Deze week ontstond er enige ophef naar aanleiding van een artikel in het satirische webmagazine De Speld, waarin werd bericht dat de Vereniging ten behoeve van voorzetseluitdrukkingen voortaan geen tweets meer zou publiceren vanwege het beperkte aantal karakters, waarbinnen het onmogelijk zou zijn om de voorzetseluitdrukking goed tot zijn recht te laten komen.
De voorzitter van de vereniging, jonkheer Van Aever tot Ghordt, is furieus: "Het kan wel zijn dat het allemaal satire is, maar hier wordt gewoon een stukje cultuurgoed belachelijk gemaakt, om nog maar te zwijgen van onze vereniging, die bestaat uit hardwerkende leden waarvan er sommigen de watersnoodramp van '53 nog van horen zeggen hebben meegemaakt, dus we hebben het hier wel over mensen die onze taal mee hebben opgebouwd!"
zaterdag 26 januari 2013
woensdag 23 januari 2013
Mijn irritatie
Mooie poster van loesje.nl: Mijn: bezitterig voornaamwoord. Trouwe volgers van de taalprof zullen de woordvorming herkennen: eerder schreef de taalprof over oplezerig en wederkerig. Hier gaat het ook om een woord dat niet in het woordenboek staat, maar de betekenis is weer volstrekt regelmatig: van bezitten een gewoonte gemaakt hebben en dat tot vervelens toe (of op het irritante af).
Het leuke van de poster is denk ik vooral dat het woord mijn hier op de hak wordt genomen. Dit woord wordt in allerlei webdiensten gebruikt: Mijn documenten, Mijn KPN, Mijn Vitens, Mijn Bankzaken, alles is tegenwoordig Mijn, om maar te benadrukken dat de dienst volledig onder je eigen controle staat. Herhaling, op het irritante af. Prachtig uitgedrukt in de term bezitterig voornaamwoord.
De grap drijft natuurlijk ook een beetje op de vervreemding die ontstaat vanwege de vaste combinatie bezittelijk voornaamwoord. Maar wat is bezittelijk eigenlijk voor een woord? Gaat het hier om een afleiding van het werkwoord bezitten of van het zelfstandig naamwoord bezit?
Het leuke van de poster is denk ik vooral dat het woord mijn hier op de hak wordt genomen. Dit woord wordt in allerlei webdiensten gebruikt: Mijn documenten, Mijn KPN, Mijn Vitens, Mijn Bankzaken, alles is tegenwoordig Mijn, om maar te benadrukken dat de dienst volledig onder je eigen controle staat. Herhaling, op het irritante af. Prachtig uitgedrukt in de term bezitterig voornaamwoord.
De grap drijft natuurlijk ook een beetje op de vervreemding die ontstaat vanwege de vaste combinatie bezittelijk voornaamwoord. Maar wat is bezittelijk eigenlijk voor een woord? Gaat het hier om een afleiding van het werkwoord bezitten of van het zelfstandig naamwoord bezit?
zaterdag 12 januari 2013
Over Paulien Cornelisse dan maar
Vandaag twittert @Taalpost Paulien Cornelisse over 'dan maar' ow.ly/gK9zj. De link verwijst naar haar meest recente column, over de toevoeging dan maar aan diverse uitingen, zoals De beste wensen dan maar.
Mooie column, leuke observaties, en een rake typering van wezenlijke betekenisverschillen. Over De beste wensen dan maar bijvoorbeeld: "Dat ‘dan maar’ is waarschijnlijk bedoeld om te laten merken dat we hier te maken hebben met een uitgekauwd cliché, dat helaas toch gebruikt moet worden." De spijker op zijn kop, zou ik zeggen, en gearticuleerd zoals alleen goede schrijvers dat kunnen. Maar wat staat daar nou taalkundig?
Mooie column, leuke observaties, en een rake typering van wezenlijke betekenisverschillen. Over De beste wensen dan maar bijvoorbeeld: "Dat ‘dan maar’ is waarschijnlijk bedoeld om te laten merken dat we hier te maken hebben met een uitgekauwd cliché, dat helaas toch gebruikt moet worden." De spijker op zijn kop, zou ik zeggen, en gearticuleerd zoals alleen goede schrijvers dat kunnen. Maar wat staat daar nou taalkundig?
vrijdag 4 januari 2013
Nog een rondje
Ik weet niet zeker of ik het nou een taalkundige grap vind, maar ik kan het er wel van maken. Het is een mopje dat al sinds onheuglijke tijden in mijn schoonfamilie verteld wordt, dus ik verzin niets zelf: Een grote stoere kater gaat elke avond van huis en blijft dan uren weg. Zijn kleine zoontje vraagt hem: "Pap, waar ga je toch elke keer naar toe?" "Neuken!" is het barse antwoord. "Mag ik mee, mag ik mee, mag ik mee?" Maar de kater weigert: "Nee, jongen, daar ben jij veel te jong voor." Maar de kleine blijft elke avond maar zeuren of hij mee mag, dus uiteindelijk geeft de vader toe: "Nou vooruit, kom dan maar mee." En ze vertrekken, naar een donker steegje achter de kerk. Daar aangekomen zet de vader het plotseling op een rennen, en het kleintje dribbelt er opgewonden achteraan. De kater rent of zijn leven ervan afhangt, helemaal rond de kerk, en zijn zoontje met moeite achter hem aan. En dat herhaalt zich een paar keer: de kater blijft maar rennen, in de hoop dat zijn zoontje er genoeg van krijgt. En ja hoor: na het vierde rondje komt het kleine katertje buiten adem achterop en hijgt: "Nou pap, ik neuk nog één rondje mee, maar dan ga ik naar huis hoor!"
Als je vindt dat taalkundigen met hun tengels van grappen af moeten blijven, dan moet je nu niet verder lezen.
Labels:
Bepaling,
Bijwoordelijk,
Humor,
Lijdend,
Voorwerp
donderdag 3 januari 2013
Grammaticaal CSI
Gekke zin in de Volkskrant van vandaag. Op pagina V23, in de rubriek Waar heeft de wereld het over? wordt een trending topic uit de twitterwereld aangehaald rond de soulzanger Bobby Womack, die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. De laatste zin uit dat stukje: Hij zegt het frustrerend te vinden dat hij zelfgeschreven nummers, zich niet meer kan herinneren. Twee dingen vallen op aan deze zin: het woordje zich staat op een gekke plaats, en wat doet die komma daar achter nummers?
Abonneren op:
Posts (Atom)