Deze maand is het feest bij de taalprof. Precies drie jaar geleden ging het weblog in de lucht. Het eerste bericht staat weliswaar gedateerd op 1 februari, maar om de vragen buiten de actuele berichten te houden zijn ze geantedateerd. Het eerste echte bericht werd gepubliceerd op 8 februari 2006, en de eerste reactie dateert twee dagen later.
Als lezer van het weblog zul je weinig van de feestelijkheden merken, het is vooral de taalprof zelf die een krat tussenwerpsels heeft ingeslagen en een paar blikken bepalingen van gesteldheid heeft opengetrokken om in zijn eentje van te genieten. Misschien komen er ook nog een paar voegwoorden langs, maar dat weet je maar nooit, die blijven vaak weg.
Wat de taalprof vooral niet zal doen is geld over de balk smijten of de bloemetjes buiten zetten want voor je het weet zit hij weer verzeild in een discussie over werkwoordelijke uitdrukkingen en daar komt hij nooit helemaal uit. Enfin, de morfologische opbeterpilletjes liggen al klaar.
Van harte gefeliciteerd, taalprof, ik zal je feestje vergezellen als meewerkend voorwerp. Ik ben een tijdje lijdend voorwerp geweest, maar vind het leuk om verkleed als meewerkend voorwerp (het is tenslotte carnaval) mee te feesten! Mijn kado:
BeantwoordenVerwijderenDe laatste tijd heb ik wat you tubefilmpjes bekeken van 'RSS in plain English', 'wiki in plain English' etc. Een leuke opdracht voor je lezers/ studenten: 'werkwoord in gewoon Nederlands'of 'bepaling van gesteldheid in gewoon Nederlands'?
Gefeliciteerd taalprof, met het bepalen van deze mijlpaal. En bij wijze van verjaardagsgeschenk: u schrijft "Als lezer van het weblog zul je weinig van de feestelijkheden merken, het is vooral de taalprof zelf die een krat tussenwerpsels heeft ingeslagen en een paar blikken bepalingen van gesteldheid heeft opengetrokken om in zijn eentje van te genieten." Volgens velen had het laatste stukje van die zin moeten zijn "om er in zijn eentje van te genieten". Zoudt u daar uw licht nog eens over kunnen laten schijnen, of is deze koe te oud om (hem?) op deze heuglijke dag uit de sloot te halen?
BeantwoordenVerwijderen@Ton van der Wouden: Ah, ik pak je geschenk even uit: in mijn visie zit het verschil 'm in de grammaticale functie. Als ik de bijzin zie als een bijwoordelijke bepaling, dan heb ik de neiging om er 'er' bij te zetten. Helemaal als ik 'om' vervang door 'teneinde' (dat ik niet in de verpakking aantrof): 'de taalprof heeft een paar blikken bepalingen van gesteldheid opengetrokken, teneinde er in zijn eentje van te genieten.'
BeantwoordenVerwijderenAls ik de bijzin echter als een bijvoeglijke bepaling beschouw, dan zet ik er liever geen 'er' bij. Al helemaal niet als ik 'een paar blikken bepalingen van gesteldheid' samen met die bijzin voorop plaats: 'Een paar blikken bepalingen van gesteldheid om in zijn eentje van te genieten werden door de taalprof opengetrokken.'
Een beetje drooggekookt zie je het verschil in de zinnen 'Ik pak een pen om mee te schrijven' (bijvoeglijk) en 'Ik pak een pen om ermee te schrijven' (bijwoordelijk).
Ik concludeer dat ik bij het schrijven de bijvoeglijke lezing in mijn hoofd moet hebben gehad. Ik zie wel dat de bijwoordelijke lezing in deze context ook zou kunnen, maar ik prefereer de bijvoeglijke lezing, temeer omdat ik eerder van de bepalingen van gesteldheid zelf geniet dan van de blikken.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik niet ook geniet van dit soort verjaardagsgeschenken. Hartelijk dank!
Overigens: jouw voorbeeld op het einde 'deze koe is te oud om (hem) uit de sloot te halen' is volgens mij weer iets anders. Die constructie met 'te ... om te ...' is een veelbesproken geval waar ik graag nog een keer op terugkom, maar dan moet ik er eerst nog eens goed over nadenken.
@festina lente: leuk idee van die 'plain english'-filmpjes! Ik ga erover nadenken.
BeantwoordenVerwijderenInteressant, en ik geloof dat ik uw intuities deel, maar (vergeef mij de technische termen) waarom mag "er" wel wegblijven/"gedeleerd worden" bij "prepositiestranding" in bijvoeglijke bijzinnen en niet in bijwoordelijke?
BeantwoordenVerwijderen@Ton van der Wouden: ik ben al blij dat de traditionele zinsontleding een goed aanknopingspunt is om het verschil aan op te hangen!
BeantwoordenVerwijderenMaar om met je laatste vraag te beginnen: in gewone zinnen mag 'er' ook niet zomaar wegblijven. Dus niet weglaten zou het uitgangspunt zijn, zou ik denken. Dan is dus de vraag waarom 'er' mag wegblijven in (beknopte) bijvoeglijke bijzinnen. Daar moet dan allereerst bij opgemerkt worden dat het niet alleen 'er' is maar ook 'het,' 'hem' of 'd'r': 'een boek om meteen te lezen,' 'een man om erbij te hebben,' 'een vrouw om lief te hebben'. In al die zinnen blijft het lijdend voorwerp in de bijzin achterwege.
Ik denk dat het iets te maken heeft met het feit dat het een bijvoeglijke bijzin zonder een betrekkelijk voornaamwoord is. In een gewone (niet beknopte) bijzin zou je een betrekkelijk voornaamwoord (of voornaamwoordelijk bijwoord) krijgen dat vooraan de zin komt te staan. Bij beknopte zinnen heb je nooit een betrekkelijk voornaamwoord. Ik denk dus dat niet 'er' of 'het', maar een betrekkelijk voornaamwoord of betrekkelijk voornaamwoordelijk bijwoord is weggelaten, of nog spannender: een onzichtbaar betrekkelijk voornaamwoord in de beknopte bijzin. Wat vind je daarvan?
Mmm. Ik ben sowieso niet zo'n aanhanger van onzichtbare dingen, maar in onzichtbare dingen die altijd onzichtbaar zijn kan ik nog moeilijker geloven. In het algemeen heb je of een voegwoord of een betrekkelijk voornaamwoord (of zoiets); gevallen als "ik weet niet wie dat dat gedaan heeft" met zowel een betrekkelijk voornaamwoord "wie" als een voegwoord "dat" zijn hoogst uitzonderlijk, en ik weet niet van enig parallel geval bij beknopte bijzinnen. Duidelijk is dat het niet kan gaan om het schimonderwerp van Paardekooper (PRO bij de generativisten), want dat vervult de rol van onderwerp van "schrijven". En dan nog: waarom wel bij bijvoeglijke bijzin en niet bij bijwoordelijke?
BeantwoordenVerwijderen@Ton van der Wouden: als het om een betrekkelijk voornaamwoord gaat is meteen verklaard waarom het wel in een bijvoeglijke bijzin staat en niet in een bijwoordelijke.
BeantwoordenVerwijderenEn ja, wat ís het? Dat is natuurlijk afhankelijk van welke theorie je aanhangt. Je zult het inderdaad moeilijk met het onderwerp kunnen identificeren, maar er zijn meer van die beknopte constructies waarbij een object achterwege blijft: 'het boek is te lezen' bijvoorbeeld. Die lijken weer wel wat meer op passieven omdat je er ook een door-bepaling bij kunt krijgen.
In beknopte bijzinnen is er trouwens beperkt wel ruimte voor vraagwoorden, maar dat blijven toch een beetje gewrongen zinnen: 'ik weet niet hoe dat te doen,' 'ik weet niet waar het te zoeken'. Samen met een voegwoord komen die vraagwoorden bij beknopte bijzinnen bij mijn weten inderdaad niet voor.
Nog vele jaren, prof!
BeantwoordenVerwijderenVan harte, Taalprof! Je goede raad komt goed van pas. Blij dat je, ondanks behuizing op grote hoogte, de taal uit de ivoren toren hebt gehaald.
BeantwoordenVerwijderenMet hartelijke groet,
Mireille