Gisteren stelde een lezer een vraag waar de taalprof zowaar een nachtje over moest slapen. De vraag ging over de zin Meer jongeren hebben computer dan tv, een kopje uit de Standaard Online. "Ergens schuurt dit met mijn taalgevoel," merkte de lezer op.
Mooi gezegd! Maar wat is er grammaticaal aan de hand? Dat is met eenvoudige zinsontleding niet meteen op te lossen. Hier moeten we echt het grammaticale vergrootglas bij nemen. En even gaan zitten. Want het is een mooie les.
Meer jongeren hebben computer dan tv, dat klinkt inderdaad niet zo lekker. Maar wat kan er mis mee zijn? Om daar achter te komen moeten we de centrale constructie in de zin opsporen en daarmee variëren. Alleen zo kunnen we de factoren achterhalen die "het schurende taalgevoel" veroorzaken.
De centrale constructie is natuurlijk meer X ... dan Y. Dat is een constructie waarin een vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord (bijvoorbeeld groot) of een telwoord (zoals veel) wordt aangevuld met een samengetrokken bijzin die begint met het onderschikkend voegwoord dan.
In de meeste gevallen blijft er na samentrekking niet meer over dan één zinsdeel: Ik heb een mooiere cd gekocht dan
Tussen haakjes: taalkundigen gaan ervan uit dat in die dan-zin meer is samengetrokken dan wat hierboven aangegeven is. Zij leiden Ik heb een duurdere stoel in de badkamer staan dan jij in de woonkamer af van een onderliggende zin Ik heb een meer-dure stoel in de badkamer staan dan dat jij een gewoon-dure stoel in de woonkamer hebt staan. Op die manier is een ogenschijnlijk niet samengetrokken zin wel af te leiden uit samentrekking. Een zin als Jongeren hebben meer computers dan je denkt kun je zo afleiden van Jongeren hebben een groter aantal computers dan dat ze het aantal computers hebben dat je denkt. Deze subtiliteiten zijn echter voor ons verhaal niet van belang.
Wel van belang is dat zo'n samengetrokken dan-zin met een of meer elementen in de hoofdzin contrasteert. Zo'n element wordt dan in de hoofdzin met nadruk (klemtoon, intonatiestijging) aangegeven. In Jongeren hebben meer computers dan je denkt is meer het contrasterende element. Maar ook andere elementen kunnen meedoen: in Jongeren hebben meer computers dan ouderen is zowel jongeren als meer in de hoofdzin beklemtoond. In de dan-zin krijgt ouderen contrastklemtoon.
Nu de zin Jongeren hebben meer computers dan tv's. Deze zin is moeilijk te lezen met drie klemtonen in de hoofdzin: alleen jongeren en computers krijgen klemtoon in de hoofdzin, en tv's krijgt contrastklemtoon in de dan-zin. Hoewel jongeren wel een klemtoon krijgt, wordt het niet gecontrasteerd. Dat betekent: de klemtoon op jongeren is blijkbaar niet de contrastklemtoon. Het verschil hoor je als je ook jongeren met ouderen zou willen contrasteren. Dan moet je een extra flinke dreun op jongeren geven: jóngeren hebben meer compúters dan oúderen tv's.
Hoe zit het nu in onze voorbeeldzin Meer jongeren hebben computers dan tv's? Blijkbaar is de bedoeling dat behalve het aantal (meer) ook computers gecontrasteerd wordt met tv's. Computers moet dus eigenlijk de hoofdklemtoon krijgen. Jongeren wordt niet gecontrasteerd, dus dat mag juist geen klemtoon krijgen. Deze betekenis kun je wel krijgen, maar dan moet je jongeren onbeklemtoond laten, en een flinke dreun op computers leggen (waardoor de klemtoon op meer sterk naar de achtergrond verdwijnt): probeer de volgende zin maar eens uit te spreken met alleen computers en tv's beklemtoond: Meer jongeren hebben compúters dan tv's.
Waarom "schuurt dat" zo? Waarschijnlijk omdat er een aantal factoren zijn die dat klemtoonpatroon tegenwerken. Ten eerste wil de eerste zinsplaats graag een klemtoon hebben. Dat zou je kunnen bestrijden door de constructie om te zetten in een zin met plaatsonderwerp er: Er hebben meer jongeren computers dan tv's. En inderdaad, dat schuurt al een stuk minder.
Ten tweede wil het onderwerp graag klemtoon hebben. Dat kun je wegwerken door de zinsstructuur af te breken: Meer jongeren met computers dan tv's. Ook in deze vorm is het gemakkelijker om computers te benadrukken en jongeren onbeklemtoond te laten.
En ten slotte willen eigenlijk alle inhoudswoorden graag klemtoon hebben (alle zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden). Dat is niet zo'n heel sterke factor, maar hij speelt wel een beetje mee.
Het schurende gevoel is dus mooi te verklaren vanuit de strijd tussen drie componenten van de grammatica: de fonetiek (de klankvorm), de syntaxis (de woordvolgorde) en de semantiek (de betekenis). De betekenis eist een klankvorm, maar de woordvolgorde werkt dat een beetje tegen. Als je de klankvorm forceert om de betekenis tevreden te stellen dan schuurt de woordvolgorde, als je de woordvolgorde een plezier doet schuurt de betekenis.
Hmm, is wat schuurt juist ook niet dat er staat "hebben computer" in plaats van "hebben een computer" of "hebben computers"?
BeantwoordenVerwijderen@Theezakje: dat schuurt bij mij ook het meest. "tv" kan met lidwoord worden gebruikt om die kast in de kamer aan te wijzen of zonder lidwoord om de "inhoud" aan te duiden (de vaas staat op de tv; ik kijk tv; mijn moeder heeft tv maar mijn oma niet). Bij computer gaat dat naar mijn gevoel mis. Waarom dat nu zo is.... Ik speel gitaar. Maar: ik speel op de computer.
BeantwoordenVerwijderenLidwoorden. Lees het artikel in "onze taal" van deze maand er maar eens op na.
Bedenk wel dat het gaat om een krantenkop. Daarin is het weglaten van lidwoorden heel gewoon. Denk aan "Man bijt hond".
BeantwoordenVerwijderen@Henk: je haalt me de woorden uit de mond.
BeantwoordenVerwijderenIk geloof niet dat ik een zin als "Meer A hebben B dan C" anders kan lezen dan dat C onderwerp is van de incomplete vergelijkingszin, of in elk geval is dat heel sterk de voorkeurslezing. "Meer jongens hebben luizen dan honden" betekent voor mij "er zijn meer jongens die luizen hebben dan er jongens zijn die honden hebben" en liever niet ?"er zijn meer jongens die luizen hebben dan er honden zijn luizen hebben". Als dat zo is, dan betekent "Meer jongeren hebben computer dan tv" dat er meer jongeren zijn die computer hebben dan er tv is die computer heeft, en dat is een mededeling waar weinig chocola van te maken valt. Of is dat te kort door de bocht?
BeantwoordenVerwijderen@Ton van der Wouden: Ik denkt het wel. De zin 'Meer mensen kennen jou dan mij' kan ik makkelijker uitspreken in de vereiste intonatie, omdat ten eerste de naamval van de voornaamwoorden de goede betekenis al afdwingt, en ten tweede het woord 'mensen' minder inhoud heeft en dus minder graag klemtoon wil hebben. Zelfs in 'Meer mensen kennen Ton dan de taalprof' kan het nog omdat het getal al informatie geeft.
BeantwoordenVerwijderen