zondag 20 december 2009

Grammaticale Puzzel week 52

De puzzel van de vorige week gaf tot nu toe de beste spreiding: slechts 61% van de 107 stemmers koos voor het tweede alternatief, ik ben net bezig een boek te lezen. Helaas ging bij de commentaren bijna niemand in op de reden voor die keuze, alhoewel een lezer die variant "de meest gekunstelde noemde," en een ander veronderstelde dat met bezig zijn met eerder een plaats in het boek aangeduid wordt dan een plaats in de tijd (wat ik persoonlijk moeilijk aan te voelen vind). Ik denk dat de constructie met het bijvoeglijk naamwoord (bezig) door de meesten als duidelijk anders werd gevoeld dan die met zitten te of met zijn aan het, juist vanwege dat bijvoeglijk naamwoord. De andere twee opties scoren ongeveer gelijk (19 en 21%).


Interessant in deze zinnen was natuurlijk de kwestie of het hier naamwoordelijke of werkwoordelijke gezegdes betreft. De betekenis is nagenoeg gelijk, het gaat echt om de syntaxis. Ik denk dat de meeste kiezers de constructie met bezig echt naamwoordelijk vonden en de andere meer werkwoordelijk. In de discussie over aan het van een tijdje terug maakte de taalprof er een punt van dat de constructie met aan het ook naamwoordelijk zou zijn, hetgeen de derde optie de vreemde eend in de bijt zou doen zijn. De eerste zin zou je kunnen kiezen als je opmerkt dat in de bijzin de persoonsvorm achteraan staat: omdat ik net een boek aan het lezen ben, omdat ik net bezig ben een boek te lezen, omdat ik net een boek zit te lezen. Alleen in het eerste geval kan ben achteraan staan.


Volgende puzzel:


Welke zin hoort in het volgende rijtje niet thuis?
De reizigers worden geadviseerd niet meer met de trein te reizen.
De reizigers worden verzocht niet meer met de trein te reizen.
De reizigers worden aangespoord niet meer met de trein te reizen.
 
pollcode.com free polls



12 opmerkingen:

  1. Leuke opgave. Uiteraard zijn bepaalde reacties voorspelbaar. Voor mij is de derde zin de vreemde eend in de bijt. Bij 1 en 2 kun je ook 'wordt' hebben, bij 3 niet. Of, om het iets anders te formuleren, bij 'aansporen' kan 'aan' niet, bij 'adviseren' en 'verzoeken' wel (ook al wordt dat door sommigen gecontesteeerd).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het lijkt er op dat '2' de vreemde eend in de bijt is.
    Alleen in deze zin kan 'worden' vervangen worden door 'wordt'.
    De derde zin is vandaag helemaal zo gek nog niet met het huidige winterweer.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @ McKeraar
    Dat kan in zin 1 ook, hoor. Google maar eens op "reizigers wordt geadviseerd", of iets gelijkaardigs ("kandidaten"/"belangstellenden"/...). Ook vind je heel wat meer voorbeelden van "ons wordt geadviseerd"/"wordt ons geadviseerd" dan van "wij worden geadviseerd"/"worden wij geadviseerd". Kortom, de lezing "(Aan) de reizigers wordt geadviseerd ..." is oké.
    Maar in 3 kan het duidelijk niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Denk ook dat het 3 moet zijn, zoals Herman stelt:
    1. Een advies aan de reizigers
    2. Een verzoek aan de reizigers
    3. Niet: Een aansporing aan de reizigers

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @René: 'aansporing aan' komt anders nogal eens voor, ook in onverdachte bronnen (bijvoorbeeld op dbnl.org). Dat zal dus niet iedereen met je eens zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Kan je iemand aansporen iets NIET te doen?

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @Flo: Als jij vindt van niet is dat ook een observatie. Ik voel wel een beetje wat je bedoelt (ik denk dat jij per se een actie bij 'aansporen' wilt hebben), maar persoonlijk kan ik 'aansporen' wel hebben in die betekenis. Bijvoorbeeld in 'iemand aansporen om iets achterwege te laten,' of 'iemand aansporen zich te beheersen' of '...zich ergens van te onthouden.'

    BeantwoordenVerwijderen
  8. @ René:
    Als je vertrekt van een nominalisatie (het adviseren/verzoeken/aansporen) i.p.v. een zelfstandig naamwoord (advies/verzoek/aansporing) klopt je voorbeeld wel:
    (1) het adviseren (van iets) aan de reizigers
    (2) het verzoeken (van iets) aan de reizigers
    (3) NIET: het aansporen (van iets) aan de reizigers
    Bij (1) en (2) kan ook wel 'het adviseren/verzoeken van de reizigers om iets te ...' maar bij (3) is 'aan' uitgesloten en kan alleen 'van'. Dat wijst erop dat 'de reizigers' in de eerste twee zinnen zowel meewerkend als lijdend voorwerp kan zijn (vandaar 'wordt' of 'worden', al zijn de twee mogelijkheden niet voor iedereen aanvaardbaar), maar in 3de alleen lijdend voorwerp: 'De reizigers wordt aangespoord ...' is dan ook zonder meer uitgesloten.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. @Herman: zo had ik het inderdaad gelezen en begrepen. Ik had jouw uitleg moet vermelden (hulde daarvoor). Wilde me er met een Jantje van Leiden vanaf maken. Waardoor ik nu alweer zit te typen...

    BeantwoordenVerwijderen
  10. 1. Aan de reizigers wordt geadviseerd.
    2. Aan de reizigers wordt verzocht.
    3. Aan de reizigers wordt aangespoord.
    De laatste kan dus niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Hoe kan je iemand aansporen iets niet te doen... als je tezelfdertijd het openbaar vervoer promoot?

    BeantwoordenVerwijderen
  12. @dirk: Vind jij dat je iemand kunt aansporen om iets te laten? Of gaat het je alleen om de bijzondere context van de NS?

    BeantwoordenVerwijderen