Het aantal deelnemers aan de puzzels neemt snel af. Maar 71 mensen reageerden op de puzzel uit week 50. Daarvan stemde de overgrote meerderheid (73%) op de tweede optie (alles wat wij kunnen willen). Minder dan de vorige keren, maar ook hier weer lijkt de betekenis de beslissende factor. Mensen signaleren allereerst de overeenkomst tussen kennen en weten. Verder springt de tweede optie eruit omdat hij dubbelzinnig is (alhoewel ook opgemerkt wordt dat kennen ook de substandaardvariant van het hulpwerkwoord kunnen zou kennen zijn).
De eerste optie (alles wat wij weten willen) heeft een afwijkende intonatie (klemtoon op weten), en bij de derde optie (alles wat wij willen kennen) staat het hoofdwerkwoord in ieder geval zeker achteraan.
Deze puzzel lijkt me geschikt om het verschil tussen zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord aan de orde te stellen. Zelfs de betekenisverschillen zijn terug te voeren op de interpretatie van een van de twee werkwoorden als hulpwerkwoord. Zelfs als je twee potentiële hulpwerkwoorden naast elkaar zet, moet je er toch één als zelfstandig werkwoord opvatten, en allebei tegelijk kan niet (tenzij je er op een creatieve manier een samengestelde zin in ziet). Er zijn volgordekwesties en intonatiekwesties die hier een rol spelen.
Ondanks de terugloop in deelnemersaantal ga ik door met de volgende puzzel:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten