donderdag 25 juni 2009
"Allerlei grammaticale fouten"
In zijn rubriek Woordhoek in de NRC verwijst Ewoud Sanders naar een creatie uit de Camera Obscura van Nicolaas Beets: Keesje het diakenhuismannetje. Zijn taal wordt door Beets tamelijk natuurgetrouw weergegeven: "Meheer in plaats van meneer, na in plaats van naar, gekommen in plaats van gekomen, en dullezan als verhaspeling van het Franse diligence. Keesje heeft het over een apteker in plaats van over een apotheker, hij zegt fassoendelek en hij maakt allerlei grammaticale fouten."
He, da's nou jammer, dat Sanders daar geen voorbeelden van geeft. Wat zijn dat dan voor fouten?
Gelukkig kunnen we de hele tekst van Keesje opzoeken op het internet. Hij staat op verschillende plaatsen, onder andere op dbnl. Maar helaas, de taalprof kan er met de beste wil van de wereld geen grammaticale fouten in ontdekken. Het natuurgetrouwe zit hem ongetwijfeld in de formulering, en vooral in de fonetische weergave van de uitspraak, maar daar blijft het dan zo ongeveer bij.
Misschien dat Sanders met "allerlei grammaticale fouten" de afwijkende werkwoordvormen op het oog had. Zoals in de zin Uwé mot niet kwalijk nemen, dat ik uwé niet trekt kon. Afgezien van de werkwoordvorm kon is deze zin onberispelijk negentiende-eeuws. Uwé en mot zijn weer voorbeelden van fonetische weergaven van Keesjes uitspraak, en ook trekt is alleen maar een uitspraakvariant van direct. Kwalijk nemen wordt door Stoett in zijn spreekwoordenboek ook al zonder meewerkend voorwerp vermeld, dus dat is geen fout. Kon in plaats van kende echter zou je met enige goede wil een grammaticale fout kunnen noemen.
Voor de rest alleen dit soort gevallen: Je kent ermee in een spul reizen, Klein Klaasje het me mishandeld, het zel niet helpen, als ik een drankje buiten de stad brocht, dan leit men ons op strooi, dat doei ik niet, wat holp het, armelui die an de Diakenie kwammen. Allemaal enigszins afwijkende werkwoordsvormen, die ook nog eens binnen de bekende variatie vallen.
Een interessant geval is nog: Wat hoeft ie mijn ongelukkig te maken? Ik ben er niet zeker van wat hier nu fout is. hoeft in plaats van moet lijkt me prima, want Vondel gebruikt dat ook zo in de zeventiende eeuw, Van Effen in de achttiende, en Multatuli in de negentiende eeuw (Wat hoeft zoo'n gemeene kerel 'n protestantsch jongetje te vragen?), en mijn in plaats van mij hoor je tegenwoordig ook nog wel. Is dat een grammaticale fout of gaat het gewoon weer om een uitspraakvariant? Wederom lijkt hier grammaticaal niet veel aan de hand.
En deze dan: Ik besturf as een doek? Is dat geen grammaticale fout? Ja, besturf in plaats van bestierf is weer een afwijkende werkwoordsvorm, dat is waar. Maar verder weer alles prima. Besterven als werkwoord zonder lijdend voorwerp (met betekenis "bleek worden") lijkt helemaal in orde.
Kortom: er is helemaal geen sprake van "allerlei grammaticale fouten" in het taalgebruik van Keesje het Diakenhuismannetje. Hij spreekt onberispelijk Nederlands, en kiest alleen af en toe een afwijkende werkwoordsvorm, en hij heeft een beetje een eigenaardige uitspraak.
Waarom ga ik hier zo uitgebreid op in? Wel, dat "allerlei grammaticale fouten" lijkt me symptomatisch voor hoe mensen tegen grammatica aankijken. Het staat eigenlijk voor "eigenaardigheden die ik niet goed begrijp, of die ik niet nader kan benoemen." Dat is jammer. Zo'n formulering maakt de grammatica moeilijker en ondoorzichtiger dan nodig is.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Waarschijnlijk dingen als "hij hep" ? :-) Was onlangs nog in het Diak en zaken zijn daar nog net zo. Ik vind het charmant en was onder de indruk van de toewijding van het verplegend personeel - maar dat terzijde. Groetjes van Martine
BeantwoordenVerwijderen@Martine: Heb je de 'Lees meer'-link bekeken? Daar beschrijf ik over welke gevallen Sanders het zou kunnen hebben, want ik heb de hele tekst erop nageplozen.
BeantwoordenVerwijderenProf,
BeantwoordenVerwijderenIk kom op slechts 6 fouten, die bijna allemaal de vervoeging betreffen:
- ... dat ik uwé niet trekt KON;
- Je KENT ermee in een spul reizen;
- dat DOEI ik niet (maar misschien heeft de 'i' (uitgesproken als 'j') hier als functie een fonetische 'hiatus' te voorkomen);
- wat HOLP het (verkeerde ovt-vorm onder invloed van volt. deelw. 'geholpen');
- Wat hoeft ie MIJN ongelukkig te maken? (maar misschien is de 'n' hier alleen een fonetisch verbindingselement, vergel. 'doeI ik' hierboven);
- Ik BESTURF as een doek (verkeerde ovt-vorm onder invloed van volt. deelw. 'besturven', dialectisch uitgesproken).
Mijn conclusie is dat Sanders niet weet wat onder 'grammatica' verstaan moet worden.
@Arie Molendijk: inderdaad, deze gevallen -op 'kent' na- noemde ik ook al. Maar jij vindt deze van een andere orde dan de vormen die ik opmerkte: 'het' voor 'heeft,' 'zel' voor 'zal,' 'brocht' voor 'bracht,' 'leit' voor 'legde' en 'kwammen' voor 'kwamen'?
BeantwoordenVerwijderen@Arie Molendijk: Of Sanders niet weet wat er onder grammatica verstaan moet worden zou ik niet durven zeggen. Zijn formulering is echter in ieder geval symptomatisch voor de kijk die de meeste mensen op grammatica hebben: dat zijn alle taalverschijnselen die een normaal mens niet nader kan analyseren of begrijpen, met uitzondering van spelling natuurlijk.
BeantwoordenVerwijderen