donderdag 3 juli 2008
Prijs verdeelt genootschap
Nieuws van het Frits Barendgenootschap! Deze nog relatief onbekende vereniging die strijdt tegen de onnodige bepaling van gesteldheid dreigt verscheurd te worden door interne conflicten. Aanleiding vormen twee prijzen die de vereniging heeft ingesteld voor taalgebruikers die zich in positieve of negatieve zin onderscheiden door hun taalgebruik, in het bijzonder met betrekking tot de bepaling van gesteldheid.
Taalgebruikers die veel onnodige bepalingen van gesteldheid gebruiken, kunnen voortaan rekenen op het zwartkijkertje, en zij die de bepaling van gesteldheid succesvol vermijden kunnen worden genomineerd voor het goedmakertje.
Het conflict is ontstaan door de naam goedmakertje.
Het bestuurslid Basta vond dat in het woord goedmakertje te zeer sprake was van een onnodige bepaling van gesteldheid en diende een motie van wantrouwen in. Toen die verworpen werd, trok hij zijn conclusies en verliet hij de vereniging. De heer Fijntjes, voorzitter van het genootschap, reageert teleurgesteld: "Beide prijzen hebben namen met een knipoog. Het woord zwartkijkertje is afgeleid van de uitdrukking zwart kijken. Hierin lijkt zwart wel een bepaling van gesteldheid, maar dat is het niet. Immers, wie zwart kijkt, ís zelf niet zwart. Zwart is daar dus een bijwoordelijke bepaling. Bij goedmakertje ligt het anders: als je iets goed maakt, dan wordt het daardoor ook goed. Het genootschap wil hiermee echter uitdrukken dat het een gematigd standpunt inneemt: als je van een constructie met bepaling van gesteldheid een zelfstandig naamwoord maakt, is daarmee de bepaling van gesteldheid voldoende geneutraliseerd. Technisch is het dan geen bepaling van gesteldheid meer, en wordt het ook niet zo benoemd."
De heer Basta ziet het anders: "Dit is nou typisch zo'n voorbeeld van een halfzachte benadering waardoor de bepaling van gesteldheid steeds verder voortwoekert in de Nederlandse taal. Dit staat haaks op de oorspronkelijke doelstellingen van het genootschap: de totale uitbanning van de bepaling van gesteldheid uit de Nederlandse grammatica." Maar waarom is dat zo belangrijk? De heer Basta: "Reken eens uit hoeveel kostbare onderwijstijd er bijvoorbeeld verloren gaat aan de bepaling van gesteldheid! En met welk doel? Wat heb je eraan als je weet wat een bepaling van gesteldheid is? Daarom zou de bepaling van gesteldheid gewoon afgeschaft moeten worden. En dat kan alleen als we haar in de taal zelf krachtig bestrijden."
Taalkundigen zijn niet zo gelukkig met de acties van het genootschap. Zo wijst Britney Zinsneijder, taalkundige aan de Universiteit van Amsterdam, erop dat de bepaling van gesteldheid juist een erg efficiënte constructie in de taal is: "Als je zegt Jan klopte neuriënd de slagroom stijf, dan zeg je drie dingen tegelijk in één zin: Jan klopte de slagroom, Jan neuriede, én de slagroom werd stijf als gevolg van het kloppen. Als we daar telkens drie afzonderlijke zinnen voor nodig zouden hebben, zou dat een ontzettende tijdverspilling opleveren. De economische gevolgen daarvan zijn niet te overzien."
De heer Basta reageert laconiek: "Die taalkundigen willen gewoon zorgen dat ze werk houden. Dat gaat helemaal nergens over. Weg met dat zinsdeel!" Hij overweegt om een radicalere beweging op te richten (werktitel: het Barbara Barend Genootschap) die de bepaling van gesteldheid met alle middelen zou moeten proberen uit te roeien. Basta: "Wij gaan de mensen zelf vragen wat zij van de bepaling van gesteldheid vinden en wat we ertegen kunnen doen. Er is veelbelovend onderzoek in China, dat taaltechnologische apparatuur heeft ontwikkeld om bepalingen van gesteldheid in spontane spraak te detecteren. Daaruit kan een biofeedbackmethode worden ontwikkeld die de taalgebruiker een stroomschok geeft bij het uitspreken van een bepaling van gesteldheid. De ergste zondaars zouden daarmee moeten worden behandeld. Dan leren ze het wel af."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Naar mijn vermoeden bestaat de grootste tijdverspilling uit het schrijven van dit artikel, direct gevolgd door die van het lezen ervan.
BeantwoordenVerwijderenMaar wellicht dat met een discussie nog wat teruggewonnen kan worden.
@Steven: Dank voor deze invalshoek. Graag verwijs ik je door naar de vakvereniging Modano ("Moet dat nou?") van kritische mensen uit het onderwijs. Deze vereniging heeft dringend behoefte aan leden die tijd en zin hebben om teksten te lezen en in een recensie op te schrijven of die teksten zinvol waren om te lezen. Ik moet je wel waarschuwen dat sommige leden van de vereniging worstelen met de gedachte dat het lezen van recensies van teksten die niet zinvol zijn, achteraf bezien eigenlijk ook tijdverspilling is.
BeantwoordenVerwijderenpwnt
BeantwoordenVerwijderenOok de discussie leverde, afgezien van ons beider bijdragen, tot nu toe niets zinvols op.
BeantwoordenVerwijderenOverigens nog bedankt voor de doorverwijzing.