zaterdag 12 januari 2013

Over Paulien Cornelisse dan maar

Vandaag twittert @Taalpost Paulien Cornelisse over 'dan maar' ow.ly/gK9zj. De link verwijst naar haar meest recente column, over de toevoeging dan maar aan diverse uitingen, zoals De beste wensen dan maar. 

Mooie column, leuke observaties, en een rake typering van wezenlijke betekenisverschillen. Over De beste wensen dan maar bijvoorbeeld: "Dat ‘dan maar’ is waarschijnlijk bedoeld om te laten merken dat we hier te maken hebben met een uitgekauwd cliché, dat helaas toch gebruikt moet worden." De spijker op zijn kop, zou ik zeggen, en gearticuleerd zoals alleen goede schrijvers dat kunnen. Maar wat staat daar nou taalkundig?

Let op: het volgende is niet bedoeld om de typeringen van Cornelisse te corrigeren, want te corrigeren valt er eigenlijk niks. Het is allemaal voorbeeldig, en dan ook nog eens zonder één taalkundige term. Maar ja, als je taalprof bent en je hebt de missie om te laten zien dat je met de taalkundige termen net een beetje meer inzicht krijgt, dan moet je wel. Dus dan toch maar een, laten we het houden op een aanvulling.

De doorgewinterde taalkundige herkent dan maar van grote afstand als een modale uitdrukking. Wat is ook alweer modaliteit? Bij modaliteit gaat het om niet-bestaande situaties (de taalkundige term is mogelijke werelden) en iemands commentaar daarop. Zo'n commentaar kan twee kanten op gaan: Hoe waarschijnlijk is die situatie, en hoe wenselijk is die situatie? Kansen en wensen, dat zijn de twee dimensies van modaliteit.

Neem bijvoorbeeld de niet bestaande situatie Morgen sneeuwt het.  Die wereld bestaat alleen al niet omdat het vandaag nog geen morgen is. Maar je kunt er wel modaal commentaar op hebben. Dat kan blijken uit de manier waarop je het zegt (blij, verwachtingsvol, teleurgesteld), maar ook uit allerlei toevoegingen (Morgen sneeuwt het gelukkig, Morgen sneeuwt het zeker). Die modale betekenissen kunnen in werkwoorden zitten (Morgen moet het sneeuwen, Morgen mag het sneeuwen). maar vaker nog zit het 'm in allerlei kleine, op zichzelf bijna betekenisloze woordjes (Morgen sneeuwt het dan eindelijk, Morgen sneeuwt het wel hoor).

Alle modale uitdrukkingen kunnen in twee (drie) dimensies gekarakteriseerd worden: gaat het om kans of wens? Gaat het de positieve of de negatieve kant uit? En eventueel: van wie is het modale commentaar? Voorbeeld: Morgen sneeuwt het dan eindelijk zegt twee dingen: het is wenselijk naar de positieve kant (bij voorkeur voor de spreker, maar dat hoeft niet), en het was waarschijnlijk naar de negatieve kant maar nu niet meer. Het heeft lang geduurd, het was een hele tijd onwaarschijnlijk, maar vanaf morgen verandert dat. En dat is wenselijk.

Hoe zit het met dat dan maar, als je het zo bekijkt? Cornelisse gebruikt het woord fatalistisch, waaruit een zekere onvermijdelijkheid spreekt, en dat is raak getypeerd. Maar in het eenvoudige kader van modaliteit is onvermijdelijkheid te tegenstelling tussen noodzakelijkheid en ongewenstheid. Iets is wenselijk naar de negatieve kant (onwenselijk), maar toch waarschijnlijk, en wel heel erg naar de positieve kant (noodzakelijk). 

In het licht van De beste wensen dan maar zal dat inderdaad begrepen moeten worden als een uitspraak over de manier waarop de wens geuit wordt. In feite zeg je: toen ik mij deze situatie voorstelde waarin ik dit zei, vond ik het onwenselijk om het zo te doen, maar het bleek uiteindelijk noodzakelijk (want ik wist niks beters). In de juiste sociale verhoudingen wordt dit door de aangesprokene geïnterpreteerd als een beleefde verontschuldiging. Blijkbaar was er de intentie om er meer werk van te maken, maar we weten allebei hoe beperkt onze tijd en onze verbale vermogens zijn, dus we doen het er nou maar even mee.

Mooi betekenisveld, die modaliteit! Daar had ik op school best meer over willen leren.

7 opmerkingen:

  1. De 'dan maar'-conventie in de biedfase van bridge wordt door de arbiter afgestraft ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goeie verduidelijking of aanvulling van Paulien Cornelisse! Wat ik echter nergens teruglees, is dat 'maar' hier volgens mij zo ongeveer de betekenis heeft van 'slechts'. In alle gevallen waar je de 'dan maar' kunt toevoegen, is er eigenlijk een soort van sprake van een 'verarming' van de situatie. Dit verklaart ook Cornelisses positieve voorbeeld : 'Dan gaan we maar zwemmen!' Zwemmen wordt met deze constructie dan voorgedaan als iets wat minder spectaculair is. (En niet per se onwenselijker.)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat 'maar' hier zoveel als 'slechts' betekent ben ik graag met je eens. Maar 'slechts' heeft als basisbetekenis natuurlijk ook de tegenstelling tussen wat je eigenlijk wil en wat er mogelijk is. Daar kun je wel een positieve draai aan geven door een houding die uitstraalt dat minder wenselijk niet meteen onwenselijk is (en toch nog positief beoordeeld wordt), maar zoals je zelf al zegt gaat het dan toch om "verarming." Naar mijn idee is dat een vergelijking tussen twee mogelijke werelden waarin de een onwenselijker is dan de ander. Ik zou eigenlijk niet weten hoe ik dat "armer" anders zou moeten opvatten.

      Verwijderen
  3. Ze kan zich veel beter buigen over haar termgebruik van 'godverdomme'. Dikwijls gooi ik er een "¡Ámèn!" achteraan dan maar...

    ¦MSHB¬

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Leuke reactie! Ik vind het woord 'dan' opvallend. Letterlijk verwijst het naar een bepaalde tijd of situatie (het is het antwoord op de vraag: wanneer?) maar daar heeft het in de uitdrukking 'dan maar' niet veel mee van doen volgens mij. Qua betekenis zou 'de beste wensen maar' gelijk zijn aan 'de beste wensen dan maar'. Het woord 'maar' is een teken van verarming, maar wat doet het woord 'dan' ertoe?

    Hetzelfde geldt in 'dan ook'. Ik snijd even een nieuw onderwerp aan, maar deze uitdrukking vind ik erg opvallend en erg van de laatste tijd. 'Dan ook' wordt vrijwel altijd gebruikt in situaties waarin 'dan' geen antwoord is op 'wanneer?' en 'ook' geen antwoord is op 'wat nog meer?' Iemand een idee hoe deze uitdrukking herleid kan worden? Ik weet het niet. Maar ja, ik ben dan ook geen taalkundige. :P

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het is de vraag of de betekenis van de woorden 'dan' en 'maar' wel apart aanwijsbaar blijft in de combinatie. Het kan ook zijn dat er een soort eenheid is ontstaan (zeg maar een nieuw woord als 'dammaar') met een eigen betekenis.

      Met dat voorbehoud zou je nog wel kunnen speculeren over de bijdrage die 'dan' levert aan de betekenis. Letterlijk verwijst het inderdaad naar een moment in een (nog) niet bestaande wereld (naar het verleden verwijs je met 'toen,' naar de toekomst of hypothetische wereld met 'dan'). 'Dan' levert dus de basis voor een uitspraak over een niet-bestaande wereld, en 'maar' suggereert een tegenstelling. Ik denk dat van daaruit de voor de hand liggende interpretatie ontstaat dat het dan gaat over de tegenstelling tussen wat je wil en wat er dan gebeurt (of zou gebeuren).

      Bij 'dan ook' heb je eerder een overeenstemming. Volgens mij kun je vrijwel hetzelfde bedoelen als je 'dan' hier weglaat, klopt dat volgens jou? ("Maar ja, ik ben ook geen taalkundige"). Misschien dat je met 'dan' net iets meer suggereert dat je je een voorstelling hebt gemaakt van alle mogelijkheden en geconstateerd dat je in geen enkele van die mogelijkheden (hoe dan ook) een taalkundige bent.

      Maar nou zit ik wel heel erg in het luchtledige te speculeren.

      Verwijderen