
Het boek schijnt de Italiaanse literaire wereld al op zijn kop gezet te hebben: Il codice Provenzano ("de Provenzano Code") van Salvo Palazzolo en Michele Prestipino, waarin de auteurs de talloze kleine briefjes beschrijven (de pizzini) waarmee mafiabaas Bernardo Provenzano (Binnu u Tratturi, "Bennie de Tractor") vanuit zijn onooglijke hoofdkwartier een machtige organisatie van gewetenloze criminelen leidde.
De briefjes waren gesteld in een geheimschrift, dat op het eerste gezicht nogal eenvoudig aandeed (ooit behandeld door Language Log), maar nu blijkt dat er veel meer achter zit. Het kan niet anders, of ook de Italiaanse linguisten hebben vuile handen. En hoe zit het in Nederland?