donderdag 30 juli 2009

Wat voor den duivel is dat nou weer?



Ben je als taalprof een paar weken met andere dingen bezig (je bureau opruimen, achterstallige post wegwerken en andere wereldverbeterende acties), krijg je het meteen op je brood: je lezer(s) word(t/en) ongeduldig. Hier, lees eens een leuk stukje, dat inspireert je misschien ook weer eens om aan de slag te gaan! Ja ja, ik ben al bezig.

Toevallig las ik deze week op Language Log een stukje dat sterk verwant was aan het artikeltje waar ik door een lezer op gewezen werd. Dat stukje gaat over de grammatica van de frase the fuck in de Engelse zin Shut the fuck up!

Ik zit daar nu al een tijdje over te denken. Niet omdat ik de taalkundige analyse op Language Log zo leuk vond, maar omdat we in het Nederlands die variant helemaal niet hebben. Maar misschien moet ik eerst even iets toelichten. Waarschuwing: het is niet allemaal even netjes.

Er zijn twee gevallen van het tussenwerpsel the fuck in het Engels. Ik noem het nou maar even tussenwerpsel, maar wat het precies is daar zijn de geleerden het niet over eens. Ten eerste heb je de variant vóór een partikel of een richtingsbepaling (Shut the fuck up, Get the fuck out of here), en ten tweede de variant achter een vraagwoord (What the fuck, who the fuck, how the fuck). Daarnaast bestaan er nog talloze andere gebruikswijzen van het woord fuck en al zijn vervoegingen (met name fucking is nogal populair), maar die interesseren me hier minder.

In die twee varianten heeft the fuck voornamelijk een versterkende functie (het gaat nooit om echte gemeenschap). Net als zogeheten focuspartikels (uitgerekend, juist, zelfs, net) hecht het zich vóór of achter aan een zinsdeel (vóór het partikel of de bepaling, achter het vraagwoord), en versterkt het aldus niet alleen de betekenis, maar ook de intonatie van dat zinsdeel.

Het gekke is dus dat die variant die zich vóór het zinsdeel aanhecht in het Nederlands niet lijkt te bestaan. Heel sporadisch zie je wel eens zo'n al dan niet serieus bedoelde vertaling als Hou de fuck toch eens op! maar ten eerste staat de fuck dan in de vertaling meteen achter het werkwoord, terwijl de taalkundige analyse in het Engels het juist aan het partikel verbindt, en ten tweede heb ik niet de indruk dat dit echt een productieve constructie in het Nederlands is geworden.

De variant achter het zinsdeel heeft iets betere papieren. Ook hier weer vind je die letterlijke vertalingen (Wat de fuck is dat nou weer?), maar een stuk vaker, en ook met een aantal varianten (Wat de fuk, wat de fok wat de fak, wat de hel, het preutsere wat de x en het explicietere maar wat oubollig aandoende Wat de neuk).

Het lijkt erop dat die achter-variant ook in het degelijke Oud-Hollandse taaleigen geworteld is, zoals je kunt zien in oudere vormen als Wat drommel, wat hamer, wat duivel, wat bliksem. Oorspronkelijk uitroepen, maar ook wel in een vragende variant aangetroffen: Wat drommel is dat? Wat drommel doe je daar? Allemaal krachttermversterkingen van wat, net als bij What the fuck in het Engels (dat overigens ook varianten heeft in What the hell en What the devil).

Naast al die varianten met een zelfstandignaamwoordgroep (lidwoord en zelfstandig naamwoor) heb je bij die achtervariant ook gevallen met voorzetsel: Wat voor den drommel, wat voor den duivel, wat in vredesnaam, en in het Engels what in (the) hell, what in the world, what in God's name. Die laatste lijken allemaal een stuk ouder, en zouden dus best wel eens aan de basis kunnen hebben gelegen van de eerste. Misschien dat wat drommel een verkorting is van wat voor den drommel.

Hoewel de ene variant dus wel degelijk in het Nederlands aan te wijzen is, lijkt het er toch op dat die focusbepalende krachttermen in het Engels beduidend meer mogelijkheden kennen. In dit verband passen ook vormen als fan-fucking-tastic, waarbij het focusbepalende fucking zelfs midden in een woord aan een lettergreep geplakt wordt om hem extra nadruk te geven. Daar hebben wij he-le-maal geen mogelijkheden voor. Wij moeten ons behelpen met het verlengen van de lettergrepen (in schriftelijk taalgebruik met streepjes aangegeven), of herhalingen als klets-en-kletsnat of kurk-en-kurkdroog (in het Engels heb je niet bone and bone dry).

Zijn die Engelsen (of Amerikanen) dan zoveel frequentere vloekers? Ik denk het niet. Het Nederlands is ook rijk aan vloeken en krachttermen, maar dat zijn, op een enkel voorvoegsel na (kanker-, klere-, kut-) bijna allemaal "gewone" tussenwerpsels, die los van andere zinsdelen op de plaats van bijwoorden in de zin geplaatst kunnen worden. Ook soms focusbepalend (dat verdorie míj dat moet overkomen!), maar zelfs dan gemakkelijk van het focusdragende zinsdeel te scheiden (dat míj dat verdorie moet overkomen!).

4 opmerkingen:

  1. Goed uitgerust zo te zien, prof! En excuses voor de onderbreking van het heerlijke vakantiegevoel; dat was waarlijk niet netjes van mij!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @festina lente: geen probleem hoor! Ik was echt nog niet met vakantie. Alleen met andere dingen bezig (moeten ook gebeuren)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. fan-fucking-tastic, ge-fucking-weldig.

    BeantwoordenVerwijderen