zondag 12 november 2006

Een schaaknovelle



Gemor onder de Utrechtse schakers! Zij stelden een vraag over de zin De kinderen kan/kunnen op de regels worden gewezen. Mijn uitleg vonden ze echter "te veel woorden om iets zinnigs (?) te zeggen", en ze konden de concentratie niet opbrengen om alles te onthouden.


Nou jongens, dat is toch geen probleem? Dan doe ik er gewoon twee breintjes af, en giet ik het in de vorm van een schaakpartij-analyse!


De opening is passief (De kinderen kan/kunnen op de regels worden gewezen), maar er wordt snel naar een actieve stelling ontwikkeld (Iemand kan de kinderen op de regels wijzen). Daarin treedt meteen vereenvoudiging op doordat het voorzetselvoorwerp wordt weggeslagen (op de regels).


Daarmee zijn we beland in het middenspel, waar het draait om de vraag of dat andere voorwerp een lijdend of een meewerkend voorwerp is. Omdat het voorwerp bijna alle kenmerken van een lijdend voorwerp heeft, en bijna geen van het meewerkend voorwerp, staat het lijdend voorwerp overwegend. Er zijn dus nog vechtmogelijkheden, maar het lijdend voorwerp wikkelt snel af naar het eindspel door de stelling weer passief te maken.


Het meewerkend voorwerp heeft nog een wanhoopsoffer door het onderwerp weg te laten (Er kan op de regels worden gewezen) en te proberen de positie van Er te veroveren (De kinderen kan op de regels worden gewezen), maar het lijdend voorwerp promoveert eenvoudigweg zelf tot onderwerp (De kinderen kunnen op de regels worden gewezen), en claimt een winnende stelling.


Uitslag volgt na arbitrage.




10 opmerkingen:

  1. Nou ja, Taalprof, hou je nu maar bij zaken waar je verstand van hebt. Passieve openingen bestaan niet; stellingen worden niet ontwikkeld; wegslaan is een term die geen enkele schaker zal gebruiken, en het gebruik van de begrippen middenspel en eindspel in je betoog vergroot de duidelijkheid ook al niet. Laten we er een Ollebolleke van maken.
    De Taalprof adviseert
    ook al in schakerstaal
    Hij legt twee breintjes af
    en trekt van leer
    Ach ja, een kenmerkend
    schoenmakersleestgeval
    Onze suggestie: Doe
    zoiets niet meer

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Jan Blom: ik zal nu maar geen metrische kritiek op dit ollekebolleke uiten, want dan ontsporen we helemaal. Ik dacht dat een opening met passieve zetten (die bestaan toch wel?) ook als passief werd aangemerkt, maar ik leg me graag neer bij je schaakdeskundigheid. Als het zo niet duidelijk is, wil ik het met alle plezier nog eens op een andere manier proberen. Wil je dat, of wilde je me alleen even wegslaan?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Nee hoor, het is al goed. Als je nog eens een novelle verzint, dan hou ik mij aanbevolen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zo zie je maar weer: schakers zijn en blijven bèta's...

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Jan, passieve openingen bestaan natuurlijk wel degelijk. En het gebruik van de term middenspel is hier ook prima. Al met al best een aardig experiment om een taalkundige kwestie duidelijk te maken. Zie het als vingeroefening. Of als een vluggertje.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik vind passieve zinnen vaak niet erg charmant. Er bestaan zelfs methodes Nederlands (op nieuw niveau, derde klas TL) die deze zinnen afkeuren en als "lelijk" afdoen. Leerlingen moeten zoveel mogelijk de passieve constructies vermijden en ombuigen tot een actieve zin.
    Overigens, in het standaard proefwerk dat bij dit zelfde hoofdstuk hoorde, werd van de leerlingen wel verwacht, dat ze een passieve zin konden ontleden. Ik vind dit toch wel paradoxaal...

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @Clau: ik vind het ook wel charmant dat je in deze reactie, waarin je begint met de verzekering dat je passieve zinnen vaak niet charmant vindt, toch nog één passieve zin gebruikt. Van de negen gezegdes in je reacties is er één passief. Gelukkig dat je leerlingen die moeten kunnen ontleden!
    Ik moet trouwens eerlijk bekennen dat ik die afkeuring voor passieve zinnen vaak overdreven vind. Ik snap wel dat je bij "moeilijk doen" vaker passief gebruikt, en ik ken ook het onderzoek waarin aangetoond wordt dat passief "moeilijker te begrijpen" is dan actief, maar als dit werkelijk een constructie is waar taalgebruikers in meerderheid niets aan hebben, waarom handhaaft het passief zich dan al eeuwen in de taal? In tegenstelling tot bijvoorbeeld de "optatief" en de "dualis", die geheel verdwenen zijn? Ik denk dat het passief wel degelijk een nuttige constructie is. Maar net als het actief, of de bijzinsconstructie, moet je eerder leren waar je hem wél moet toepassen dan waar niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Goed hè, dat was expres! Ik probeer gewoon aan te tonen inderdaad, dat de passieve zinnen bij ons taalgebruik horen. Ik snap zelf ook niet zo goed waarom er methodes zijn, die lesjes maken over stijlfouten/stijlmiddelen en er in die lesjes voor pleiten dat een passieve zin niet goed is. Op die manier geef je leerlingen het idee dat ze fouten maken, terwijl dit niet zo hoeft te zijn.
    Overigens, als je leerlingen een passieve zin voorschotelt, zullen ze ook niet snel zeggen dat het een foute zin is.
    Ik begrijp het doel van zulke lesjes niet zo heel goed.
    Overigens, nogmaals, ik vind het erg leuk dat je me (en veel van je andere lezers waarschijnlijk ook) motiveert om leerlingen te stimuleren om op een andere manier naar taal te kijken. Ik vond het vaak erg vervelend om de grammaticalesjes te geven, omdat leerlingen het vreselijk saai vinden. Goed om te zien dat het ook anders kan. Ik merk dat het gaat leven als je ze laat inzien dat het een spel met de taal is.
    Neemt niet weg, dat het slechts één onderdeel van onze taal is en dat ze ook teksten moeten kunnen opbouwen en goed moeten kunnen lezen...

    BeantwoordenVerwijderen
  9. @Clau: o maar dat laatste zou ik ook helemaal niet willen tegenspreken! Je ziet het precies goed: ik vertel over wat ik leuk vind, en ik snap best dat je als docent ook andere dingen aan je hoofd hebt.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. @ Taalprof:
    Ik vertel inderdaad ook over wat ik leuk vind. Ik ben bijvoorbeeld gek op "Ruggespraak" van Onze Taal.(en mijn leerlingen inmiddels ook...)
    Ik vind het een leuke manier om leerlingen naar taal te laten kijken en indirect zijn ze dan bezig met taalbeschouwing en ze zijn echt enthousiast.

    BeantwoordenVerwijderen