dinsdag 10 maart 2009

Grammatica voor uilskuikens




Het was wel een handige zet van de UvA. Vlak vóór de boekenweek een persbericht over een onderzoek van UvA-wetenschapper Jelle Zuidema over de taal van vogels. Helaas werd het bericht in bijna alle media voorgesteld als een onderzoek naar de afwijkende zang van stadsmerels (wat het niet was), maar het was toch maar mooi exposure.


Waar ging het dan wel over? Tja, dat kwam ook niet erg helder in de berichtgeving tot uitdrukking. Neem bijvoorbeeld dit citaat "Toch zit er volgens Zuidema in de zang van sommige vogels een structuur van grammaticaregels. Die hebben echter geen enkele betekenis..." Een structuur van grammaticaregels? Wat is dat?
Ik denk dat er geen journalist is die een flauw benul heeft van wat die "structuur van grammaticaregels" is die in de zang van vogels moet zitten (en die geen enkele betekenis heeft). Misschien dat er eentje zich afgevraagd heeft of het hier om onderwerp en gezegde gaat, of werkwoorden en zelfstandige naamwoorden, maar dat kan natuurlijk niet, want dat zijn termen die betekenis hebben. En het ging om "een structuur van grammaticaregels" zonder betekenis.


Die hele uitdrukking "structuur van grammaticaregels" is ook vast niet door de onderzoeker zo geformuleerd. Als je zijn website bekijkt, en de publicaties van dit onderzoek, dan blijkt het te gaan om een onderzoek naar patroonherkenning door zebravinkjes. Blijkbaar was er al eerder onderzoek dat claimde dat spreeuwen in staat waren om recursieve patronen te herkennen, en door Zuidema en zijn collega's werd bekeken of zebravinkjes dat ook konden. Dat konden ze, maar het onderzoek liet de mogelijkheid open dat het geen echte recursie was wat de vogeltjes herkenden, maar toch eenvoudiger patronen.


Dat is allemaal mooi onderzoek, en het is wiskundig natuurlijk niet incorrect om dit grammatica te noemen, maar die grammatica blijft dus beperkt tot de constatering dat de opeenvolging van de noten in de vogelzang niet door het toeval verklaard kan worden, én dat die regelmaat door de beestjes herkend wordt.


Volgens mij had Zuidema tegenover journalisten beter over patronen kunnen spreken in plaats van over grammatica. Nu zien al die journalisten meteen die vogels taaltoetsen invullen en beter scoren dan UvA-studenten. En de lezer denkt: het moet niet veel gekker worden, straks vinden ze ook nog uit dat vogels beter spellen dan mensen.






7 opmerkingen:

  1. Herman Callens 10 maart 2009 om 17:58

    Ja, zoals bekend zijn het echte spelvogels!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @taalprof: rare vogels, als ze op taaltoetsen slechter scoren dan UvA-studenten...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Gek, die uilskuikens. Hebben ze de uilenkuikens verdrongen in de loop der jaren, of is hier iets anders aan de hand? Moeilijk, mensen, dat Nederlands..

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Spreeuwen die recursieve patronen herkennen? Toe maar! Dat kunnen zelfs mensen niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @Peter: recursieve patronen zijn patronen die gegenereerd worden door recursieve regels. Dat kunnen wij heel goed herkennen. Neem bijvoorbeeld de inbedding van bijvoeglijke bepalingen. Jij snapt best dat 'de dochter van de slager is slim' niet betekent 'de slager is slim,' terwijl dat er wel staat.
    Die inbedding is recursief, want 'de slager' is in principe dezelfde soort woordgroep als 'de dochter van de slager'.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. *Juist* wiskundig worden echt recursieve (dus niet gewoon iteratieve) patronen inderdaad met grammatica's beschreven, wat de taalprof eigenlijk zelf al zegt.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @Reinier: en, mag ik daaraan toevoegen, dit is precies waar in de aangehaalde artikelen aan getwijfeld wordt: zijn die patronen van spreeuw en zebravinkjes wel echt recursief, of kunnen ze met eenvoudiger grammatica's beschreven worden?

    BeantwoordenVerwijderen