dinsdag 30 september 2008
Achterin is het vooraan, voorin voor aan
De taalprof is geen spellingspecialist. Hij breekt er wel eens zijn hoofd over, maar daar krijgt hij alleen maar hoofdpijn van. Gelukkig bestaat er een spellingwet, en duidelijke adviezen. Want soms moet je vooral niet nadenken.
Gisteren werd de taalprof op de vingers getikt omdat hij schreef Alleen in formeel taalgebruik en vooraan de zin. Hij had natuurlijk moeten schrijven Alleen in formeel taalgebruik en voor aan de zin. Tenminste, zo staat het in de Leidraad bij de officiële woordenlijst (hoofdstuk 6.8, onder e4).
Nu niet meer verder lezen.
Nou ja, goed dan. Waarom zou je moeten schrijven voor aan de zin en niet vooraan de zin? Ja, omdat het in de Leidraad staat, dat is goed geantwoord. Maar waarom staat het in de Leidraad? Zit daar nog een gedachte achter? Dat is wel een beetje lastig.
De Leidraad zegt: als je twee "voorzetselbijwoorden" achter elkaar zet, dan moet je die aan elkaar schrijven. Wat is een voorzetselbijwoord? Dat is een voorzetsel dat je als bijwoord gebruikt. Dus als je de voorzetsels achter en in gebruikt in de zin De jassen liggen achterin, dan gebruik je ze allebei niet als voorzetsel maar als bijwoord en dus schrijf je ze aan elkaar. In de zin Achter in de auto liggen de jassen is achter als bijwoord gebruikt (want het vormt een nadere bepaling van in) en in is gewoon voorzetsel, dus daar schrijf je achter en in los.
Zoals gezegd, je kunt het zo doen omdat het zo bepaald is, maar de vraag is nu even: zit daar nog iets achter? Ik denk het wel. In de zin Achter in de auto liggen de jassen spreek je achter in namelijk anders uit dan in De jassen liggen achterin. In het tweede geval ligt er alleen een duidelijke klemtoon op in, en in het eerste geval ligt in ieder geval een klemtoon op achter. Ik vermoed dat de achterliggende gedachte is dat achterin als één woord wordt uitgesproken, en achter in als twee woorden.
Nou hebben de meeste samenstellingen een ander klemtoonpatroon, namelijk met klemtoon op het eerste lid (bloemkool, opbellen, donkerblauw), dus een beetje vreemd is het wel, maar de gedachte is te volgen. Ik kom er echter zometeen nog even op terug.
Is dat nu met vooraan en voor aan hetzelfde? Ehhh, ja en nee. Inderdaad zie je hetzelfde uitspraakverschil tussen Het woord staat voor aan de zin en Het woord staat vooraan. Klemtoon op aan, dan is het één woord, klemtoon op voor, twee woorden. Niets aan de hand toch?
Maar hoe spreek je nu uit Het woord staat vooraan in de zin? Het klemtoonpatroon suggereert dat voor en aan twee woorden zijn (klemtoon ligt op voor), maar volgens de Leidraad moet het toch aan elkaar, want zowel voor als aan zijn voorzetselbijwoorden bij het voorzetsel in.
Waarschijnlijk is dit de reden dat die voorzetselbijwoorden een aparte behandeling in de Leidraad krijgen. Anders zou de spelling namelijk al bepaald zijn door het allereerste principe van 6.8: je spelt twee woorden als elk element een afzonderlijke klemtoon kan hebben.
Dit ondergraaft ondertussen wel die mogelijke achterliggende gedachte achter die spelling van die voorzetselbijwoorden. Als het alleen om de intonatie zou gaan, dan zou je verwachten dat je zou moeten spellen voor aan in de zin.
We zitten dus met het verschijnsel dat het woord vooraan op twee verschillende manieren kan worden uitgesproken: Het woord staat vóóraan in de zin tegenover Het woord staat vooráán. Kan dat wel? Ja, dat kan best. Er zijn meer woorden met die eigenschap. Zo heb je het woord meestal, dat de klemtoon op de eerste lettergreep krijgt als het ergens vóór staat (Mééstal doe ik dat) en klemtoon op de tweede lettergreep als het ergens achter staat (Dat doe ik meestál). Dat lijkt wel heel erg op het patroon bij vooraan.
Maar nu terug naar achterin. Zou achterin niet ook een woord als meestal kunnen zijn? Je spreekt het uit met klemtoon op achter als het ergens vóór staat, en met klemtoon op in als het ergens achter staat. Hee dat klopt! Kijk maar: je zegt Áchterin liggen de jassen, maar De jassen liggen achterín. In beide gevallen is er sprake van het bijwoord achterin, dus over de spelling bestaat geen misverstand. Toch is er ook hier verschil in uitspraak.
Maar nu valt ook de uitspraakbasis weg onder het verschil tussen De jassen liggen achter in de auto en De jassen liggen achterin. Want de klemtoon op achter in de eerste zin zou ook te verklaren zijn uit de eigenschappen van achterin.
We blijven dus zitten met bepaling 6.8e4 uit de Leidraad, zonder dat we daar een sluitende redenering voor kunnen opzetten. Is dat erg? Misschien niet. Maar er is wel nog een probleempje.
Neem de zin De jassen liggen helemaal achter in de auto. Waar is helemaal een bepaling bij? Niet bij achter. De betekenis is niet "De jassen liggen in de auto en wel helemaal achter." Ook niet bij achter in de auto, want het is ook niet "De jassen liggen achter in de auto en wel helemaal." Nee: helemaal is een bepaling bij achter in. Dat betekent dat achter in deze constructie wezenlijk verschilt van "normale" bepalingen bij voorzetsels, zoals diep onder de grond. Als je daar een bepaling voor zet, dan krijg je bijvoorbeeld heel diep onder de grond, en dan is heel altijd een bepaling bij diep ("onder de grond, en wel heel diep").
Met andere woorden: in de genoemde twee voorbeelden is de band tussen achter en in veel sterker dan tussen diep en onder. Dat zou je mooi kunnen uitdrukken door achterin aan elkaar te schrijven en diep onder niet. Sommige taalkundigen doen dat al. In de omvangrijke dissertatie van Nard Loonen over voorzetsels staan de combinaties achterin en vooraan gewoon in het rijtje van 528 Nederlandse voorzetsels. Maar zoals gezegd, dat is tegen de Leidraad 6.8e4, en dat is de officiële spelling.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Ik heb braaf niet verder gelezen :)
BeantwoordenVerwijderenSinds mijn correctiewerk voor het Corpus Gesproken Nederlands heb ik een soort radar voor dit soort 'spelfouten'.
"Bovenaan de pagina" kon bij het CGN echt niet want "bovenaan" stond niet in de voorzetsellijst. Dus het moest "Boven aan de pagina zijn".
Idem met "teveel". Dat is nou eenmaal een zelfstandig naamwoord dus "teveel lawaai" moet "te veel lawaai" zijn.
"Hoeveel" mocht trouwens weer wel aan elkaar want dat is een telwoord, wat je kunt zien aan het rangtelwoord "hoeveelste".
Het is al ruim zes jaar geleden dat ik dit werk deed en nog steeds valt mijn oog op dergelijke aanelkaarschrijvingen (heerlijk woord). Terwijl het me echt niet uitmaakt hoe mensen die woorden spellen.
Hoe vaker een opeenvolging van functiewoorden voorkomt, hoe vaker die aan elkaar geschreven worden lijkt me.
Ik kan inderdaad zeggen: Het woord staat vóóraan in de zin, maar ook: Het woord staat vooráán in de zin, en zeker ook: Het woord staat helemaal vooráán in de zin. Ik denk dus dat, zoals je al hoopte, het ultieme argument voor aaneenschrijven hier grammaticaal is, namelijk dat het geheel een bijwoordelijke groep vormt en geen voorzetselgroep of reeks voorzetselgroepen. Toch blijft dat tamelijk willekeurig aanvoelen, want waarom zou je zo'n geheel eigenlijk als een enkel woord beschouwen? En bovendien: waarom zou je niet hetzelfde doen als het eerste toevallig niet als bijwoordelijk kan worden opgevat, zoals bij "van boven" en "naar voren"?
BeantwoordenVerwijderen'Van boven' en 'naar voren' lijkt me wel iets anders, omdat 'van' en 'naar' daar duidelijk voorzetsels zijn ('van' een bepaalde plaats, namelijk 'boven,' 'naar' een bepaalde richting, namelijk 'voren' - hmm, die laatste is wel gek). Bij 'voor()aan' heb je toch iets anders, omdat 'aan' geen aparte betekenis lijkt te hebben.
Verwijderen