Taalprof.

    Namen schrijf je inderdaad zoals je (of: de naamgever) wil, al is dat voor nogal wat mensen moeilijk te vatten. Vaak heeft men het over de "spellingregels", ook als er geen regels zijn of als de regels die er wel zijn bepaalde vrijheden toestaan. Een (ander) namenvoorbeeld: voor de schrijfwijze van buitenlandse aardrijkskundige namen is er een aanbevolen lijst, maar geen verplichting.

    Wat ook vergeten wordt, is dat de (officiële) regels alleen gelden bij de overheid en in het onderwijs. Niemand hoeft er zich op deze blog aan te houden, ook al doen de meesten dat automatisch wel. Als de Taal Prof (of wie ook) hier on juist spatie gebruik wil etaleren, is dat perfect legitiem, en of het "interessant" is dat hij al dan niet "afwijkt", is daarbij niet relevant.

    Ik vraag me trouwens af of de SOS niet beter "Stichting Onjuist Spatie Gebruik" zou spellen. "Spatie Gebruik" is immers "Onjuist", hoe kun je dat beter visualiseren? En misschien is ageren met een knipoog wel net iets efficiënter dan de bloedernst waarmee men nu onterechte spaties en vermeende "afwijkingen" te lijf gaat.

    Anderzijds, stel dat de bekende Britse band "Frankie goes to Hollywood" een Nederlandse tegenhanger had, zoals "Keessie rijd naar Volendam" ... Bellen we dan de Stichting Dee Tee?

    BeantwoordenVerwijderen
  6. "Men vind het dom..."? Zie het citaat bij het derde geval.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Goed gezien! Maar in een citaat respecteer ik natuurlijk net zo goed de spellingwijze van de auteur als ik verwacht dat de spelling van een naam gerespecteerd wordt. Kijk maar naar het origineel in de reacties op de vorige blogpost.

      En in het algemeen bijt ik natuurlijk nog liever mijn tong af dan dat ik andere mensen op hun spelling ga bekritiseren.

      Verwijderen