zondag 31 oktober 2010

Pabo Anno 1905

Een tijdje geleden was er nogal wat te doen over de taalvaardigheid van pabostudenten. Ze scoorden slecht op een taaltoets, en dat zou een indicatie zijn voor een ondermaatse taalbeheersing. Dat moet vroeger een stuk beter geweest zijn. Niet dus.

Zojuist kwam ik een verslag tegen van een onderwijzersexamen uit Middelburg, 1905. Ik citeer een klein stukje:

Het lezen: De candidaten hadden gelegenheid gedurende een kwartier voor het examen kennis te maken met de gekozen stof. Velen lazen maar middelmatig, met weinig of geen uitdrukking. De woorden en zinnen meestal rap achter elkaar opnoemend in haast regelmatige rijzing en daling. Meer oefening in de kunst van eenvoudig, natuurlijk lezen is zeker gewenscht.

Nederlandsche taal. Bij een vrij groot aantal candidaten liet niet alleen de kennis van de beginselen der spraakkunst te wenschen over, maar bleek zelfs de betekenis van eenvoudige woorden en uitdrukkingen onbekend. De overigen toonden bij voldoende kennis van de spraakkunst en het taaleigen, dikwijls weinig werk te hebben gemaakt van de spelling, welker grondbeginselen niet of gebrekkig gekend werden. Evenwel was het schriftelijk werk slechts bij enkelen door werkelijk gr


Vaardigheden in de schriftelijke uitdrukking der gedachten. Slechts van enkele candidaten moest een onvoldoende of een twijfelachtig cijfer toegekend worden; toch waren er maar weinig opstellen die door eene flinke, frische en eenvoudige voorstelling en uitdrukking uitmuntten. Verrreweg de meeste hadden het bekende onderwerp Op het ijs gekozen.

Schrijven: Het schrijven op het bord toonde menigmaal onbekendheid met de vereischte lettervormen en verhoudingen, terwijl ook hierbij vaak de noodzakelijke oefening ontbrak.


Ze kunnen niet lezen, ze hebben geen woordenschat, ze weten niks van de spelling (alhoewel ze weinig "grove fouten" maken), ze kunnen zich niet schriftelijk uitdrukken en ze schrijven met hanenpoten. O ja, en ze weten niks van grammatica.

Volgens mij is het tegenwoordig een stuk beter gesteld.

Het lezen: De candidaten hadden gelegenheid gedurende een kwartier voor het examen kennis te maken met de gekozen stof. Velen lazen maar middelmatig, met weinig of geen uitdrukking. De woorden en zinnen meestal rap achter elkaar opnoemend in haast regelmatige rijzing en daling. Meer oefening in de kunst van eenvoudig, natuurlijk lezen is zeker gewenscht.

Nederlandsche taal. Bij een vrij groot aantal candidaten liet niet alleen de kennis van de beginselen der spraakkunst te wenschen over, maar bleek zelfs de betekenis van eenvoudige woorden en uitdrukkingen onbekend. De overigen toonden bij voldoende kennis van de spraakkunst en het taaleigen, dikwijls weinig werk te hebben gemaakt van de spelling, welker grondbe

dinsdag 19 oktober 2010

Alleen het winnen telt

Ik denk dat ik een beetje begrijp hoe het werkt. De meeste genomineerden voor de titel Taalzuurpruim 2010 putten zich uit om bovenaan te eindigen. Ze roepen hun volgers op om op hen te stemmen, en beschouwen een hoge klassering als een prestatie. "We gaan winnen!" is de (voorbarige) uitspraak op het FOK-forum. Wim Vriezen "is er trots op," en Ben van Balen twittert "Mensen, dat de @taalprof zuurder is dan ik moeten we met z'n allen niet willen."

Op het eerste gezicht is dat allemaal verwonderlijk, want je zou zeggen dat het niet bepaald een verdienste is om een zuurpruim genoemd te worden. Maar de aspirant-zuurpruimen passen de zogeheten omgekeerde psychologie toe: het doet er niet toe wat de criteria zijn, bovenaan is bovenaan. Je kunt me uitmaken voor wat je wilt, ik word toch maar mooi gekozen.

Bij de aftrap van de verkiezing voor het "Van Dale Woord van het Jaar" tijdens de VRT-taaldag in Brussel zag ik dit verschijnsel op verrassende wijze ook geïllustreerd. Er werd een filmpje vertoond waarin willekeurige mensen in het VRT-gebouw gevraagd werden naar hun woord van het jaar. Een deel van de mensen noemde een actueel woord, een ander deel een mooi woord en een derde deel zelfs het in hun ogen meest ergerniswekkende woord. Met andere woorden: alleen het lijstje is belangrijk. Niet waar het voor staat, geen criteria, goed of slecht, mooi of lelijk, het doet er allemaal niet toe. Het gaat er alleen maar om, bovenaan te eindigen. Het gaat om winnen.


zaterdag 16 oktober 2010

Taalzuurpruimverkiezing 2010

De kaarten zijn geschud, de teerling is geworpen, de kogel is door de kerk, het spel is op de wagen, kortom: it giet oan. De nominatieperiode is voorbij en het stemmen kan beginnen. Breng je stem uit in de rechterkolom van deze pagina. Dit zijn de definitieve nominaties met een korte toelichting:


  1. Taalnazi, die twitteraars voortdurend op de vingers tikt;
  2. Ronald Plasterk, die verklaarde dat mooi of lelijk ondergeschikt is aan correct;
  3. Helen de Hoop, vanwege haar optreden in DWDD
  4. Wim Vriezen, die in het radioprogramma Klare Taal elke week taalgebruikers berispt;
  5. Copytijgers, waar een aanhoudende stroom van taalfouten wordt uitgestort over de arme taalgebruiker (wel volgens eigen zeggen "vrolijk en mild", maar toch);
  6. FOK-forumpagina Orginele Taal- en Spelfouten, idem, het houdt maar niet op;
  7. Hyves-taalfoutenpagina, idem;
  8. spatiegebruik.nl, idem, maar dan alleen spatiefouten;
  9. Irritaal, die bijna zijn tong afbeet in zijn pogingen zich niet zelf te nomineren;
  10. Taalprof, die op een halve suggestie ook nog een nominatie in de wacht sleepte;
  11. Stichting Taalverdediging, met hun eeuwige filippica tegen de invloed van het Engels;
  12. Stichting Nederlands, die met hun maandelijkse Sofprijs de media proberen te bestoken met zure bommetjes.

Stemmen kan tot 31 december 2010, 24:00. Het hele jaar dus nog.



donderdag 14 oktober 2010

Taalprof bakt ze weer bruin



Als aan de nachtelijke hemel van Twitter City de gele lichtbundel van de Grammaticale Radeloosheid oplicht, dan duikt de Taalprof zijn Taalprofgrot in, rukt hij de Taalprofzonnebril uit het foedraal, en snelt hij door de internetether naar de plek des taalkundigen onheils.

Vannacht bereikte hem een noodkreet van een twitteraarster die vertwijfeld uitriep: 'Van redekundig ontleden bak ik niks'. Wat is nu 'niks'? Lijdend voorwerp? Bijwoordelijke bepaling van hoeveelheid? Een dergelijke wanhoop kan geen taalkundig hart onberoerd laten!

In de snelle Twitterwereld kun je natuurlijk alleen een snel honderdveertigtekenig noodverband aanleggen, in de vorm van drie korte antwoorden, maar terug in de Taalprofgrot is er gelegenheid tot nadere overpeinzing.

woensdag 13 oktober 2010

Taalzuurpruimentijd bijna ten einde

Het loopt nog niet heel erg hard met de nominaties voor de Taalzuurpruim van 2010. Een paar halve nominaties, zelfs antinominaties (die ik toch maar allemaal meeneem), het lijkt wel of de mensen bang zijn om iemand voor taalzuurpruim uit te maken. En dat terwijl het bij verkiezingen voor taalergernissen altijd storm loopt. Blijkbaar hebben we meer consideratie voor taalkritiek dan voor de taal zelf.

Maar goed, er zijn nog een paar dagen te gaan. Dit zijn de nominaties tot nu toe, als ik de criteria (zuurpruim over taal, en zich manifesterend in de publieke ruimte) serieus neem. Tot 15 oktober kun je nog namen toevoegen:
  1. Taalnazi, die twitteraars voortdurend op de vingers tikt;
  2. Ronald Plasterk, die verklaarde dat mooi of lelijk ondergeschikt is aan correct;
  3. Helen de Hoop, vanwege haar optreden in DWDD
  4. Wim Vriezen, die in het radioprogramma Klare Taal elke week taalgebruikers berispt;
  5. Copytijgers, waar een aanhoudende stroom van taalfouten wordt uitgestort over de arme taalgebruiker (wel volgens eigen zeggen "vrolijk en mild", maar toch);
  6. FOK-forumpagina Orginele Taal- en Spelfouten, idem, het houdt maar niet op;
  7. Hyves-taalfoutenpagina, idem;
  8. spatiegebruik.nl, idem, maar dan alleen spatiefouten;
  9. Irritaal, die bijna zijn tong afbeet in zijn pogingen zich niet zelf te nomineren;
  10. Taalprof, die op een halve suggestie ook nog een nominatie in de wacht sleepte.

Ook de rubriek Ruggespraak en de taaladviesdienst van Onze Taal zijn genoemd, maar niet echt genomineerd (dacht ik). Omdat deze twee niet echt gericht zijn op het signaleren van fouten of ergernissen heb ik ze uit de lijst gelaten. Maar als iemand erop staat, dan zet ik ze er alsnog op.

Waar blijven de nominaties voor Taalverdediging of Stichting Nederlands? Of zijn die het stadium van Taalzuurpruim al voorbij?

http://blogs.rnw.nl/klaretaal/2010/06/26/klare-taal-taalpurist-wim-vriezen-geselt-de-media/


Slordige taalkritiek



De taalprof is natuurlijk geen haar beter dan al die taalcritici die overal fouten aanwijzen in andermans taalgebruik. Alleen stijgt zijn zuurgraad juist bij die taalkritiek, en niet bij het taalgebruik. Want als er nou iets is waar hij zich aan ergert, dan is het aan slordige of onterechte taalkritiek (ja ik weet het, slordige taalkritiek, dat is een pleonasme).

Gisteren twitterde taaladviseur Eric Tiggeler het volgende: "De dat-wordt-die-trend zet genadeloos door. Het Parool: 'een filiaal die dicht is'" Met een foto erbij van het citaat: http://twitpic.com/2wzslg

Onze Taal retweet het bericht, dus dan denk je, dat zit wel snor, maar nee hoor: Wie de moeite neemt om het citaat op te slaan ziet het volgende: Als een filiaal eenmaal dicht is, is die niet zomaar weer geopend. Daar staat dus helemaal niet een filiaal die dicht is.

woensdag 6 oktober 2010

Wie dit niet zint surfe naar een andere website



Mooie kop in de NRC van afgelopen vrijdag. Een citaat uit het eerste nummer van de combinatie tussen de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Handelsblad: Wie dat niet zint neme een andere krant. Hoe oud? Nog maar veertig jaar geleden!

Niet dat dit veertig jaar geleden een gebruikelijke formulering was. Ook toen gold de zogeheten aanvoegende wijs (dat gekke neme) als een belegen vorm. Maar dat is niet het enige wat opmerkelijk is aan deze zin.