donderdag 24 juli 2008

Het grijze gebied



Het is een beetje komkommertijd op de taalprofsite. Weinig nieuwe stukjes, maar ook weinig vragen van lezers. Ongetwijfeld hebben de mensen in deze tijd wel wat beters te doen dan zich bezig te houden met grammatica (dat geldt natuurlijk niet voor de taalprof zelf), maar dat is misschien wel juist een mooie gelegenheid om eens rustig stil te staan bij de achtergrond van een onduidelijke kwestie.

Een paar dagen geleden stelde een lezer een vraag over de bijvoeglijke bepaling. Die vraag ging over het "grijze gebied" van de bijvoeglijke bepalingen, en wel in het bijzonder over de bijvoeglijke voorbepaling. Zijn lidwoorden ook een bijvoeglijke bepaling? En bezittelijke voornaamwoorden? En hoe zit het met telwoorden? Blijkbaar wordt daar in de diverse spraakkunsten verschillend over gedacht.

De taalprof verwoordde het gangbare standpunt, maar heel bevredigend is die uitleg natuurlijk niet. In feite was het antwoord de bevestiging dat er een grijs gebied was. Maar hoe zit het dan precies met die bijvoeglijke bepaling? We gaan er even rustig voor zitten.

donderdag 3 juli 2008

Prijs verdeelt genootschap




Nieuws van het Frits Barendgenootschap! Deze nog relatief onbekende vereniging die strijdt tegen de onnodige bepaling van gesteldheid dreigt verscheurd te worden door interne conflicten. Aanleiding vormen twee prijzen die de vereniging heeft ingesteld voor taalgebruikers die zich in positieve of negatieve zin onderscheiden door hun taalgebruik, in het bijzonder met betrekking tot de bepaling van gesteldheid.


Taalgebruikers die veel onnodige bepalingen van gesteldheid gebruiken, kunnen voortaan rekenen op het zwartkijkertje, en zij die de bepaling van gesteldheid succesvol vermijden kunnen worden genomineerd voor het goedmakertje.


Het conflict is ontstaan door de naam goedmakertje.

dinsdag 1 juli 2008

Op de eerste plaats



Wat vooraan de zin staat, staat op de eerste zinsplaats. Behalve natuurlijk als het in de aanloop staat, dan is de eerste zinsplaats gevuld met een steunwoordje. En uiteraard kan het ook gebeuren dat de eerste zinsplaats leeg blijft. Dan is wat vooraan de zin staat de persoonsvorm. En die staat altijd op de tweede plaats, of er moet sprake zijn van een bijzin. Is het geen bijzin, dan staat het onderwerp op de eerste zinsplaats. Tenzij er iets anders staat, maar dan is het weer inversie.

Kan iemand hier nog een touw aan vastknopen?