woensdag 13 januari 2010
Taalprof snapt er nog minder van
Eigenlijk moet je altijd alles nakijken. Maar soms is het wel lastig. In de berichtgeving over het oude woord ontvrienden werd het Woordenboek der Nederlandse Taal geciteerd, dat twee betekenissen gaf, met twee citaten geïllustreerd. De taalprof neemt dat allemaal klakkeloos over in zijn analyse eerder vandaag, maar er bleef toch iets in zijn achterhoofd knagen.
Nu weet hij het: het citaat klopt niet.
Taalprof snapt ook niet alles
Kleine mediahype afgelopen dagen over het woord ontvrienden. Volgens de taaladviesdienst van Onze Taal, zich baserend op een discussie op de internetgroep De Navorsers, een zeventiende-eeuws woord. Staat al in het WNT, met citaten uit de zeventiende eeuw, vandaar.
Dat het woord ook al in het woordenboek van Kiliaan staat (1599) is misschien een flauwe opmerking, maar in het artikeltje gisteravond in de NRC maakt Wouter van Wingerden (van de taaladviesdienst) een grammaticale opmerking. Die is voor de taalprof wel interessant.
zondag 10 januari 2010
De laatste plaatsen
Er zijn nog plaatsen vrij in de nascholingscursus Grammaticaal Denken met de Taalprof, die in de zijkolom geadverteerd wordt. Dus ben je docent in het voortgezet onderwijs, en ben je het nieuwe jaar begonnen met het vaste voornemen om nu eindelijk eens je lessen grammatica op een hoger plan te brengen, stap dan snel naar je schooldirectie en doe een claim op het nascholingsbudget. Inschrijvingen worden in volgorde afgewerkt, dus de eerste inschrijvers krijgen voorrang.
De Taalprof wil wel eens iets weten
Na de succesvolle verkiezing van de Taalzuurpruim 2009, en eerdere inventarisaties van wat de lezers het moeilijkste of makkelijkste zinsdeel vinden, wil de taalprof nu wel eens weten wat er tegenwoordig op de scholen (nog) aan zinsontleding wordt gedaan.
Meer specifiek gaat het mij nu om een inventarisatie van de huidige toestand (dus niet invullen wat je vroeger allemaal deed), in het huidige voortgezet onderwijs (dus niet de basisschool, de pabo of de universiteit invullen, ook als dat minder is).
Om het enigszins beheersbaar te houden heb ik een beperkt aantal categorieën gemaakt. Kies de categorie die het dichtst ligt bij wat jij op school doet. Kies bij twijfel de categorie net boven wat je werkelijk doet. Licht het eventueel toe in de reacties op dit logje.
Meer specifiek gaat het mij nu om een inventarisatie van de huidige toestand (dus niet invullen wat je vroeger allemaal deed), in het huidige voortgezet onderwijs (dus niet de basisschool, de pabo of de universiteit invullen, ook als dat minder is).
Om het enigszins beheersbaar te houden heb ik een beperkt aantal categorieën gemaakt. Kies de categorie die het dichtst ligt bij wat jij op school doet. Kies bij twijfel de categorie net boven wat je werkelijk doet. Licht het eventueel toe in de reacties op dit logje.
Grammaticale Puzzel week 2
Geen heel erg duidelijke voorkeur bij de eerste Grammaticale Puzzel van 2010: maar 85 stemmen, waarvan nog niet de helft (39) voor de tweede optie, Wij zaten als portier op een zelfgemaakt krukje. De andere helft werd verdeeld over de zin met als versteend (25) en die met als portiers (21). Ook geen duidelijke trend in de motivatie (maar weinig stemmers hadden de behoefte om daarover te speculeren): een lezer zocht het in de "letterlijke betekenis" van als portier (waarbij "de betreffende personen daadwerkelijk portier zijn"), een ander probeerde een motivatie in de verplaatsbaarheid te vinden, en een derde merkte eenvoudigweg op dat portier(s) een zelfstandig naamwoord was en versteend niet.
Allemaal prima natuurlijk, maar ik zou eigenlijk wel eens een discussie willen zien tussen die stemmers die het blijkbaar toch niet zo met elkaar eens zijn. Want het is wel een interessante kwestie. De tegenstelling tussen zin 2 en 3 is de klassieke tegenstelling tussen bepaling van gesteldheid en bijwoordelijke bepaling van vergelijking: bij als portier is er alleen maar een predicatief verband (wij zijn inderdaad "daadwerkelijk portier," of portier geweest), en bij als portiers heb je in elk geval de vergelijkende lezing "alsof we portiers waren," ook al zou ik me kunnen voorstellen dat je daar ook een uitsluitend predicatieve lezing hebt ("toen we portiers waren"). En wat is het bij als versteend? Ik zou zeggen, hoofdzakelijk alleen maar vergelijking.
Het nadenken moet beginnen bij de constatering dat eigenlijk alledrie de gevallen wel iets predicatiefs hebben. In alledrie de zinnen wordt gezegd dat wij portier zijn, of versteend zijn, of althans dat het net is alsof wij portier zijn of versteend zijn. Het is dat extra vergelijkende karakter dat de ontleding als bijwoordelijke bepaling motiveert. Maar de voorbeelden tonen aan hoe dicht die bij een bepaling van gesteldheid ligt.
De opgave voor deze week. Misschien mag ik er nog een keer aan toevoegen dat er geen foute antwoorden zijn, en dat de opgave pas interessant wordt bij een discussie. Zonder discussie is elk antwoord goed, en kan ik alleen maar speculeren over de redenen voor de stemmenverdeling. Dus graag motivatie!
Allemaal prima natuurlijk, maar ik zou eigenlijk wel eens een discussie willen zien tussen die stemmers die het blijkbaar toch niet zo met elkaar eens zijn. Want het is wel een interessante kwestie. De tegenstelling tussen zin 2 en 3 is de klassieke tegenstelling tussen bepaling van gesteldheid en bijwoordelijke bepaling van vergelijking: bij als portier is er alleen maar een predicatief verband (wij zijn inderdaad "daadwerkelijk portier," of portier geweest), en bij als portiers heb je in elk geval de vergelijkende lezing "alsof we portiers waren," ook al zou ik me kunnen voorstellen dat je daar ook een uitsluitend predicatieve lezing hebt ("toen we portiers waren"). En wat is het bij als versteend? Ik zou zeggen, hoofdzakelijk alleen maar vergelijking.
Het nadenken moet beginnen bij de constatering dat eigenlijk alledrie de gevallen wel iets predicatiefs hebben. In alledrie de zinnen wordt gezegd dat wij portier zijn, of versteend zijn, of althans dat het net is alsof wij portier zijn of versteend zijn. Het is dat extra vergelijkende karakter dat de ontleding als bijwoordelijke bepaling motiveert. Maar de voorbeelden tonen aan hoe dicht die bij een bepaling van gesteldheid ligt.
De opgave voor deze week. Misschien mag ik er nog een keer aan toevoegen dat er geen foute antwoorden zijn, en dat de opgave pas interessant wordt bij een discussie. Zonder discussie is elk antwoord goed, en kan ik alleen maar speculeren over de redenen voor de stemmenverdeling. Dus graag motivatie!
zaterdag 9 januari 2010
Splintergroepering Strijdt tegen Spaties
Je kon er een beetje op wachten: na de oprichting van het Platform Signalering Onjuist Spatiegebruik (onlangs nog vrij kansloos maar toch verdienstelijk laatste in de verkiezing Taalzuurpruim 2009) en de publicatie in juni 2009 van een geruchtmakend artikel over spatieterrorisme in het webmagazine De Speld, is de eerste radicale afsplitsing een feit. De splintergroepering noemt zich het Platform Signalering Onnodig Spatiegebruik, wat volgens directeur Wit enerzijds bij afkorting wel tot verwarring aanleiding kan geven, maar anderzijds ook de mogelijkheid biedt om mee te liften op het succes van het moederplatform.
zondag 3 januari 2010
Taalprof schaamt zich nergens voor
Het valt misschien niemand op, maar op het taalprofweblog heeft nog nooit reclame gestaan. Dat komt omdat de taalprof de moeite heeft genomen om een betaald weblogabonnement te nemen, alles om zijn lezers niet onnodig te irriteren met een hinderlijke reclamebalk bovenaan het scherm.
Maar zekerheden zijn er om ter discussie te stellen, dus vanaf vandaag toch een reclameboodschap in de rechterbovenhoek. Het is voor een goed doel (het nascholen van grammaticadocenten), dat ook nog eens aansluit bij de missie van het taalprofweblog, dus dat kan de taalprof nog wel aan zijn geweten verantwoorden. En de inschrijving sluit eind januari, dus het is voor een beperkte duur.
De nascholingscursus wordt gegeven door een vakdidacticus van de Radboud universiteit, maar het staat vast dat de taalprof zelf hierin als gastdocent zal optreden. Dat garandeert dus een gouden combinatie van vakdidactische en taalkundige kwaliteit. Dit is nou zo'n activiteit waar het door de minister verstrekte persoonlijke nascholingsbudget voor leraren voor bedoeld is. Grijp je kans, want het aantal deelnemers is beperkt!
Maar zekerheden zijn er om ter discussie te stellen, dus vanaf vandaag toch een reclameboodschap in de rechterbovenhoek. Het is voor een goed doel (het nascholen van grammaticadocenten), dat ook nog eens aansluit bij de missie van het taalprofweblog, dus dat kan de taalprof nog wel aan zijn geweten verantwoorden. En de inschrijving sluit eind januari, dus het is voor een beperkte duur.
De nascholingscursus wordt gegeven door een vakdidacticus van de Radboud universiteit, maar het staat vast dat de taalprof zelf hierin als gastdocent zal optreden. Dat garandeert dus een gouden combinatie van vakdidactische en taalkundige kwaliteit. Dit is nou zo'n activiteit waar het door de minister verstrekte persoonlijke nascholingsbudget voor leraren voor bedoeld is. Grijp je kans, want het aantal deelnemers is beperkt!
Grammaticale Puzzel week 1
De laatste puzzel van 2009 leverde ondanks de vakantie en de late publicatie niet eens zoveel minder stemmers op dan andere: precies 100, waardoor de percentages samenvielen met de absolute aantallen. Mooie spreiding ditmaal: 35 stemmers kozen voor De taalprof biedt u deze nieuwjaarswens aan, 17 voor Deze nieuwjaarswens wordt u aangeboden door de taalprof, en 48 voor U krijgt deze nieuwjaarswens aangeboden door de taalprof.
De bedoeling was om het nadenken over de lijdende vorm te stimuleren. De tweede zin is de klassieke passieve tegenhanger van de eerste, en de tweede is het zogeheten "pseudopassief" (of "semipassief"), dat gevormd wordt met het werkwoord krijgen, en het oorspronkelijke meewerkend voorwerp in onderwerpspositie.
De lezers die de eerste zin kiezen, zullen dat hebben gedaan omdat het de enige actieve zin is, waarin de handelende persoon het onderwerp is. In de andere twee varianten staat de handelende persoon meer op de achtergrond. Sommige lezers die voor de derde zin opteren, merken op dat zin 1 en 2 elkaars tegenhangers zijn en dat daarom 3 het buitenbeentje is. Argumentatie voor de tweede zin is er nauwelijks, of het moet de opmerking zijn dat deze zin het enige echte passief is.
Misschien zijn er meer motieven, maar ze kwamen in de argumentatie niet bovendrijven. In de eerste twee zinnen is u meewerkend voorwerp, bijvoorbeeld, of in zin 1 en 3 is de nieuwjaarswens lijdend voorwerp. In zin 2 en 3 worden hulpwerkwoorden gebruikt. Een lezer merkt nog op de derde zin pleonastisch te vinden. Misschien dat dit oordeel voortkomt uit de lezing waarin aangeboden door de taalprof een bijvoeglijke bepaling bij nieuwjaarswens is (niet zo waarschijnlijk in deze vorm, maar te forceren met een komma).
De nieuwe opgave:
De bedoeling was om het nadenken over de lijdende vorm te stimuleren. De tweede zin is de klassieke passieve tegenhanger van de eerste, en de tweede is het zogeheten "pseudopassief" (of "semipassief"), dat gevormd wordt met het werkwoord krijgen, en het oorspronkelijke meewerkend voorwerp in onderwerpspositie.
De lezers die de eerste zin kiezen, zullen dat hebben gedaan omdat het de enige actieve zin is, waarin de handelende persoon het onderwerp is. In de andere twee varianten staat de handelende persoon meer op de achtergrond. Sommige lezers die voor de derde zin opteren, merken op dat zin 1 en 2 elkaars tegenhangers zijn en dat daarom 3 het buitenbeentje is. Argumentatie voor de tweede zin is er nauwelijks, of het moet de opmerking zijn dat deze zin het enige echte passief is.
Misschien zijn er meer motieven, maar ze kwamen in de argumentatie niet bovendrijven. In de eerste twee zinnen is u meewerkend voorwerp, bijvoorbeeld, of in zin 1 en 3 is de nieuwjaarswens lijdend voorwerp. In zin 2 en 3 worden hulpwerkwoorden gebruikt. Een lezer merkt nog op de derde zin pleonastisch te vinden. Misschien dat dit oordeel voortkomt uit de lezing waarin aangeboden door de taalprof een bijvoeglijke bepaling bij nieuwjaarswens is (niet zo waarschijnlijk in deze vorm, maar te forceren met een komma).
De nieuwe opgave:
vrijdag 1 januari 2010
Taalpuristen Taalzuurpruim 2009
Onder matige belangstelling werd gisteravond in zaal De Bierhoeve in Arendonk (B) onder toeziend oog van notaris drs. Fijnvandraat uit Baarle-Nassau de uitslag vastgesteld van de verkiezing van de Taalzuurpruim van het jaar 2009. De titel werd in de wacht gesleept door het weblog taalpuristen.web-log.nl, dat van de bijna 500 uitgebrachte stemmen er 188 verzamelde. Goede tweede werd irritaal.web-log.nl, dat 149 stemmen kreeg. Slechts 59 stemmers kozen voor het organiserende weblog taalprof.web-log.nl, terwijl de overige genomineerden (spatiegebruik, copytijgers en stichtingnederlands) op 34 en 32 stemmen bleven steken.
Geheel naar verwachting overheerste bij de deelnemers de ontevredenheid.
Geheel naar verwachting overheerste bij de deelnemers de ontevredenheid.
Abonneren op:
Posts (Atom)