zondag 19 april 2009

Volkskrantredactie blundert




"Goede journalistiek verloochent zich niet. Als de inrichting van de journalistiek honderd jaar geleden naar tevredenheid functioneerde, zouden we terug moeten kunnen naar die situatie." Bent u het daarmee eens? Dan wilt u dus terug naar de tachtigjarige oorlog, toen iedereen maar raak schreef en niemand kon lezen.


Tenminste, dat vindt Quiny Danko, chef redactie van de Volkskrantbijlage VK-banen.
Afgelopen zaterdag, 18 april 2009, bracht de Volkskrant een speciale bijlage uit over werken in het onderwijs. Die opent met een redactioneel commentaar. Dat begint zo: "Een kwart van de leraren zou wel willen terugkeren naar het onderwijs van 100 jaar geleden. Terug naar klassikaal woordjes stampen op het ritme van de tikkende stok van de meester."


Zo. Dat is nog eens binnenkomen. De toon is meteen gezet, daar helpen 26 pagina's met nuanceringen niet meer tegen. Terug naar de tikkende stok van de meester. Ergens zit daar ook nog een subtiele suggestie van lijfstraffen in, of is dat nou mijn eigen zieke geest? In ieder geval wordt er met zoveel woorden gezegd dat de leraren van tegenwoordig niet meer in de huidige tijd passen. Die kunnen ze in hun zak steken.


Waar is die absurde uitspraak op gebaseerd? Op onderzoek dat in opdracht van VK-banen is uitgevoerd door Newcom Research & Consultancy. Dat onderzoek wordt tamelijk adequaat beschreven in een artikel op de website van VK-banen, maar in dat artikel staat geen woord over die massale voorkeur van de leraren voor het onderwijs van 1909. Dat gaat over de opmerkelijke uitkomsten van de enquête (namelijk dat werkdruk het grote probleem is, en dat desondanks meer dan driekwart fluitend naar het werk gaat).


Maar waar haalt de chef redactie haar informatie dan vandaan? Waarschijnlijk van de volgende vraag uit de enquête: "Goed onderwijs verloochent zich niet. Als de inrichting van het onderwijs honderd jaar geleden naar tevredenheid functioneerde, zouden we terug moeten kunnen naar die situatie."


Ik weet het niet hoor, maar ik vind dat een slechte vraag. Allereerst staan er verschillende beweringen in: goed onderwijs verloochent zich niet, én onder voorwaarden terug naar honderd jaar geleden. Je kunt het best met de ene bewering eens zijn en met de andere niet. Wat moet je dan antwoorden?


Ik zie het hele verband tussen die twee beweringen trouwens niet eens. Misschien is de bedoeling zoiets als: wat goed is moet je niet verwerpen alleen omdat het oud is. Maar hoe zou je het daarmee oneens kunnen zijn? Dat is een vanzelfsprekende waarheid.


En dan die tweede bewering. Er stáát niet eens dat we terug moeten naar honderd jaar geleden. Er staat: áls de inrichting van het onderwijs honderd jaar geleden naar tevredenheid functioneerde, dán zouden we terug moeten kunnen naar die situatie. Met veel meer modaliteiten kun je de bewering "terug naar honderd jaar geleden" niet omkleden. Ten eerste gaat het niet om het onderwijs, maar om de inrichting van het onderwijs. Geen idee wat hiermee bedoeld wordt, maar sommigen zullen het als de onderwijsuitvoering of de werkvormen opvatten, en anderen zullen hier de schoolorganisatie onder verstaan. En wat moet je antwoorden als je vindt dat de inrichting van het onderwijs honderd jaar geleden niet naar tevredenheid functioneerde? De echte logici zullen zeggen: een bewering als p dan q is waar als p onwaar is. Die vullen dan doodleuk helemaal mee eens in, niet beseffend dat ze dan door Quinty Danko worden weggezet als wereldvreemde conservatievelingen.

Trap je hier niet in, dan word je ook nog eens op het verkeerde been gezet door maar liefst drie modale werkwoorden bij de bewering "terug naar honderd jaar geleden." We zouden terug moeten kunnen. Let op hoeveel minder zeker dit klinkt dan "dan moeten we terug."

Eigenlijk is het op een kwalijke manier manipulatief. Het is net alsof de opstellers van de enquête hebben gedacht: eens kijken hoeveel leraren we kunnen verleiden tot de uitspraak "We moeten terug naar honderd jaar geleden." Als we dat zo vragen vindt natuurlijk niemand dat. Dus weet je wat: we maken ervan We zouden terug moeten, nee weet je wat We zouden terug moeten kunnen. Hmm, daar trapt natuurlijk ook niemand in. Wacht, we zetten er een voorwaarde bij: Als het onderwijs honderd jaar geleden goed was, zouden we terug moeten kunnen naar die situatie. Nee, nou gaat het te veel de andere kant op, eens kijken: Als het onderwijs honderd jaar geleden naar tevredenheid functioneerde, zouden we terug moeten kunnen naar die situatie. Nee, wacht, wacht, ik weet er nog een: Als de inrichting van het onderwijs honderd jaar geleden naar tevredenheid functioneerde, zouden we terug moeten kunnen naar die situatie. Ja, die is goed, als daar geen spreiding meer in gaat zitten weet ik het ook niet meer. Of is dan nog steeds teveel de bewering "terug naar honderd jaar geleden"? Nou, dan zetten we er toch voor Goed onderwijs verloochent zich niet? Dat snapt toch niemand, dat sticht genoeg verwarring om alle kanten op te kunnen. Met zo’n vraag moeten de meningen wel naar een randomverdeling van twintig procent voor elke mogelijkheid opschuiven. Ja, dat doen we.

Wat zijn de uitkomsten voor deze vraag? 41% helemaal mee oneens, 29% mee oneens. 13% niet oneens/niet eens, 14% mee eens en 10% helemaal mee eens. Hoe moet je dit interpreteren, voorzover het statistisch significant is? Ik zou zeggen: wie het hiermee eens is reageert op de eerste bewering, of vindt niet dat aan de voorwaarde voor de tweede voldaan is (en kan logisch denken). Gezonde opvatting. Wie het ermee oneens is, verzet zich tegen de verhulde bewering dat we terug moeten naar honderd jaar geleden. Ook niet veel mis mee. Die laat zich niet verleiden door de manipulatie van de vraag.

Toch is het voor de chef redactie VK-banen een teken aan de wand. En ze verzint er ook maar meteen twee van de ergste enormiteiten bij waarvan ze veronderstelt dat die honderd jaar geleden schering en inslag waren. Maar lijfstraffen waren rond 1900 al lang officieel verboden, je moet tot de achttiende eeuw terug gaan om de meester met een tikkende stok aan te treffen. En woordjes stampen, wat zou daarmee bedoeld zijn? Naamvallen? Ook die waren rond 1900 al grotendeels uit het Nederlands verdwenen. Die had je vooral in de lessen Latijn en Grieks, maar dat was wel echt elite-onderwijs.

Kortom: slechte journalistiek verloochent zich nooit. Het ziet er niet naar uit dat de redactie van VK-banen hier onderwijs in gevolgd heeft, in elk geval lijkt het niet aangekomen. Ik zou bijna willen dat ik een tikkende stok had.

6 opmerkingen:

  1. Goed betoog TaalProf!
    Ik ben benieuwd naar de VK-bijlage. Zou je hem maandag kunnen meenemen?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hm, misschien heeft de redactie zelf modern onderwijs genoten?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @festina lente: In dat kader dit al gezien?
    http://www.bbrussen.nl/2009/04/20/schokkende-video-hoe-achterlijke-mensen-gewoon-les-geven-in-nederland/

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mooi betoog, taalprof. De blunder van de Volkskrantredactie lijkt me een prachtig voorbeeld voor drogredenen.nl .
    Nog een aanvulling: "Als de inrichting van het onderwijs honderd jaar geleden naar tevredenheid functioneerde, zouden we terug moeten kunnen naar die situatie." zou je volgens mij ook nog kunnen opvatten als: we zouden terug moeten kunnen naar een situatie waarin (de inrichting van) het onderwijs naar tevredenheid functioneert. Wat niet per se de situatie van honderd jaar geleden hoeft te zijn.

    BeantwoordenVerwijderen