zaterdag 9 september 2006

Geprüft




"Hee, ben je druk bezig?"
"Ja, ik ben bezig met een logje over bepaald en onbepaald en dan moet ik ook nog een paar emails beantwoorden en een syllabus schrijven en ..."
"Jaja, ho maar, ik wou je alleen iets laten zien. Kan dat effe tussendoor?"
"Ehh, nou vooruit, waar gaat het over?"
"Nou ik was net in de reformzaak en daar hadden ze een reclamekaartje op de kassa staan en daar stond op, je gelooft je ogen niet, wacht, ik heb het opgeschreven, hier, moet je kijken!"
"Chokoladeknappers. Die moet u geproeft hebben. Jaja. Zeker van een Duitse bakker?"
"Ja, van de Bio-Bäckerei, hoe wist je dat?"
"Gokje. Chocolade met een k, dat is geen Nederlands. In Denemarken spellen ze het zo, maar in combinatie met die reformwinkel dacht ik dat het wel van het Duitse Schokolade zou zijn vertaald. Dan blijft die k makkelijk hangen."
"O. Nou, ja, die k, dat had ik niet eens gezien. Maar wat vind je van dat geproeft?"
"Ik heb gezworen dat ik op mijn weblog niets over spelling zou schrijven."
"Nee, maar je hoeft er ook niets over te schríjven!"
"Dat zal ik ook zeker niet doen. Ik maak daar geen woord aan vuil, aan spelling."
"Maar wat vind je van zoiets? Is het niet verschrikkelijk dat de mensen ‘t kofschip niet meer kennen?"
"Ik vind het eerder verschrikkelijk dat mensen ‘t kofschip wél kennen."
"Hè?"
"Deze spelfout komt eerder van iemand die volgens ‘t kofschip redeneert."
"O?"
"Die denkt, geproefd, dat is met een f, die zit in ‘t kofschip, dan moet geproefd met een t."
"Maar dat is toch niet goed? Je moet toch de stam nemen?"
"[zucht] Wat is dan de stam?"
"Dat is proef."
"Met een f."
"Nee, niet met een f, want het gaat niet om hoe het klinkt, je moet het hele werkwoord nemen en dan moet je…"
"Ja, hoor es, je hoeft mij ‘t kofschip niet uit te leggen, ik wéét hoe bezopen die regel in elkaar zit."
"Maar zo zit het toch? Zo hóórt het toch?"
"Nee, zo hoort het helemáál niet!"
"O nee? Hoe zit het dan?"
"Goed. Stel je voor dat in die reformwinkel een paar van die chokoladeknappers-met-een-k op de toonbank liggen, om de klanten te laten proeven. Daar mogen de klanten dan een stukje vanaf bijten, en ze terugleggen op een ander bordje."
"Okee…"
"Dus op het ene bordje liggen chokoladeknappers die nog niet geproefd zijn en op het andere liggen chokoladeknappers die wél geproefd zijn."
"Hè getsie, moet dat nou, zo’n smerig voorbeeld?"
"Je hoeft ze niet zelf te proeven, ik wil alleen horen wat je bij dat tweede bordje zou zeggen. Daar liggen de …"
"Ehh, daar liggen de geproefde chokoladeknappers. Hee, nou zeg ik het met een d!"
"Precies! Dat zou je dan toch niet met een t schrijven, of wel soms?"
"Nee natuurlijk niet!"
"Nou, schrijf dan geproefd ook met een d! Je schrijft hond toch ook met een d omdat het honden is en niet honten?"
"Ja, als je het zo zegt klinkt het wel logisch. Maar dan heb ik dat hele kofschip dus niet meer nodig?"
"Zo is het. Het is een domme regel. Gaar stom, dat is het, een poep regel."
"Nou nou, kan het niet een beetje minder?"
"Ja, dat heb ik net geleerd van een reactie op een andere log. Zo zeg je dat tegenwoordig."
"O, nou voor mij hoeft dat niet. Maar waarom gebruikt iedereen die kofschipregel dan nog?"
"Tja, als het een beetje grammatica wordt, dan mag dat niet meer. Mensen mogen blijkbaar niet nadenken als het om taal gaat. Daarom worden ze dom gehouden met allerlei ezelsbruggetjes."
"Rustig rustig"
"Het is gewoon een complot om de taalgebruikers dom te houden! Dat zie je bij geen enkel ander vakgebied, zo’n het-mag-vooral-niet-te-moeilijk-wordenlobby. Overal wordt gewoon gezegd hoe het zit en wat we ervan weten, en als het over taal gaat mag dat ineens niet meer. Nee, dan verstoppen we alles achter afstompende ongeveer-regeltjes die in de meeste gevallen bij iedereen dezelfde uitkomst opleveren, en die leren we onze kinderen gedachteloos toepassen, zodat ze vooral niet nieuwsgierig worden naar hoe taal in elkaar zit, en voor hun hele leven een gruwelijke pesthekel krijgen aan de grammatica-"
"Hoho, rustig nou eens even, er klopt weer zo’n opgezwollen ader in je nek, en je vingers worden wit als je zo hard op dat toetsenbord drukt. Laat die computer nou eventjes met rust, nee, zet eens neer, niet wéér uit het raam!"




15 opmerkingen:

  1. Klopt de kofschip-regel wel als je ipv de stam gewoon -en van de infinitiefvorm afhaalt? In dat geval krijg je proev(-en). Dan weet je dat het voltooid deelwoord op een d moet eindigen.
    Overigens vind ik het voorbeeld van de geproefde chocolade veel duidelijker dan de kofschip-regel. Dan hoor je tenminste welke letter je bij het schrijven moet gebruiken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Bas: je kunt die kofschipregel wel kloppend krijgen, maar het is allemaal veel te omslachtig volgens mij.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Taalprof: dan zal u blij zijn om te horen dat in het onderwijs tegenwoordig de 'verlengingsproef' wordt aangeleerd, die precies zo gaat als u hem omschrijft. Helaas blijkt deze voor veel tweetalige kinderen (in elk geval in Amsterdam) ook weer moeilijk te zijn; zeker de kinderen die het Nederlands minder goed beheersen, vinden het vaak lastig bepalen wat de goede vorm is. Ook lijken ze het verschil soms minder goed te horen dan eentalig Nederlandse kinderen (wellicht omdat hun moedertaal minder of in elk geval andere klanken kent dan het Nederlands?).

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @Aleid: Hè, daar ben ik inderdaad blij mee! Nou die akelige kofschipregel nog weg uit het dagelijkse leven en we zijn een stuk verder.
    Ik snap overigens ook wel de problemen van tweetalige kinderen (die problemen zijn er natuurlijk ook bij de s/z en v/f van sommige dialectsprekers), maar die problemen zouden met de kofschipregel niet opgelost zijn.
    In ieder geval is met de verlengingsmethode duidelijk waar de d/t-spelling aan gerelateerd is. Niet aan een willekeurig clubje letters, maar aan de uitspraak van het standaardnederlands.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Erik Warmelink21 juni 2016 om 18:58

      "die problemen zijn er natuurlijk ook bij de s/z en v/f van sommige dialectsprekers"

      Inderdaad, sommige dialectsprekers spellen "Ik verhuiz" als "Ik verhuis" omdat zij het nu eenmaal zo uitspreken (zo zeg ik het ook, overigens, Auslautverhärtung is inmiddels wijdverspreid), en willen dan ook dat je "Ik verhuisde" schrijft, terwijl men (ik in ieder geval wel) "Ik verhuizde" zegt. Het is wel weer "verhuizen" en die vreemde spelling is er alleen bij z/s en v/f (niet bij d/t, b/p of g/ch).

      Mijn excuses, dit is een blog over grammatica, niet over spelling, maar de meerderheid van de Nederlandstaligen wegzetten als dialectsprekers omdat ze geen randstedelijk spraakgebrek hebben, is geen weerlegging van de kofschipregel.

      Verwijderen
    2. Erik Warmelink22 juni 2016 om 12:22

      Daar schiet ik wel erg uit mijn slof en daardoor schiet ik mijn doel voorbij. 't Zal mijn ergenis over de (door niemand uitgesproken) 'n' in perenboom en pannenkoek zijn.

      Verwijderen
    3. Ik refereerde eerder naar het omgekeerde: in veel (vooral) stadsdialecten bestaat het verschil tussen z/s en v/f niet of nauwelijks. Deze sprekers voelen dus niet aan dat de verleden tijd van 'verhuizen' 'verhuisde' is, en van 'ruisen' 'ruiste.' Deze sprekers voelen zich dus een beetje zoals een spreker van het standaardnederlands die onzeker is over de verleden tijd van 'niesen' ('nieste' of 'niesde,' afhankelijk van de uitspraak, maar die variatie is al standaard).

      Het feit dat je s/f niet als z/v spelt aan het einde van een lettergreep ondanks dat je het zo uitspreekt (in tegenstelling tot p/t die je wel als b/d spelt als je ze stemhebbend maakt) is inderdaad een spellingkwestie die aan het einde van de negentiende eeuw zo bedacht is. Als je 'verhuizde' zou spellen, zou je eigenlijk ook 'verhuiz' moeten spellen (vergelijk 'ebde' en 'eb,' ondanks dat je 'eb' als 'ep' uitspreekt), maar dat woordbeeld vond men te gek. Had ook anders beslist kunnen worden.

      Verwijderen
    4. Erik Warmelink23 juni 2016 om 19:04

      Ik zou je "feit" liever als "aan het eind van een lettergreep moet je z/v als s/f spellen" formuleren. Die regel helpt me, tot nu toe heb ik alleen 'geweest' ipv. 'geweesd' als uitzondering gevonden. Mijn dank is groot.


      Ik begrijp je "zou je eigenlijk ook 'verhuiz' moeten spellen" niet zo goed. Waarom zouden gelijkvormigheid en etymologie in dit geval niet tellen, maar wel voor 'heb' en 'wordt'?

      Verwijderen
    5. Bij het woord 'eb' of 'brand' spreek je de laatste letter als een stemloze medeklinker uit: je zegt (althans ongeveer) 'ep' en 'brant.' Je spelt echter 'b' en 'd' omdat je bij verlenging van het woord een stemhebbende medeklinker hoort.

      Bij 'huis' en 'graaf' zou je dezelfde redenering kunnen ophangen: omdat je bij verlenging 'z' en 'v' hoort, zou je kunnen bepleiten om 'huiz' en 'graav' te spellen.

      Je kunt natuurlijk ook argumenteren dat je beter 'ep' en 'brant' kunt spellen. Het punt is dat er bij 's/z, f/v' een andere keuze gemaakt wordt dan bij 'p/b, t/d.' Dit is volgens mij wat je zelf zegt, en ik merkte daarbij op dat die keuzes aan het eind van de negentiende eeuw gemaakt zijn.

      Verwijderen
    6. Erik Warmelink24 juni 2016 om 15:02

      Het ging mij er vooral om dat zowel de keuze om de regel alleen voor v/z (en niet b/d/g) in te voeren als de regel zelf nogal arbitrair zijn. Die keuzes heben toch echt met randstedelijke dialecten te maken, lijkt me.

      Je opmerking dat het om een positie aan het einde van een lettergreep ging, heeft me flink geholpen. Tot dan toe had ik een uitspraakregel met flink wat uitzonderingen.

      Verwijderen
  5. Letterlijk gesproken is de troonrede ook een uitspraak van, en in het standaardnederlands

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ben ik de enige die "geproefte chocolade" helemaal niet zo slecht vindt klinken? Het doet me denken aan "gepofte aardappelen" en dat is gewoon goed Nederlands.
    Ik ga liever af op de kofschipregel dan op de verlengde vorm, in dit geval.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @Edith: hmmm. Heb je dat ook bij het woord "beproefd"? Dat je "beproefte methoden" beter vindt klinken dan "beproefde methoden"?
    Maar los daarvan: als iedereen "geproefte aardappelen" beter zou gaan vinden, zouden we ook "geproeft" moeten gaan spellen. Kofschipregel of niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Wat dacht je van "beloofd"? Het is een belofte (znw) maar een beloofde afspraak (bijvoegelijk nw) en dus beloofd (voltooid dw).

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bij 'belofte' (en 'gelofte') heb je het achtervoegsel '-te,' dat nooit in de vorm '-de' optreedt. Zo heb je ook 'wijdte,' 'lengte,' 'ruimte.' Maar je hebt gelijk: bij 'beloofd' is het bij verlenging 'beloofde.'

      Verwijderen