


Het hoge woord moet er maar eens uit: de taalprof zit gewoon de negentiende-eeuwse taalkundige literatuur te plagiëren. Misschien heeft hij het zelf niet eens in de gaten, maar de overeenkomsten zijn te opvallend om ze aan het toeval toe te schrijven. Weliswaar is de taaltechnologie nog niet zover dat de voorbeelden ondubbelzinnig kunnen worden opgespoord, maar wie kan lezen wat die negentiende-eeuwers allemaal schreven, moeten de overeenkomsten in het oog springen.
Neem nou bijvoorbeeld dit stukje over het betrekkelijk voornaamwoord. Dat lijkt bijna letterlijk overgeschreven van een artikeltje van Lambert te Winkel in het Taalkundig Magazijn uit 1853!