zondag 5 september 2010

Taal moet je voelen


Wie heeft er wel eens op school geleerd hoe je taal moet voelen? Niemand? Wat? Dat hoeft toch helemaal niet? Hoezo, dat doe je vanzelf al? Maar dat geldt toch ook voor het gebruiken van taal? Dat doe je ook vanzelf al en toch leer je er iets over op school. Zelfs nadenken over taal doe je al zonder dat je daarover op school iets wordt geleerd.


Ook voelen moet je leren. Tenminste, je moet leren hoe je voelt dat je voelt. En hoe je dat dan weer weet: hoe je weet dat je voelt hoe je voelt. Want taal voelen, dat doe je meestal onbewust. En net als je voor je gezondheid moet luisteren naar je lichaam, zo moet je voor je taalgebruik luisteren naar je taalgevoel.

Geef eens een voorbeeld, taalprof! Natuurlijk, geen probleem. Let op, komt-ie: ontleden op gevoel.


Lees het volgende dialoogje, en stel je voor dat jij persoon B bent. Probeer je voor te stellen wat de betekenis is van alles wat er staat, en spreek het vervolgens hardop uit, op een zo natuurlijk mogelijke manier. Luister goed naar hoe je het zegt. Probeer je eigen stem te horen vóórdat je de tekst uitspreekt. Dat kan natuurlijk niet, maar je zult merken dat je je daar best iets bij voor kunt stellen:
A: Wat ga jij vandaag allemaal doen?
B: Nou, ik ga eerst mijn neefje bellen, dan ga ik een sapje drinken, een boekje lezen, een filmpje kijken, een uurtje slapen en een broodje eten.
En? Gelukt? Is je iets opgevallen aan de manier waarop je de opsomming uitgesproken hebt? Let op: door alleen zwijgend te lezen merk je het niet, je moet echt hardop uitspreken of je tenminste voorstellen dat je het hardop uitspreekt.


Als het goed is, is er één element van de opsomming waar je uitspraak hapert, één element dat je ineens heel anders uitspreekt. Wat voel je daar?


Je voelt daar de bijwoordelijke bepaling. Alle elementen bestaan uit lijdende voorwerpen met een werkwoord, en eentje is een bijwoordelijke bepaling met een werkwoord. Die voelt ineens anders aan. Hoe komt dat? Dat komt omdat je een lijdend voorwerp met zijn werkwoord veel meer als een eenheid voelt dan een bijwoordelijke bepaling met een werkwoord. Het lijdend voorwerp hoort meer bij het werkwoord, een bijwoordelijke bepaling is er meer aan toegevoegd. Daardoor delen lijdend voorwerp en werkwoord één klemtoon, en bijwoordelijke bepaling en werkwoord worden ieder apart beklemtoond. Dát is wat je voelt.


En nu eens kijken wat je met dit gevoel kunt doen: bij welke manier van uitspreken hoort een eindje fietsen? Wat voor een zinsdeel is een eindje dus? Kijk: ontleden op gevoel!




12 opmerkingen:

  1. Geweldig! Ik heb het dialoogje bij wijze van prijsvraag meteen op mijn vaksite voor derdeklasleerlingen vwo geplaatst. Ik hoop dat u het niet erg vindt dat ik er (nog) geen bron bij vermeld heb.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Johan Schipper: Ik snap het. Ik zou wel willen weten of het inderdaad werkt, dus als je me dat nog een keer zou willen mailen (dan wel het hier vermelden), dan zou ik dat op prijs stellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zo'n benadering haalt inderdaad de angel uit zinsontleding.
    Ze biedt ook mogelijkheden voor de dichtkunst. Een goed geplaatste bijwoordelijke bepaling kan als een goede zwier de cadans van je zin of regel vervolmaken.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De prijsvraag is geweest, maar de in het vooruitzicht gestelde versnapering kan ik zelf opeten. Ik heb een enkele reactie op de site gekregen en een paar in de wandelgangen van de les, die de plank ietwat missloegen. Na wat toelichting klonk zoiets als: "O ja, nu het zegt!"

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @Johan Schipper: O, da's jammer! Toch vind ik 'Nu je het zegt' een veelbelovende reactie, want blijkbaar sluit het wel op de een of andere manier aan bij de intuïtie. Blijkbaar is het dialoogje alleen dus niet in staat om die intuïtie aan te wakkeren.
    Dat roept bij mij twee vragen op: (1) wat zou je kunnen doen om die intuïtie alsnog aan te wakkeren zonder die uitleg achteraf? En (2) Als mensen zeggen "o ja, nu je het zegt" kunnen ze dan wel die intuïtie voor nieuwe gevallen aanboren? Met andere woorden: kan er toch transfer plaatsvinden naar andere gevallen?

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Daar ga ik eens goed over nadenken.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Frustrerend dit. "Als het goed is, is er één element van de opsomming waar je uitspraak hapert, één element dat je ineens heel anders uitspreekt. Wat voel je daar?" Als het goed is, ja, maar wat als het fout is? Mijn uitspraak hapert helaas niet, dus er gaat iets fout, en vervolgens kan ik de rest van de uitleg niet volgen, want ik weet niet over welk deel van de zin het gaat. Ik hoop - nadat iemand mij zegt waar ik had moeten haperen - dat ik ook kan zeggen 'nu je het zegt'. Maar tot nu toe: een frustrerende uitleg, hoe ik ook op mijn tenen probeer te staan.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. @Huibert: O dat spijt me dan. Het is natuurlijk niet mijn bedoeling om mensen te frustreren. De bedoeling is echter dat het gevoel bij jezelf ontstaat, eigenlijk zonder uitleg. Die uitleg achteraf kan zo'n o-ja-nu-je-het-zegtgevoel teweegbrengen, maar de echte leerervaring zou spontaan moeten optreden.
    Mag ik je dan vragen eens bij jezelf na te gaan of er een verschil is in je uitspraak van 'een uurtje lezen' met 'een kuurtje nemen'? Voel je daar enig verschil, met name als je probeert te letten op intonatie (klemtoon, toonhoogte, ritme)? Zo nee, dan verzin ik een ander voorbeeld. Zo ja, kun je dat verschil vasthouden en het waarnemen in het oorspronkelijke lijstje?

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Beste taalprof,
    Gelukkig dat mijn frustratie leidde tot mijn reactie en die weer tot uw reactie: intussen merk ik het verschil inderdaad! Ik denk dat ik me teveel concentreerde op het haperen bij het uitspreken, en dat gebeurde niet. En daardoor miste ik het verschil in uitspraak. Dank, het is me nu volkomen helder (en zonder 'nu u het zegt', waardoor de ervaring inderdaad intenser is en zeker zal blijven hangen in mijn geheugen). Dank!

    BeantwoordenVerwijderen
  10. @Huibert: Ah, mooi! Misschien was de term 'haperen' de boosdoener, en kan ik beter een term als 'ritme' of 'melodie' gebruiken, maar dat suggereert weer teveel zingen. Ik gebruikte 'haperen' omdat ik verwachtte dat de gelijke intonatie voor alle elementen van het lijstje behalve één tot een "hapergevoel" zou leiden. Ik moet er nog eens over nadenken, maar als je een suggestie hebt, graag!

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Ik moet denken aan de antimetrie in de dichtkunst: een paar lettergrepen die betekenisvol uit de maat lopen. Voor wie het hoort. Denk aan Bloem: "Het leven houdt zijn wonderen verborgen / Tot het ze opeens toont in hun hogen staat." Of P.C. Hooft: "Onachterhaalbre Tijd, wiens hete honger .../En keert en wendt en stort Staten en koninkrijken."

    BeantwoordenVerwijderen