zaterdag 23 februari 2008

De Taalprof de maat genomen



Als er ergens een grammaticatoets op het internet staat, is de taalprof er als de kippen bij om zich daaraan te onderwerpen. Dit is zo'n test. En wat denk je? De taalprof scoort geen 100, maar 85%. Wat had hij fout?


Nou moet ik van tevoren zeggen dat het echt toeval is dat het hier weer de taalwinkel betreft, waar ik een paar weken geleden zo'n kritiek op had. Het is echt niet mijn bedoeling om aan "taalwinkelbashing" te doen, maar zeg nou zelf: misstanden moeten gerapporteerd worden.

Wat had de taalprof fout? Allereerst een vraag over de zin Heb jij je studie dan niet met veel plezier gevolgd? De vraag was: wat is het zinsdeel Met veel plezier? Is dat (a) een bepaling, (b) een indirect object of (c) een prepositieconstituent. Nou is het een bijwoordelijke bepaling (van hoedanigheid), dus de taalprof kiest voor (a). Maar nee, de taalwinkel verwijst (ook nog eens met een niet werkende link) naar de al eerder bekritiseerde pagina over de prepositieconstituent, ten teken dat (c) het goede antwoord zou zijn. Maar op die pagina staat de uitleg die erop wijst dat een prepositieconstituent een "vaste combinatie met de persoonsvorm" moet zijn. En zelfs al zou die uitleg kloppen, dan is die nog niet op dit geval van toepassing. Wat is er vast aan de combinatie volgen met veel plezier?


En dan de tweede fout van de taalprof. De zin: We zullen dat nooit meer vergeten. Dat is een (a) pronomen, (b) verwijswoord (c) prepositie. Het is een aanwijzend voornaamwoord, maar welk antwoord komt daar het dichtste bij? Alle voornaamwoorden zijn verwijswoorden, net zoals sommige bijwoorden (zoals daar), maar "verwijswoord" is eigenlijk geen officiële woordsoort. De taalprof kiest dus voor (a). Maar nee,  het moet volgens de taalwinkel (b) zijn, en voor uitleg wordt verwezen naar de pagina relativa. Relativa???


De link werkt helaas weer niet, en de pagina over relativa heb ik niet kunnen vinden. Wel die over verwijswoorden, wat het goede antwoord zou moeten zijn. Daar staat de volgende tekst:
Verwijswoorden worden gebruikt om te verwijzen naar woorden of zinsdelen, soms hele zinnen die eerder zijn genoemd. Er bestaat dus een relatie tussen dit woord en een ander woord of zinsdeel. Voorbeelden van verwijswoorden zijn: hier, daar, er, dat, wat, waarvan.
Wat is dit voor een uitleg? Volgens deze definitie zouden alle voornaamwoorden verwijswoorden zijn. Dat kun je best vinden, maar hoe moeten verwijswoorden dan worden onderscheiden van pronomina? Even kijken op de pagina pronomina. Daar staat (ik citeer even de complete pagina):
Pronomina zijn woorden als: ik, jouw, welke, zichzelf, men en zo'n.


Kijk voor meer informatie en oefeningen over pronomina bij Cadmiumned of op de ANS.
Geen uitleg, alleen een paar voorbeelden. En een verwijzing naar de ANS. Ja hallo! Maar in de ANS staat gewoon de opsomming van alle soorten voornaamwoorden inclusief de aanwijzende voornaamwoorden die in de taalwinkel niet onder de pronomina maar onder de verwijswoorden vallen. Dus volgens de verwijzing naar de ANS vanuit de pagina pronomina zou je dat in de bewuste zin als een pronomen moeten benoemen, maar volgens de pagina verwijswoorden is het een verwijswoord.


Nogmaals, het gaat er mij echt niet om de taalwinkel hier te kijk te zetten, maar dit soort uitleg is een belediging van de grammatica. Ik vind het prima als je een vereenvoudigde, of zelfs maar een eigen terminologie erop na wilt houden, maar leg die dan tenminste behoorlijk uit. Dit kun je niet met goed fatsoen verkopen. Het moet onmiddellijk uit de schappen verwijderd worden.





8 opmerkingen:

  1. Hihi, ik heb 95% gescoord. En dat terwijl ik af en toe twijfelde over een antwoord omdat ik niet geheel bekend ben met de gebruikte terminologie. Zeg zelfstandig naamwoord en ik weet waar het over gaat. Maar substantief? Is die anderhalf jaar Latijn van jaren geleden toch nog ergens goed voor geweest...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Anja: aangezien twee antwoorden van de taalwinkel fout zijn moet jij er daar dus één van ten onrechte goed hebben.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. n.a.v. de vorige post ook al de taalwinkel doorgekeken. Je hoeft je echt niet te verontschuldigen als je zegt wat daar allemaal mis is...
    Wat is daar trouwens aan de hand met de Latijneritis? Is er geen Nederlands equivalent van al die woorden? Moeilijkdoenerij als je het mij vraagt.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @kevin: ja, je hebt misschien wel gelijk. Het zal allemaal wel een poging zijn om termen te gebruiken die een internationaler uitstraling hebben en daardoor ook voor tweedetaalleerders herkenbaar zijn, maar zonder goede uitleg schieten die termen hun doel voorbij.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik scoor ook 85%. Eens zien of we dezelfde 'fouten' gemaakt hebben... Ja, inderdaad! Ook ik heb de vraag over de bepaling/prepositieconstituent en de vraag over "We zullen dat nooit meer vergeten" verkeerd beantwoord. Ik ben het absoluut niet eens met wat zij zeggen hierover: 'dat' is toch een voornaamwoord, een pronomen dus? En wat de PP betreft: volgens mij maken ze hier geen onderscheid tussen categorielabels en functielabels. 'Met veel plezier' is een PP (categorie) die als functie 'bepaling van hoedanigheid' heeft.
    Overigens had ik ook de vraag over 'Ik heb gisteren de hele avond zitten lezen' fout omdat ik dacht dat 'zitten' een perfectum is. Qua vorm is het een infinitief maar qua betekenis een perfectum. Een twijfelgeval dus voor mij.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @suzan: bij die vraag over het perfectum zou je nog kunnen zeggen dat die betekenis van het perfectum niet alleen zit in het woord 'zitten' maar ook in het hulpwerkwoord 'heb'. Zitten is (als we dan toch in de sfeer van de Latineritus zitten) de 'infinituvus pro participio', de helewerkwoordsvorm die in plaats van het voltooid deelwoord gebruikt wordt.
    En dat onderscheid categorie-functie, ja het ligt voor de hand om te denken dat de mensen van de taalwinkel hier een categorielabel op het oog hebben. Maar in de uitleg van de term "prepositieconstituent" is heel duidelijk dat ze doelen op het voorzetselvoorwerp (vaste combinatie met werkwoord).

    BeantwoordenVerwijderen
  7. En de derde vraag?

    BeantwoordenVerwijderen
  8. @Steven Stenfert: die vraag over 'dat'? Die staat al in de log besproken.

    BeantwoordenVerwijderen