dinsdag 30 november 2010

Hoe de taalprof steeds weer in verzoeking wordt geleid



Eens in de zoveel tijd duikt hij weer op: de wordt-verzocht-kwestie. Weliswaar gaat het niet meer over de vraag of De reizigers worden verzocht om over te stappen een correcte zin is (daar is iedereen het wel onderhand over eens, zelfs over de stelling dat het altijd een correcte zin is geweest), maar nu gaat het over de oorsprong van de controverse: hoe ontleed je wij verzoeken de reizigers om over te stappen? Wat is de reizigers voor een zinsdeel, en hoe benoem je om over te stappen? Dat is nog niet zo eenvoudig.


Iedereen is het erover eens dat het werkwoord verzoeken twee voorwerpen kan hebben: een persoon en een zaak (of actie). Weliswaar kun je elk van beide weglaten, het ene wat makkelijker dan het andere (de persoon kun je makkelijker weglaten als de zaak het voorzetsel om heeft, zoals in om een voorziening verzoeken), maar de ontleding is onzeker. De taalkundige Den Hertog merkte in 1894 al op dat je iemand verzoeken om iets te doen kunt ontleden zoals iemand uitnodigen om iets te doen,  met iemand als lijdend voorwerp en om iets te doen als (zoals Den Hertog dat noemde) oorzakelijk voorwerp, maar lange tijd is gepropageerd dat iemand meewerkend voorwerp is en de beknopte bijzin lijdend voorwerp. Wat is nu het beste? Daarover flakkerde de discussie in het weekend weer op, nadat de taalprof weer eens in verzoeking was geleid om de draad op te pakken.

Al eerder publiceerde de taalprof op deze site een overzicht van argumenten, maar dat ging over de vraag welk van beide zinnen het beste was: de reizigers wordt verzocht om over te stappen, of de reizigers worden verzocht om over te stappen. Nu is het tijd voor een inventarisatie van de argumenten voor de ontleding van iemand verzoeken om iets te doen.

Er zijn voor elk van de voorwerpen twee standpunten ingenomen: iemand is meewerkend voorwerp of iemand is lijdend voorwerp. En om iets te doen is lijdend voorwerp of om iets te doen is voorzetselvoorwerp/oorzakelijk voorwerp (misschien veeg ik die twee ten onrechte op een hoop, maar vooralsnog neem ik ze bij elkaar). Weliswaar lijkt niet elke combinatie even waarschijnlijk (veel mensen hebben iets tegen twee lijdende voorwerpen), maar ik kies voor een inventarisatie van de afzonderlijke standpunten, met hier en daar een verwijzing naar de samenhang.

Ik verzamel de argumenten voor en tegen deze vier stellingen, met de uitnodiging om ze aan te vullen. Bij ieder argument geef ik ook waar mogelijk kanttekeningen. Omdat het blijkbaar om een uiterst gevoelige kwestie gaat, verklaar ik vooraf naar eer en geweten te hebben geprobeerd de argumenten voor en tegen eerlijk weer te geven. Mocht ik daar niet in geslaagd zijn, dan laat ik mij graag corrigeren.

A. iemand is meewerkend voorwerp

Dit is de "klassieke" ontleding, sterk gepropageerd vanaf het einde van de negentiende eeuw. De motivatie:

1. Je kunt aan toevoegen: aan iemand verzoeken om iets te doen. Daar zijn voorbeelden van te vinden, maar een kanttekening is dat de variant zonder aan dominanter is (weliswaar niet geteld, maar bij steekproeven tot nu toe altijd gebleken). Minimale kanttekening is dat je aan altijd kunt weglaten, terwijl het meestal niet zo gelukkig is om het erbij te zetten.

Dit argument maakt gebruik van de formule aan iemand iets verzoeken, waarbij de beknopte bijzin is vervangen door het voornaamwoord iets. Kanttekening daarbij is dat de formule met beknopte bijzin, aan iemand verzoeken om iets te doen, ineens een stuk slechter wordt.

2. iemand is de aangesproken persoon. Dit is de persoon die traditioneel bij de meewerkende voorwerpen hoort. Kanttekening: er zijn genoeg voorbeelden van lijdende voorwerpen die aangesproken persoon zijn. Uitnodigen is het voor de hand liggende voorbeeld, maar  aanspreken is het sterkste voorbeeld. In iemand aanspreken is iemand zeker lijdend voorwerp, en toch is het aangesproken persoon. Mijns inziens ongeldig argument.

3. iemand is meewerkend voorwerp omdat om iets te doen lijdend voorwerp is. Bij twee objecten is er een het direct object en het ander het indirect object. Kanttekening: over de ontleding van om iets te doen als lijdend voorwerp, zie de kanttekeningen aldaar. Over de stelling dat bij twee objecten altijd de een direct en de ander indirect is: hoe zou dat dan moeten zitten bij combinaties van lijdend voorwerp en voorzetselvoorwerp? Zoals iemand vergelijken met iemand, iemand opzadelen met iets, iemand verleiden tot iets. Dan zou iemand in al die gevallen ook meewerkend voorwerp moeten zijn, en dat wordt door niemand beweerd. Ook de stelling dat twee lijdende voorwerpen niet zou kunnen is onbewezen.

4. Bij nominalisatie, en zeker bij het afgeleiden zelfstandig naamwoord verzoek, verschijnt het voorzetsel aan bij de persoon (een verzoek aan iemand). Kanttekening: bij nominalisatie verschijnt ook van (het verzoeken van iemand).

5. Iemand is meewerkend voorwerp naar analogie van iemand vragen om iets te doen. Kanttekening: bij iemand iets vragen heb je twee betekenissen: bij iemand informeren naar iets, en iemand aansporen tot iets. Dat correspondeert met de vormen (aan) iemand vragen of hij iets wil doen en iemand vragen om iets te doen. Bovendien is in de lijdende vorm hiervan ik word gevraagd iets te doen beter dan (minstens even goed als?) mij wordt gevraagd iets te doen.

6. iemand is meewerkend voorwerp omdat je iemand kunt weglaten en om iets te doen niet. Daaruit blijkt dat om iets te doen het directe object is, en iemand het indirecte. Kanttekening: dit klopt in elk geval niet met de etymologie (uit de oorsprong van het woord blijkt dat de persoon in ieder geval in het verleden het lijdend voorwerp moet zijn geweest). Bovendien is die weglaatbaarheid een twijfelachtig criterium. Veel zekere directe objecten zijn ook weglaatbaar (zoals iemand in iemand verleiden tot iets). Daarnaast is weglating van iemand nou ook weer niet zo heel erg gebruikelijk, en weglating van om iets te doen komt ook nog wel incidenteel voor.

Dit argument is ook verwoord als de stelling dat iemand verzoeken geen complete zin is en iemand uitnodigen wel. Daarom zou iemand bij uitnodigen wel een lijdend voorwerp zijn en iemand bij verzoeken niet. Kanttekening: iemand smeken en iemand vergelijken zijn ook geen complete zinnen, en toch is iemand lijdend voorwerp in iemand om iets smeken en iemand met iemand vergelijken.

7. Iemand is in elk geval ooit als meewerkend voorwerp beschouwd omdat er voorbeelden zijn met de persoon in de derde naamval. Kanttekening: er zijn ook genoeg voorbeelden met de vierde naamval.

B. iemand is lijdend voorwerp

Dit is de ontleding die Den Hertog voorstelde naar analogie van iemand uitnodigen om iets te doen. De motivatie:

1. De etymologie van verzoeken is het voorvoegsel ver- toegevoegd aan een werkwoord, net zoals in ver+twijfelen, ver+leiden. De bijbehorende betekenis is "aan het ... brengen." Verzoeken is dus oorspronkelijk "aan het zoeken brengen." Bij dit afgeleide werkwoord hoort dus een persoon als lijdend voorwerp. Tegen dit argument is weinig in te brengen. Een kanttekening kan zijn dat een ontleding in het verleden niet noodzakelijk hetzelfde is als de ontleding in het tegenwoordige Nederlands. De taal kan in de loop der tijden veranderd zijn. Kanttekening daar weer bij: die verandering zou je dan eigenlijk wel aan moeten kunnen wijzen.

2. In de lijdende vorm krijg je overwegend de persoon als onderwerp. Dit is de oorsprong van de discussie. Veel mensen (de meeste?) zeggen De reizigers worden verzocht om over te stappen, en dit volgt rechtstreeks uit de ontleding dat de reizigers het lijdend voorwerp is bij verzoeken. Kanttekening: ook het meewerkend voorwerp kan het onderwerp worden in de lijdende vorm. Kanttekening daar weer bij: ja, maar dat levert eigenlijk overal niet zo'n heel best resultaat op, en vrijwel nooit de dominante vorm. Hier wel.

3. Iemand is lijdend voorwerp in ieder geval als het andere voorwerp géén lijdend voorwerp is. In de constructie iemand om iets verzoeken is om iets voorzetselvoorwerp, en dus lijkt het beter om iemand lijdend voorwerp te noemen. Kanttekening: is iemand om iets verzoeken wel dezelfde constructie als iemand verzoeken om iets te doen?

4. Bij nominalisatie (het verzoeken) kun je het voorzetsel van krijgen. Dat kan normaliter niet bij meewerkende voorwerpen, maar wel bij lijdende voorwerpen. Kanttekening: ja maar je kunt ook aan krijgen (zie argument A4).

5. Iemand is lijdend voorwerp naar analogie van iemand uitnodigen om iets te doen, iemand beletten om iets te doen, iemand smeken om iets te doen. Dit is het oorspronkelijke argument van Den Hertog, uitgebreid met wat andere voorbeelden.

6. Iemand is lijdend voorwerp omdat het zijn naamval van het werkwoord krijgt, in tegenstelling tot het andere voorwerp (dat meestal een beknopte bijzin is of een voorzetsel heeft). Bij twee voorwerpen waarvan er een naamval van het werkwoord krijgt is dat doorgaans het lijdend voorwerp.

7. Iemand is in elk geval ooit als lijdend voorwerp beschouwd omdat er voorbeelden zijn met de persoon in de vierde naamval. Kanttekening: er zijn ook genoeg voorbeelden met de derde naamval.

C. Om iets te doen is lijdend voorwerp

1. Iemand verzoeken om iets te doen is een nadere invulling van iemand iets verzoeken. In die formule is iets lijdend voorwerp (wat kan het anders zijn?), dus de beknopte bijzin is dat ook. Kanttekening: iemand iets verzoeken, kan dat wel? Het is heel lastig om voor iets andere invullingen te zoeken dan een bijzin. Kanttekening daar weer bij: die voorbeelden zijn er wel (iemand toestemming, uitlevering verzoeken). Kanttekening daar weer bij: ja maar daar kun je dan toch altijd weer een voorzetsel (om, tot) bijzetten, zonder veel betekenisverschil. Dat is zelfs in alle gevallen beter. Dus is dat dan toch eigenlijk niet steeds iemand om iets verzoeken?

D. Om iets te doen is oorzakelijk of voorzetselvoorwerp

1. De variant iemand om iets verzoeken is onomstreden. Daarin is om iets zeker voorzetselvoorwerp. Er bestaat dus hoe dan ook een variant van verzoeken met voorzetselvoorwerp. De stelling is dat de beknopte bijzin hetzelfde voorwerp is. Dat is de eenvoudigste stelling. Elk ander standpunt moet apart beargumenteerd worden. De term oorzakelijk voorwerp is dan van toepassing omdat bij dat type voorwerp het voorzetsel onder bepaalde omstandigheden ook achterwege kan blijven, terwijl het dan in andere omstandigheden kan opduiken.

2. De benoeming oorzakelijk voorwerp sluit aan bij historische voorbeelden van verzoeken met een genitiefobject (des verzocht zijnde).

3. De benoeming voorzetselvoorwerp sluit aan bij de etymologie, die uitgaat van de persoon als lijdend voorwerp, en een toegevoegde doelbepaling (om, tot) die als voorwerp is gaan fungeren.

Conclusie

Voor alle standpunten bestaan redelijke argumenten. Misschien moet je zeggen dat er twee ontledingen mogelijk zijn, maar dat heeft iets onbevredigends, vooral omdat er geen duidelijk betekenisverschil verbonden is met die twee ontledingen.

Alles overwegende heb ik zelf de neiging om te kiezen voor de ontleding met iemand als lijdend voorwerp, en de beknopte bijzin als oorzakelijk of voorzetselvoorwerp. Dan heb je maar één werkwoord verzoeken. Ik zie wel dat er voorbeelden zijn die je per se anders moet ontleden, maar die zou ik het liefste als artefacten beschouwen: kunstmatige vormen op basis van de andere ontleding, of analogieën met betekenisverwante andere werkwoorden.


2 opmerkingen:

  1. Oei, die "duizenden naar verluidt" (A1) moet ik snel even nuanceren. Ik hoop dat het "rood waas" mij nergens parten heeft gespeeld bij het gebruik van het woord "duizend(en)", maar wat ik bedoelde was dat ik - in totaal - enkele duizenden voorbeelden van 'verzoeken' (en bepaalde vormen daarvan) heb gecheckt, dus het gaat zeker niet alleen om 'verzoeken aan'. Maar, om een indicatie te geven, als het de nominalisaties (het verzoeken/aan/van/om) betreft, dan komt 'aan' "tientallen" keren voor en de twee andere elk "honderden" keren. Niet onbegrijpelijk, omdat de verzochte instantie vaak wordt weggelaten. Opvallend is wel dat desondanks 'aan' bijna twee keer zo veel voorkomt dan 'van' met verzochte instantie ("accusatief van de persoon"). Ook al lopen de voorbeelden niet in de duizenden, toch hebben de onderlinge verhoudingen enige betekenis, aangezien het om 'alle' voorbeelden gaat en nominalisaties nu eenmaal niet zo frequent zijn.
    Ik kom later nog terug op een en ander, ook op uw vraag naar "mijn bestand" (bestanden, eigenlijk), maar heb momenteel niet echt tijd voor meer. En tijd laat zich nu eenmaal niet verzoeken ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Herman: OK. Zoals je ziet misken ik de voorbeelden niet, ik inventariseer hier in eerste instantie de argumenten. Uiteindelijk wil ik het natuurlijk wel goed krijgen. Hier heb ik het over de gevallen van werkwoord 'verzoeken' met 'aan.' Daar had jij toch ook voorbeelden van destijds? Ik doel nu niet op dat bestand met nominalisaties, dat zou onder A4 moeten vallen. Daar heb ik nu nog geen getallen bij staan: het lijkt me inmiddels duidelijk dat gevallen met 'aan' daar wel voorkomen.
    Ik haal dat 'duizenden naar verluidt' hier voorlopig wel even weg.

    BeantwoordenVerwijderen