donderdag 3 januari 2013

Grammaticaal CSI


Gekke zin in de Volkskrant van vandaag. Op pagina V23, in de rubriek Waar heeft de wereld het over? wordt een trending topic uit de twitterwereld aangehaald rond de soulzanger Bobby Womack, die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. De laatste zin uit dat stukje: Hij zegt het frustrerend te vinden dat hij zelfgeschreven nummers, zich niet meer kan herinneren. Twee dingen vallen op aan deze zin: het woordje zich staat op een gekke plaats, en wat doet die komma daar achter nummers?
Je kunt natuurlijk eenvoudigweg constateren dat het beter anders kan: komma weg, en zich plaatsen tussen hij en zelfgeschreven. Maar dat is net zoiets als wanneer de onderzoekers bij CSI het lijk opruimen, het bloed van de muren en de vloer schrobben, de meubels weer recht zetten en zeggen: "Zo, nou is alles tenminste weer zoals het hoort."

Bij een misdaad is het namelijk niet zo heel erg interessant (of hoogstens pas in tweede instantie) om de boel op te ruimen, maar eerst om na te gaan hoe het allemaal in zijn werk is gegaan. Wat is er voorafgegaan aan de situatie die we aantreffen? Daar kun je een interessant televisieprogramma over maken. Het boenen van meubels en het schrobben van vloeren leiden niet direct tot hogere kijkcijfers.

Misschien een ideetje voor het grammaticaonderwijs: niet meteen fouten verbeteren, maar aandacht besteden aan hoe ze ontstaan zijn. Kan dat dan? Ja dat kan.

In dit geval lijkt me de komma de sleutel tot de oplossing. Wanneer zijn mensen geneigd om komma's te zetten? Na lange en ingewikkelde zinsdelen, als de zin tenminste verder gaat, en vóór en na bijzinnen. Hier staat de komma vóór zich en na zelfgeschreven nummers. Dat zijn allebei geen bijzinnen of lange en ingewikkelde zinsdelen. Maar wacht: zelfgeschreven, dat heeft wel iets werkwoordelijks. Dat kun je best uitschrijven als een hele zin.

Het gaat om de laatste zin van een kort stukje. Misschien heeft de journalist wel moeten werken met plaatsgebrek. Misschien was er een oorspronkelijke zin die langer was. In dat geval ligt het voor de hand om te denken dat in de oorspronkelijke zin zelfgeschreven wel degelijk als een bijzin uitgeschreven was.

Dat zou betekenen dat de oorspronkelijke zin is geweest: Hij zegt het frustrerend te vinden dat hij nummers die hij zelf geschreven heeft, zich niet meer kan herinneren. Dat ziet er best aannemelijk uit. De komma is nu heel gewoon, en zelfs dat zich klinkt ineens een stuk beter. Toch krijg je het gevoel dat daar nog iets mee aan de hand is. Dat zou toch eerder thuishoren tussen hij en nummers?

Het zou kunnen dat de gekke plaatsing van zich het gevolg is van het feit dat er nóg een eerdere versie van de zin is geweest. Het is namelijk een feit dat mensen het woordje zich bij het werkwoord herinneren steeds vaker weglaten (Wij herinneren hem als een goede vriend). Een journalist met een taalgevoel waarin herinneren geen wederkerend werkwoord is, zal in eerste instantie hebben geschreven: Hij zegt het frustrerend te vinden dat hij nummers die hij zelf geschreven heeft, niet meer kan herinneren. Als je zelf een taalgevoel hebt waarin herinneren wél altijd met zich is, kun je proberen je dit voor te stellen door herinneren te vervangen door terughalen of reproduceren. Of denken aan het Engelse remember, dat ook niet wederkerend is (het is niet I cannot remember me the lyrics, maar I cannot remember the lyrics).

Voor journalisten bestaan echter wel opleidingen waarin hen geleerd wordt dat herinneren een wederkerend werkwoord is. Ze hebben geleerd: ook al voel je dat zelf niet zo, herinneren is altijd met zich. Iemand die vanuit die regel een eigen tekst corrigeert, zal geneigd zijn om zich in de buurt van het werkwoord herinneren toe te voegen. Dus niet vóór dat hele lange zinsdeel met die bijzin (die hij zelf geschreven heeft) maar daarna.

Zo komen we dus tot de volgende reconstructie. Eerst heb je de zin Hij zegt het frustrerend te vinden dat hij nummers die hij zelfs geschreven heeft, niet meer kan herinneren. De journalist leest dit nog eens over, denkt: "Daar moet zich bij," en voegt dit toe achter de komma, zodat je in plaats van niet meer kan herinneren krijgt zich niet meer kan herinneren. Vervolgens blijkt deze zin te lang, en de journalist kort hem in door van nummers die hij zelf geschreven heeft te maken zelfgeschreven nummers. Maar de komma blijft per ongeluk staan, want misdadigers maken altijd een klein foutje.

Nu gaan we de journalist aan de tand voelen. Maar wat blijkt? Deze weet heel goed dat herinneren wederkerend is. Dat betekent dat onze reconstructie van zich niet klopt. Is er dan nog een andere mogelijkheid? Gelukkig, die is er.

Het kan namelijk ook zijn dat het zinsdeel nummers die hij zelf geschreven heeft oorspronkelijk niet op deze plaats stond. Maar dat kan alleen als het in zijn geheel een bijzin is geweest. En dat kan alleen als het oorspronkelijk iets was als wat hij zelf geschreven heeft. Onder deze reconstructie was de oorspronkelijke zin: Hij zegt het frustrerend te vinden dat hij zich niet meer kan herinneren wat hij zelf geschreven heeft. Besluit je van hieruit om die bijzin naar voren te plaatsen, dan is het beste: Hij zegt het frustrerend te vinden dat hij wat hij zelf geschreven heeft, zich niet meer kan herinneren. Dat is weliswaar een lastige zin, vanwege die ingebedde bijzin, maar hij lijkt grammaticaal redelijk in orde. Ook de komma is nog steeds verklaarbaar. Van hieruit kun je nog steeds de verkorting tot zelfgeschreven nummers motiveren.

Nu nog even de ontstaansgeschiedenis van de tekst uit het oorspronkelijke computerbestand zien te achterhalen, of de journalist onder hypnose een bekentenis afdwingen, en de zaak is rond. Weer een succes voor het grammaticale CSI-team.





1 opmerking:

  1. Dit soort onderzoek is tegenwoordig eenvoudig met Google. Zie bijvoorbeeld http://www.spinner.com/2013/01/02/bobby-womack-alzheimers/: "The doctor said you have signs of Alzheimer's. He said it's not bad yet but it's going to get worse. How can I not remember songs that I wrote? That's frustrating," he shared."

    BeantwoordenVerwijderen