zondag 22 februari 2015

Twitter ze!

Een halve generatie geleden, in 1998, schreef ik in Onze Taal een artikel over de constructie Werk ze! Op de taalkalender van het genootschap had een verklaring van deze constructie gestaan die erop neerkwam dat ze een soort afgesleten lijdend voorwerp was. Dat leek mij onwaarschijnlijk, want deze constructie (die overigens in België niet voorkomt) beperkt zich tot werkwoorden die juist géén lijdend voorwerp hebben (of hoeven hebben): wandel ze, slaap ze, werk ze, dat is allemaal prima, terwijl iets wandelen, iets slapen en iets werken allemaal op zijn zachtst gezegd uitzonderlijk zijn.

Deze avond barstte er op Twitter ineens een kleine discussie los, aangezwengeld door @ThHN09, @LiesKoen en @RPlasterk, die het artikel uit 1998 maar lang en ingewikkeld vonden, en niet overtuigend genoeg. Tijd dus voor een ingekorte versie.

Daar gaat-ie dan: Naar mijn idee is Eet ze! een verkorte versie van de constructie met resultaatbepaling. Die komt voor bij werkwoorden die geen lijdend voorwerp hoeven te hebben, en hij bestaat uit het toevoegen van een zinsdeel met een predicaat, zoals in Hij at zijn buikje rond. Hierin staat zijn buikje wel op de plaats van het lijdend voorwerp, en misschien zou je het in een schoolgrammatica zelfs het lijdend voorwerp moeten noemen, maar zijn buikje is natuurlijk niet datgene wat gegeten wordt. Het gaat in deze constructie om het resultaat dat zijn buikje rond wordt als gevolg van het eten.

Eet ze! is dus volgens mij een verkorte versie van Eet je buikje rond! maar dan met ze in plaats van je buikje en het resultaat (rond) helemaal weggelaten. Waarom zou je dat doen? Het weglaten van het resultaat zelf kan alleen in een context van goede verstandhouding (en dat is precies de context waarin de constructie gebruikt wordt), en het roept een soort vanzelfsprekende betekenis op. Dit sluit aan bij het feit dat de constructie juist voorkomt bij dingen die je vaker (als gewoonte) doet. Mijn sterkste voorbeeld in 1998 was Spring ze! Een vreemde wens, maar uitgeroepen tegen een schoonspringer die op het punt staat van de duikplank af te springen is het prima.

Weglaatconstructies worden vaker gebruikt als mensen elkaar goed kennen (of dat willen uitdrukken), en ze hebben vaker emotioneel geladen inhouden. Andere voorbeelden zijn Ik zál je...! en Ik vínd het...! of Laat me! Daar worden soortgelijke predicaten weggelaten: het weglaten heeft een sterk emotioneel effect, omdat je uitdrukt dat je gevoel zo sterk is dat de luisteraar wel weet wat je bedoelt.

Wat was de discussie op twitter, behalve dat het artikel uit 1998 te ingewikkeld was? Nou ja, er werd geopperd of het niet eigenlijk Werkse! zou moeten zijn, waarin -se een uitgang van het werkwoord was, iets als een aanvoegende wijs.

Hoewel je natuurlijk nooit iets kunt uitsluiten is er van alles in te brengen tegen dit idee, en eigenlijk is er maar bitter weinig wat ervoor spreekt. Ten eerste zou zo'n uitgang dan een vervoeging van het werkwoord moeten zijn, om precies te zijn -ze (want het zou dan Wandelze! zijn en niet Wandelse!), dat dan tot -se zou assimileren. Maar zo'n vervoeging heeft in elk geval nooit bestaan. Hij zou dan in de laatste eeuw in Nederland spontaan moeten zijn opgekomen, alleen in deze constructie. Dat is onwaarschijnlijker dan mijn analyse, die de constructie verklaart uit een normale, veel voorkomende vorm (de resultaatconstructie).

Een uitgang -ze is ook op geen enkele manier met een oude aanvoegende wijs te verbinden. Die zou iets zijn als Men wandele een uur in de frisse lucht, waarbij ten eerste altijd een onderwerp staat, en ten tweede geen spoor van een z of s te bekennen valt.

Dat is dus allemaal uiterst problematisch, dat idee van een uitgang. Maar wat erger is: wat lost het op? Je hebt dan een uitgang die om onverklaarbare redenen alleen optreedt bij werkwoorden die geen lijdend voorwerp hoeven te hebben, die zelf nooit met een lijdend voorwerp gecombineerd kan worden (je kunt niet iets krijgen als Eetse aardbeien! of zo), en die de wens van een gunstig resultaat inhoudt. Dat laatste zweemt wel een beetje naar een optatieve betekenis, maar die betekenis is in het moderne Nederlands al door de gebiedende wijs overgenomen, en als je aanneemt dat we hier met een gebiedende wijs te maken hebben is die dus al inbegrepen.

Een ander discussiepunt op twitter was de vraag waarom het dan ze was. Daar heb ik ook niet meteen een antwoord op. Ik weet niet eens zeker of het wel het meervoudige ze is (ze kan ook enkelvoud zijn). Naar mijn idee is het in elk geval een betekenisloos element, dat er alleen maar toe dient om aan te geven dat er een resultaat is weggelaten. Laat je ze weg, dan blijkt nergens uit dat je een succeswens op het oog hebt. Doordat het er echter staat, juist bij werkwoorden waarbij je geen lijdend voorwerp verwacht, roep je die resultaatconstructie (met bijbehorende betekenis) op. Het is dus de meest efficiënte manier om de gebiedende wijs (met wensbetekenis) te koppelen aan een resultaat.

Ik kan er wel een beetje over speculeren waarom het ze is en niet bijvoorbeeld het. Andere constructies met betekenisloze elementen betreffen natuurverschijnselen (het regent) en eigen emoties (Hij had me toch een rare opvatting of Ik smeer 'm). Het gebruik van ze zou kunnen aansluiten bij die emotionele betekenis: het goede resultaat dat je wenst is een goed resultaat in de ogen van anderen: ze. Maar daar heb ik verder geen enkele aanwijzing voor. 


16 opmerkingen:

  1. Nu we weten dat "ze" geen vervoegingsresultaat (van het werkwoord zelf) is, moet het welhaast een persoonlijk voornaamwoord zijn dat de derde of vierde naamval meervoud heeft. De imperatief laat immers geen eerste naamval toe en "ze" als enkelvoud lijkt ook erg onwaarschijnlijk, omdat in een algemene wens ook een algemeen object thuishoort en niet alleen koffie (als dat een vrouwelijk woord zou zijn). Als in "drink ze" sprake is van koffie, zou je voor thee (als dat mannelijk zou zijn) "drink hem" of "drink 'm" moeten zeggen. Ik kies, noodzakelijkerwijs speculerend, voor een meervoudige verbuiging tot de datief of de accusatief, omdat die verbogen meervoudsvorm alle opties dekt. Daarnaast geeft een verbogen "ze" in het enkelvoud niet nogmaals "ze", maar "haar".

    Je mijmert wat af. Al die constructies met imperatief/ze passen wel wat in het religieuze denken dat je je gespreksgenoot het beste toewenst en daarbij aansluit op wat hij het laatst gezegd heeft. En een afscheid moet kort. Wandel ze zeg je tegen iemand die gaat wandelen terwijl je zelf aan de kant blijft staan. Als dat wandelen ter ere moet zijn van de goden die je dat wandelen hebben mogelijk gemaakt, zeg je op z'n middeleeuws misschien wel "wandel voor je beschermengelen" zodat het een leuke wandeling wordt. Dus: wandel ze (=voor die engelen). Of het is "wandel ze" = wandel al die stukjes van de wandeling.

    Dat afscheidsaspect gaat niet altijd op. In een bedrijfsrestaurant kun je heel goed tegen je disgenoot zeggen "eet ze", terwijl je zelf in zijn directe nabijheid een worstebroodje opsmikkelt. Maar dan is zo'n taalgebruik mogelijk afgeleid van de oorspronkelijke situatie dat je een einde aan het gesprek moet maken en aansluiting zoekt bij wat het laatst gezegd is.
    En dat afscheid moest kort, zonder gezeur, beetje popiejopie.

    Neig zelf heel sterk naar "ze" als accusatief meervoud. Hoor kinderen vaak zeggen "eet ze met hapjes". Waarom zou je dat object ook duiden? Het ging toch om de actie van het werkwoord (eten, wandelen, werken) en dat moest in een korte afscheidswens verpakt worden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Die vorm 'eet ze met hapjes' hoeft natuurlijk niet de oorsprong te zijn: het kan ook zijn dat het een woordspel is op de bestaande constructie.

      Als het de resultaatconstructie is ('eet je buikje rond'), dan ligt een accusatief inderdaad voor de hand. Echter, de constructie is vrijwel zeker ontstaan in een tijd dat het onderscheid accusatief/datief al niet meer gangbaar was. Het is een voorwerpsnaamval denk ik, maar zelfs dat kun je niet bewijzen.

      Ik zie er ook niet meteen een afscheidsbetekenis in (al deel ik de ervaring dat je het vaak zegt bij een afscheid). De gedachte dat 'ze' naar een soort opdeling in kleine stukjes verwijst lijkt me moeilijk te verdedigen. Ten eerste ga je dan toch naar een soort lijdendvoorwerpsbetekenis toe, terwijl het juist onmogelijk is bij werkwoorden die dit lijdend voorwerp graag willen ('verorber ze,' 'haat ze'). En ten tweede is er niets in de betekenis waaraan je die opdeling in stukjes kunt aflezen. Bij 'wandel ze' gaat het niet om compleetheid of zelfs een eindresultaat, de betekenis komt overeen met 'prettige wandeling!' En 'eet ze' komt meer overeen met 'smakelijk eten' dan met 'zorg dat ieder stukje je smaakt.' Ik ben daar dus niet zo van overtuigd.

      Verwijderen
  2. Accusatief/datief vroeger al niet meer gangbaar? Dan zouden we moeten weten wanneer zinnen als "geef ze maar aan Piet, die knikkers" en "geef ze maar die knikkers" voor of na het tijdstip lagen waarop onze probleem-uitdrukking ontstond. Het lijkt toch alleszins reëel dat die datief en accusatief ook vroeger al gebezigd werden en we zijn nu op zoek naar de juiste benoeming van dat "ze".

    Ik bewijs overigens niets, maar tast de grenzen van de waarschijnlijkheid af. We missen bronnen en zitten opgescheept met een uitdrukking die we niet goed thuis kunnen brengen.

    Ben nog niet zo ver dat dat "ze" een puur betekenisloos element in de zin is dat er alleen maar staat om een verzwegen resultaat in eens wens te signaleren. Het moet ergens vandaan komen. Zou je zeggen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat ik bedoel is dat toen deze constructie opkwam het onderscheid tussen accusatieve en datieve vormen al op zijn retour was, op zijn minst. De vorm 'ze' is naar mijn idee niet a priori een accusatief of een datief.

      Verwijderen
  3. OK, dus we kunnen aan de vorm "ze" niet zien wat het was of is. Misschien is het wel helemaal geen persoonlijk voornaamwoord. Maar als ik moet kiezen tussen dat voornaamwoord, een achtervoegsel of iets anders, dan wordt het toch dat eerste. En dan resteren alleen die datief en accusatief meervoud.
    Het feit dat er geen speld tussen te krijgen is in uw redenering dat hier sprake is van een verzwegen wens laat onverlet dat we dat "ze" moeten kunnen verklaren. We kunnen er bij gebrek aan historische gegevens alle kanten mee uit.

    En weer komt dat spook van de onthullingsdrang :-)
    Zou dat "ze" niet gewoon een denkbeeldig en meervoudig element kunnen zijn waarin de actie van het werkwoord dat erbij staat wordt geïntensiveerd? Zodat je automatisch gedwongen wordt te veronderstellen dat dat op een uitstekende manier moet gebeuren? Waarbij de wens er impliciet uit voortrolt? We hebben dan gelijk wat meer begrip voor de constatering dat dat lijdend voorwerp nu uitgerekend staat bij een werkwoord dat normaliter geen object bij zich heeft. "Ze" heeft dan dus geen objectiverende maar een intensiverende funktie.

    Wat is er tegen gissen als je er geen q.e.d. achter kunt zetten?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Er is niks tegen gissen of speculeren natuurlijk. Er is ook nog altijd de theorie dat de oorsprong toch gelegen is in een lijdend voorwerp, maar dat het om een of andere reden of door een of andere oorzaak een andere functie kreeg.

      Ik wil graag geloven dat 'ze' een meervoudig element is, naar mijn idee in essentie betekenisloos. Dat kan ik enigszins onderbouwen door andere gevallen aan te wijzen waarbij 'ze' ook betekenisloos wordt gebruikt. Jij veronderstelt iets anders, de intensivering van de actie van het werkwoord, maar ik zie dat niet. Ook de redenering dat de wens impliciet eruit rolt als je de actie van het werkwoord intensiveert kan ik niet goed volgen. Kun je dat nader toelichten?

      Verwijderen
  4. Ik kan het proberen, want mijn fantasie slaat altijd op hol als zij geprikkeld wordt. Bezie het vervolg met een glimlach, maar wel een serieuze....

    Als je tegen iemand zegt "eet ze!", dan zeg je dat heel vaak tegen iemand die zojuist heeft aangegeven dat hij honger heeft, naar een restaurant gaat, of thuis de lunch wil gaan gebruiken. Ik laat het geval waarbij een marktkoopman een voorbijganger te woord staat die net zijn aardbeienkraam passeert nu maar buiten beschouwing, want we hebben het hier niet over het pure lijdend voorwerp "ze" (de aardbeien die er alleen maar staan om zo snel mogelijk verkocht te worden), maar over het raadselachtige "ze" waarvan we de identiteit willen vaststellen.

    Als ik het goed zie, kun je werkwoorden verdelen in 3 groepen, te weten de overgankelijke, de onovergankelijke en de twijfelaars, die best een object kunnen gebruiken maar ook heel goed zelfstandig kunnen funktioneren. Eten is een aardig voorbeeld van dat laatste, want je kunt in het bedrijfsrestaurant heel goed gaan eten, als je tenminste niet de inhoud van je meegenomen eettrommeltje wilt eten. Een intransitief en transitief eten in één zin.

    Nu hebben we gezien dat de constructie imperatief + ze zich het beste thuis voelt bij intransitieve werkwoorden en twijfelaars. De betekenis van die constructie gaat (enigszins) verloren als je transitieve werkwoorden gaat verbinden met dat "ze", want bij die overgankelijke werkwoorden zitten we als het ware al klaar om het object te ontvangen.

    De redenering is dan (of eigenlijk de noodgreep die je pleegt om tot een bevredigende oplossing te komen) dat bij werkwoorden die eigenlijk niet zo op een object zitten te wachten toch een object in het leven roept om aan te geven dat die handeling van het werkwoord (eten, wandelen, twitteren en tal van andere werkwoorden die in de gebiedende wijs met "ze" onmiskenbaar een wens uitdrukken) uit een aantal stadia zou bestaan die je nog even doorneemt met je gesprekspartner. Maar, zult u zeggen, iedereen weet toch wat eten is en dat hoef je toch niet nader te analyseren? Nee, maar als je door het woord "ze" op wat onnatuurlijke wijze aangeeft dat de handeling een relatie onderhoudt met iets vanzelfsprekends als datgene wat je met dat "ze" aangeeft (namelijk de ingrediënten van de maaltijd), dan accentueer je daarmee de handeling zelf. De spreker die de wens uitdrukt doet in feite niets anders dan benadrukken dat de handeling wordt verricht in relatie tot datgene wat bij de handeling komt kijken, "ze". Een kunstmatig lijdend voorwerp met een doel, een betekenis.

    En dan zitten we al meteen met de consequentie. Hé, wat raar, denken we dan, iemand zegt iets tegen me met een lijdend voorwerp dat nergens op slaat, dus het moet wel een diepere betekenis hebben. En dat heeft het dus ook. Hij wil kennelijk dat ik smakelijk eet, flink wandel, grappig twitter, want als hij bedoelt dat ik alleen maar moet doen wat ik zelf al heb aangekondigd, dan had hij beter zijn mond kunnen houden.

    De wens rolt eruit bij gebrek aan beter...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik kan een eind met je meegaan in de gedachte dat de oorsprong van de uitdrukking in die twijfelaars gelegen is. Een van de oudste vormen die ik vind waarbij 'ze' niet verwijst naar een duidelijke referent in de context is 'Eet ze' (hoewel ook 'slaap ze' al meer dan een eeuw geleden voorkomt), ook wel 'eet ze smakelijk.' Het zou dus heel goed kunnen dat hier ergens de oorsprong ligt.

      De stap in je redenering echter dat je dan aangeeft dat de handeling van het werkwoord uit een aantal stadia zou bestaan kan ik niet goed volgen. Dan zou ik eerder speculeren dat 'eet ze smakelijk' geïnterpreteerd wordt als een resultaatconstructie (iets als 'eet zodanig dat de dingen die je eet voor jou smakelijk zijn'). Dan heb je de gebiedende wijs als aansporing (dat is normaal), en een uitgesproken resultaat. Daarna zou 'smakelijk' als vanzelfsprekend kunnen worden weggelaten, en die halve resultaatconstructie neemt de succeswensbetekenis aan (aansporing om tot een goed resultaat te komen). Vervolgens wordt die constructie bij andere gewoontewerkwoorden ingezet ('slaap ze'). Zoals jij veronderstelt dan niet bij puur overgankelijke werkwoorden, omdat dan de gedachte aan een gewoon object te sterk is (wat het dus niet meer is). Die hele omweg via die opdeling van de handeling in stukjes lijkt me nergens voor nodig.

      Verwijderen
    2. Tja, die omweg is niet nodig, zegt u. Maar weet u dan wat zich in die hoofden van die pakweg 18e-eeuwers (waarschijnlijk heel onbewust) WEL heeft afgespeeld toen ze besloten hun afscheid half af te maken om nog op tijd in de diligence te kunnen stappen? Want dat veronderstel ik maar: je wenst elkaar het beste toe via een suggestie, omdat het kort moet. En men associeert dat afgebeten zinnetje "eet ze" met een wens die eigenlijk meer een formaliteit is, want het is een signaal dat je een eind aan de conversatie wilt maken, meer dan dat je je hersens hebt afgepijnigd over de mate waarin men plezier gaat beleven aan de maaltijd.

      Er blijft dus nog genoeg te raden over, wat zeuren we eigenlijk? :-)

      Verwijderen
    3. Nee dat weet ik niet. Daarom ga ik voor de eenvoudigste theorie, die de meeste samenhang vertoont met wat we zeker weten. Het is echter heel goed mogelijk dat een ingewikkelder verklaring de waarheid is.

      Overigens associeer jij de wens met een afscheid, maar ik vind genoeg plaatsen waar deelnemers aan de maaltijd elkaar bij aanvang 'Eet ze!' toewensen, zonder dat ze met één voet op de treeplank van de diligence staan. Het kan natuurlijk dat je bij het weggaan 'Eet ze!' roept, maar het lijkt me relevanter dat je het wenst als er aanstalten worden gemaakt om te beginnen. Je zegt het typisch niet als je ergens binnenkomt en mensen zitten te eten. Misschien wel als je tijdens de maaltijd vertrekt en zeg 'Eet ze nog!'

      Een van de vroegste vindplaatsen (die ik heb kunnen vinden) waarbij 'ze' geen duidelijke referent heeft in de context is overigens uit 1901, uit een stukje van Justus van Maurik: 'Daar heb ie een fijn vissie, eet ze lekker!' En een andere vindplaats uit 1903, uit een verhaal van G.F. Haspels: 'dus je maar eens goed uitrekken en dan: slaap ze met smaak.'

      Verwijderen
    4. Het is een detective.
      En dan hoop ik me eens af te kunnen vragen: zou Taalprof.....?

      Verwijderen
  5. Sorry, dit is natuurlijk die eigenwijze Mient

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Mijn eerste impuls is om op zoek te gaan naar een vergelijkbaar 'ze' bij overgankelijke werkwoorden. Dat is er wel: in 'Pak ze' of 'Geef ze van katoen' (en zo zijn er veel meer) verwijst 'ze' meestal niet specifiek ergens naar. Ligt het niet voor de hand dat het 'ze' in bovenstaande voorbeelden zich uit dit soort voorbeelden ontwikkeld heeft?

    Overigens vraag ik me af waarom je het 'ze' niet gewoon weg kunt laten. 'Pak!', 'Eet!', 'Zing!' 'Lach!' 'Huil!', 'Werk!' en in het algemeen: alle geboden bestaande uit een losse gebiedende wijs, zijn naar mijn gevoel geen correcte Nederlandse spreektaal. Waarom eigenlijk niet? Het lijkt correct te worden zo gauw je iets willekeurigs toevoegt: 'Pak 'm!', 'Eet op!', 'Zingen!', 'Lach eens!', 'Huil maar!', 'Werk door!' enzovoorts. Is het een kwestie van metrum of zo?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoe deze constructie zich ontwikkeld heeft is nog best een lastige vraag: ik zei al dat de oudste voorbeelden 'eet ze' hebben. Dat zou inderdaad pleiten voor een oorsprong in overgankelijke werkwoorden. Maar ook al heel oud zijn vormen met 'slaap ze,' en 'slapen' is niet (echt) overgankelijk. Die ontwikkeling van het gebruik bij overgankelijk naar het gebruik bij onovergankelijk zou zich dan razendsnel moeten hebben voltrokken. Daarbij komt: 'eten' is al heel lang niet-verplicht overgankelijk. De hypothese dat de constructie dus juist bij (mogelijk) onovergankelijke werkwoorden ontstaan is (waar hij nu uitsluitend voorkomt) kan dus niet zomaar verworpen worden. Je hebt eenvoudigweg te weinig data om iets met zekerheid te kunnen zeggen.

      Wat je zegt over het onmogelijke van 'Eet!' 'Zing!' etc lijkt me niet helemaal terecht. Ik snap dat die vormen onnatuurlijk op je overkomen, maar in de juiste context is er niet veel mis mee. Stel je voor dat je een instructiesituatie zit, waarbij allerlei taken moeten worden verricht. Dan kan ik me best een serie bevelen voorstellen die luidt: "OK, en nu op mijn teken: Zit! Neem je lepel in le rechterhand. En nu: Eet!"

      Wat jij denk ik signaleert is dat je met extra toevoegingen meer prosodische ruimte hebt om via toonbewegingen wat verzachting in het bevel aan te brengen. De toonhoogtebeweging kan extra informatie verschaffen over je bedoelingen, ook al zijn de toevoegingen tamelijk betekenisarm. Daarnaast kan er een fysiek voordeel zijn omdat je dan de uitstoot van de ingeademde lucht over een grotere afstand kunt uitsmeren.

      Verwijderen
  7. 'k Denk dat de constructie in België ook gebruikt wordt, want ik ben een Vlaamse en hoorde mezelf laatst 'Blok ze!' zeggen tegen een medestudente, bij wijze van afscheid en met de bedoeling haar aan te moedigen nog alles op alles te zetten en nog zo goed mogelijk te studeren. Zij moest daar wel om lachen, maar begreep perfect wat ik bedoelde.

    Als je me nu vraagt wat die 'ze' in 'Blok ze' is, dan vind ik dat wel een lastige kwestie. 't Is net zoiets als vragen wat 'er' is in 'Ga ervoor!' of in 'Geef er een lap op' of zo. Alhoewel ik met 'ze' niet echt duidde op de cursussen en boeken. Er zat meer een spreektalig element in van 'doe dat nog goed hé, dat studeren' en dan verwees ik eigenlijk naar alles wat er te studeren viel en ook naar het doorzetten.



    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb van verschillende Belgische kennissen gehoord dat zij het heel vreemd vinden, en dat het in België nauwelijks voor zou komen, maar het kan natuurlijk heel goed zijn dat zo'n spreektaalconstructie langzaam terrein wint. Ik denk dat je gelijk hebt wat je intuïtie over de betekenis van 'ze' betreft: het is vergelijkbaar met andere loze zinsdelen. Blijft wel de vraag waarom het hier 'ze' is en niet 'het' of 'er.'

      Verwijderen