dinsdag 29 december 2009

Grammaticale Puzzel week 53

Ik had er eigenlijk iets anders van verwacht. Ik had gedacht dat de meeste mensen de zin De reizigers worden geadviseerd niet meer met de trein te reizen zouden aanwijzen als de enige ongrammaticale zin. De derde optie, De reizigers worden aangespoord niet meer met de trein te reizen is oncontroversieel, en de tweede, De reizigers worden verzocht niet meer met de trein te reizen, is weliswaar een clichévoorbeeld in de taaladvieswereld, maar iedereen is het er eigenlijk wel zo'n beetje over eens dat het een acceptabele zin is. Dus ik had gedacht: iedereen kiest de eerste zin.


Maar nee, 60% kiest de derde zin, en de andere twee worden ongeveer even vaak aangewezen. Een mooi resultaat voor een puzzel die het denken moet stimuleren: in een groepje besproken zal hij zeker discussie opleveren. Maar wel opmerkelijk.


Zoals verwacht is de argumentatie op grond van de betekenis hier ondergeschikt. Er zijn wel een paar lezers die proberen een semantisch verschil aan te wijzen, in de sfeer van "vrijblijvend," "urgent" (ik denk dat dit aansluit bij het communicatieve aspect van de eerste twee werkwoorden, en het mogelijk lichamelijke van aansporen), maar ze zijn in de minderheid. De meeste mensen gaan in op de kwestie correct-incorrect, en redeneren dus dat alleen de derde goed is en de eerste twee (eigenlijk) fout.


Toch zijn er ook nogal wat lezers die op een syntactisch aspect ingaan: hoewel je bij de zelfstandige naamwoorden advies, verzoek en aansporing een bepaling met aan kunt hebben, is dit bij het zelfstandig gebruikte werkwoord (het adviseren, het verzoeken, het aansporen) al niet meer het geval: het aansporen aan de reizigers kan niet. En dit is ook zo bij de werkwoorden in de actieve zin: wij adviseren aan de reizigers... is prima, wij sporen aan de reizigers aan... is fout. Blijkbaar vinden mensen wij verzoeken aan de reizigers... meer aansluiten bij adviseren dan bij aansporen (waar je volgens mij nog best over zou kunnen discussiëren).


De aanleiding voor deze puzzel was een discussie die ik aantrof op het internet over de zin De reizigers wordt geadviseerd niet meer met de trein te reizen, die daadwerkelijk de vorige week op de aankondigingsborden in de stations te zien is geweest. In die discussie kwam de vraag op of hier ook worden kon worden gebruikt. Een aantal deelnemers merkte op dat de taalprof zou beweren dat dat kon. In werkelijkheid heb ik dat niet met zoveel woorden beweerd. Ik heb een hele discussie gevoerd over dezelfde zin met verzoeken, waarin ik betoogde dat in iemand (om) iets verzoeken het zinsdeel iemand geen meewerkend voorwerp, maar een lijdend voorwerp is. Over adviseren ging de discussie niet. Als je mij zou vragen hoe het met adviseren zit, dan zou mijn antwoord zijn dat in wij adviseren de reizigers om niet meer met de trein te reizen het zinsdeel de reizigers wél meewerkend voorwerp is, vooral omdat wij adviseren aan de reizigers om niet meer met de trein te reizen een prima zin is. Veel beter dan wij verzoeken aan de reizigers om niet meer met de trein te reizen, in mijn beleving dan.

Betekent dit dat ik de reizigers worden geadviseerd om niet meer met de trein te reizen een foute zin vind? Nou nee. Er zijn twee redenen om hem goed te keuren: allereerst de redenering die ook vaak bij verzocht worden wordt toegepast: waarom zou je in de lijdende vorm geen meewerkend voorwerp tot onderwerp mogen maken? En ten tweede: hoewel onwaarschijnlijker dan bij verzoeken is er ook bij adviseren een redenering die iemand als lijdend voorwerp aanwijst. In de zin Wie adviseert jullie eigenlijk? (in de betekenis "Wie is jullie raadsman?" of "Wie voorziet jullie van advies?") heeft jullie meer het karakter van een lijdend voorwerp dan van een meewerkend voorwerp. Hier is bijplaatsing van aan dan ook onmogelijk: Wie adviseert aan jullie eigenlijk? lijkt me onmogelijk. Vanuit die gedachte is de analyse met iemand als lijdend voorwerp in alle constructies niet zo gek.

Is er ook nog een reden om de tweede zin aan te wijzen als vreemde eend? Ja, onder de argumentatie dat je bij adviseren eerder wordt zou kiezen, bij aansporen eerder worden. Alleen bij verzoeken zou je echt twee keuzes hebben.

Dan nu toch nog een puzzel voor de 53e week. Beetje later dan gewoonlijk, maar het is ook een gekke tijd. Volgende keer weer gewoon op zondagochtend.



Welke zin hoort in het volgende rijtje niet thuis?
De taalprof biedt u deze nieuwjaarswens aan.
Deze nieuwjaarswens wordt u aangeboden door de taalprof.
U krijgt deze nieuwjaarswens aangeboden door de taalprof.
 
pollcode.com free polls

6 opmerkingen:

  1. Mij lijkt 3 de zin die er niet bij hoort. Mijn argumentatie is daarbij als volgt:
    Zin 1 is een actieve zin met 'De taalprof' als onderwerp. Zin 2 is ook te veranderen in een actieve zin met 'de taalprof' als onderwerp. Het is namelijk een passieve zin met daarin een door-bepaling. Door-bepalingen worden onderwerp in de actieve zin die met de passieve correspondeert. ('De taalprof biedt u deze nieuwjaarswens aan'). In zin 3 lijkt het mij niet mogelijk om de zin op zo'n manier te veranderen dat 'de taalprof' onderwerp wordt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik denk dat je eerder zin 1 moet uitzonderen: het is de enige actieve zin, met een actief onderwerp. Zin 2 is een passieve zin en zin 3 een semi-passieve. Eigenlijk is zin 1 in beide gevallen de actieve tegenhanger, wat misschien duidelijker wordt als je de woordvolgorde gelijk maakt:
    2-Deze nieuwjaarswens wordt u aangeboden door de taalprof.
    3-Deze nieuwjaarswens krijgt u aangeboden door de taalprof.
    Het verschil is dat in 2 "Deze nieuwjaarswens" (passief) onderwerp is en "u" meewerkend voorwerp, terwijl ze in 3 respectievelijk lijdend voorwerp en (semi-passief) onderwerp zijn (ondervindend onderwerp?). Dat komt overeen met de mogelijkheid dat niet alleen het actieve lijdend voorwerp onderwerp kan worden van de passieve zin (zin 2), maar ook het actieve meewerkend voorwerp (zie ook de vorige puzzel), zij het in dit geval van een semi-passieve zin.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @ Herman Callens: lijkt me ook een goede redenering, alleen zet ik mijn vraagtekens bij 'u' als 'ondervindend onderwerp'. Bij mijn weten bestaat er alleen een 'ondervindend voorwerp', dat traditioneel gezien onder de noemer van het meewerkend voorwerp valt. Al is het bij mijn weten wel zo dat sommige taalkundigen vinden dat dit zinsdeel beter past bij bijvoorbeeld het lijdend voorwerp. Ook zie ik niet waar het element 'ondervinden' terugkomt bij dit onderwerp.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Vandaar het vraagteken. Als je wat krijgt, 'doe' je namelijk niet veel. Maar het is niet zo'n goede term wellicht, want het gaat om meer dan 'ondervinden'. In feite is het meer een soort van 'meewerkend onderwerp', d.w.z. het meewerkend voorwerp uit de actieve zin dat (in bepaalde gevallen) onderwerp kan worden van een passieve of semi-passieve zin. Deze keer vind ik niets uit: de term 'meewerkend onderwerp' wordt al gebruikt door Jan Renkema (Schrijfwijzer, p. 201).

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @Herman Callens: ik zie het staan. Weer iets nieuws geleerd vandaag!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @Jimmy van Rijt: Herman Callens (en ook Renkema) heeft het hier over de zogeheten "thematische rol" van het onderwerp. Als tegenhanger van de "handelende persoon" wordt dit ook wel de "ondervindende persoon" of de "ervarende persoon" genoemd. In de internationale literatuur zie je vaak termen als 'beneficiary' of 'experiencer.'

    BeantwoordenVerwijderen