dinsdag 3 april 2007

Grap met baard



Weer eens een syntactische grap gespot! Wie kan zich nog de musical Mary Poppins herinneren? Onlangs (was het niet afgelopen zomer?) in de herhaling op de televisie geweest, met Julie Andrews en Dick van Dyke.

De kinderen Banks gaan met Mary en Dick op bezoek bij Uncle Arthur, die een mop vertelt waar iedereen van tegen het plafond komt te zweven. Hij gaat zo: "Speaking of names, I know a man with a wooden leg named Smith." "Really?  What's the name of his other leg?" Ja, zo flauw maken ze ze niet meer. Maar deze komt zelfs voor in een universitair tentamen van de Groningse linguïst Jan-Wouter Zwart. Kun je nagaan.

Je moet wel even oppassen met de vertaling. Ik meen dat ik het vroeger in het Nederlands gelezen heb als Ik ken een man met een houten been, genaamd Smit, maar dat is natuurlijk wel een stroeve vertaling. Zo zeg je dat niet in het Nederlands, een man, genaamd Smit.

Het probleem is natuurlijk dat je niet kunt vertalen Ik ken een man met een houten been, die Smit heet, want dan is de grap weg. Het betrekkelijk voornaamwoord die verraadt het antecedent man. Maak je er dat van Ik ken een man met een houten been, dat Smit heet, dan kan de bijzin niet meer bij man begrepen worden.

Je kunt het oplossen door in plaats van man een het-woord te kiezen: Ik ken een mannetje met een houten been, dat Smit heet. Of je maakt van houten been een de-woord: Ik ken een man met een klompvoet, die Smit heet.

Wat is hier eigenlijk taalkundig aan de hand? Ja, die bijzin is een bijvoeglijke bepaling bij man of klompvoet, dat is duidelijk, maar waarom kun je eigenlijk niet zeggen Ik ken een man die Smit heet met een klompvoet? Waarom is de dubbelzinnige variant beter dan de ondubbelzinnige?

De bijvoeglijke bijzin die Smit heet moet begrepen worden als een zogeheten "uitbreidende" bepaling. De bepaling voegt iets toe nadat de man geïntroduceerd is in het gesprek. Je introduceert een man (met een klompvoet), en vervolgens zeg je van die man dat hij Smit heet. De bijzin kun je voorzien van allerlei bepalingen die aangeven dat het hier extra informatie betreft: ik ken een man met een klompvoet, die trouwens Smit heet, die ook nog Smit heet, die tussen twee haakjes Smit heet. Zou je er met alle geweld een beperkende bepaling van willen maken, dan zou je iets moeten zeggen als Ik ken alléén een man met een klompvoet die Smit heet. Met klemtonen op alleen en Smit, en zonder komma-intonatie. Maar dit is niet de natuurlijke lezing. Bovendien verdwijnt in die lezing de grap.

De bijvoeglijke bepaling met een klompvoet is juist een "beperkende bepaling". Die moet begrepen worden tegelijk met de introductie van de man. Het gaat niet over een man, die ook nog eens een klompvoet heeft, nee, het gaat over een "klompvoetman". Zelfstandig naamwoord en bepaling identificeren tegelijk de man om wie het gaat. Bij deze bepaling is het vrijwel onmogelijk om diezelfde toevoegingen te zetten als bij de uitbreidende bepaling: Ik ken een man met trouwens een klompvoet, met tussen twee haakjes een klompvoet, met ook nog eens een klompvoet, die Smit heet.

De bijzin is dus uitbreidend en de woordgroep met een klompvoet is beperkend. Dat dwingt de gegeven volgorde af. Beperkende bepalingen staan altijd dichter bij het zelfstandig naamwoord dan uitbreidende. Dat komt omdat uitbreidende bepalingen eigenlijk niet alleen bij het zelfstandig naamwoord horen, maar bij de combinatie van het zelfstandig naamwoord met zijn beperkende bepalingen. De bijzin die Smit heet hoort eigenlijk niet bij man, maar bij man met een klompvoet.

Maar waarom is dit eigenlijk een grap? Niet omdat de kijker het meteen verkeerd begrijpt natuurlijk. Want dergelijke gevallen komen talloze keren voor. In bijna alle gevallen waarin je twee bijvoeglijke bepalingen na een zelfstandig naamwoord hebt staan, bevat die eerste bepaling wel een zelfstandig naamwoord. Toch zal niemand een grap met een baard die iedereen kent spontaan verkeerd begrijpen. En ook het omgekeerde geval, bijvoorbeeld een grap met een clou die niemand verwacht, zorgt vrijwel nooit voor merkbare dubbelzinnigheid.

Nee, de grap is niet de dubbelzinnigheid zelf. De grap is dat iemand de luisteraar wijst op een interpretatie waar hij zelf niet in eerste instantie aan gedacht heeft, waardoor die verkeerde (en absurde) betekenis zich onweerstaanbaar blijft opdringen. De grap is het frustreren van de luisteraar. Je lacht om jezelf.

13 opmerkingen:

  1. Heb de heer Zwart net maar even gewezen op zijn nieuw verworven roem. :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Aha, dat laatste is een hint naar de identiteit van de taalprof: bent u Kurt Feyaerts?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @tom ruette: verwacht je nu dat ik ja zeg?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. de heer zwart zelf4 april 2007 om 11:21

    Meer van dit soort grappen hier:
    http://www.ling.upenn.edu/~beatrice/humor/contents.html#syntax

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Kurt Feyaerts?
    Zat ik even op een dwaalspoor. Ik dacht dat de Taalprof de laatste tijd zo weinig nieuwe bijdragen postte omdat hij met Google Earth dialectkaartjes aan het knutselen was. Niet, dus.
    Nou ja, back to the drawing board.
    [mompel, mompel...
    Kurt Feyaerts, wie mag dat nu weer zijn?
    mompel, mompel...]

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @scrubs en de taalprof: kurt feyaerts doet iets met humor en creativiteit in de cognitieve linguistiek. nee, taalprof, je kan hem niet zijn, want feyaerts zit aan de kuleuven! mm.. ik ben echt nieuwsgierig eigenlijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @tom ruette: dat wist ik natuurlijk wel ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Zekaaah lol hahahahaa

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Beste Taalprof,
    Het is met een beetje schroom, dat ik reageer op uw weblog. Ik ben maar een eenvoudig taalliefhebber. Zeker geen prof, of iemand die zich anderszins beroepsmatig met taal bezig houdt.
    Het grapje waar ik aan moest denken heb ik dan ook zeker niet uit een universitair tentamen, maar gewoon van Toon Hermans. Ik vroeg me af, of dat dan soms ook een 'syntactisch' grapje is. Voor de duidelijkheid: de overeenkomst die ik zie met het grapje hier bovenaan zit hem niet in de benen.
    Toons grapje ging zo:
    Komt een vrouw bij de dokter en zegt:"Dokter, ik kan mijn benen niet uit elkaar houden."
    Zegt de dokter:"Dan moet je ze nummeren!"
    Nou, vindt u het niet een leuk grapje? En is het syntactisch?
    Ik ben voornemens om uw weblog eens flink door te spitten en te blijven volgen, in de hoop nog veel van u en uw bezoekers te leren.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Beste,
    Hoe werkt het zoeksysteem van deze site?
    Enkele dagen geleden ergens in maart heb ik een vraag gesteld. Maar hoe kan ik dat antwoord van jou nu terugvinden?
    De vraag was:
    Is het nu: Vorm of Maak een zin?
    Groetjes,
    Syl

    BeantwoordenVerwijderen
  11. @Syl: het antwoord op je vraag staat hier: http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/02/reageren_1.html#comment-18785622
    Eens in de zoveel tijd archiveer ik oudere vragen en reacties. Die zijn dan bereikbaar via het Overzicht. Je kunt ook in het auteursregister je eigen naam opzoeken, en kijken wanneer je laatste reactie is geweest.
    De zoekfunctie rechtsboven zou ook moeten werken, maar die hapert nog wel eens. Wat ook werkt is dit: ga naar google, selecteer "Geavanceerd zoeken", en zoek op bijvoorbeeld "Maak een zin" terwijl je de zoekruimte beperkt tot taalprof.web-log.nl.
    Maar ik ben het met je eens dat het vaak lastig zoeken is. De beste zoekmethode is: elke dag even kijken ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  12. @Guichelheil: dank voor deze suggestie! Ik ga er een apart logje over schrijven. Voor de goede orde: ik vind grappen niet beter zodra ze doordringen tot de universitaire tentamens, hoor! Ik vond het in dit geval alleen opmerkelijk dat hij al eens door een taalkundige was opgemerkt.

    BeantwoordenVerwijderen