Posts tonen met het label Betrekkelijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Betrekkelijk. Alle posts tonen

woensdag 13 oktober 2010

Slordige taalkritiek



De taalprof is natuurlijk geen haar beter dan al die taalcritici die overal fouten aanwijzen in andermans taalgebruik. Alleen stijgt zijn zuurgraad juist bij die taalkritiek, en niet bij het taalgebruik. Want als er nou iets is waar hij zich aan ergert, dan is het aan slordige of onterechte taalkritiek (ja ik weet het, slordige taalkritiek, dat is een pleonasme).

Gisteren twitterde taaladviseur Eric Tiggeler het volgende: "De dat-wordt-die-trend zet genadeloos door. Het Parool: 'een filiaal die dicht is'" Met een foto erbij van het citaat: http://twitpic.com/2wzslg

Onze Taal retweet het bericht, dus dan denk je, dat zit wel snor, maar nee hoor: Wie de moeite neemt om het citaat op te slaan ziet het volgende: Als een filiaal eenmaal dicht is, is die niet zomaar weer geopend. Daar staat dus helemaal niet een filiaal die dicht is.

woensdag 6 oktober 2010

Wie dit niet zint surfe naar een andere website



Mooie kop in de NRC van afgelopen vrijdag. Een citaat uit het eerste nummer van de combinatie tussen de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Handelsblad: Wie dat niet zint neme een andere krant. Hoe oud? Nog maar veertig jaar geleden!

Niet dat dit veertig jaar geleden een gebruikelijke formulering was. Ook toen gold de zogeheten aanvoegende wijs (dat gekke neme) als een belegen vorm. Maar dat is niet het enige wat opmerkelijk is aan deze zin.

zondag 22 maart 2009

De Taalprof plagieert




Het hoge woord moet er maar eens uit: de taalprof zit gewoon de negentiende-eeuwse taalkundige literatuur te plagiëren. Misschien heeft hij het zelf niet eens in de gaten, maar de overeenkomsten zijn te opvallend om ze aan het toeval toe te schrijven. Weliswaar is de taaltechnologie nog niet zover dat de voorbeelden ondubbelzinnig kunnen worden opgespoord, maar wie kan lezen wat die negentiende-eeuwers allemaal schreven, moeten de overeenkomsten in het oog springen.

Neem nou bijvoorbeeld dit stukje over het betrekkelijk voornaamwoord. Dat lijkt bijna letterlijk overgeschreven van een artikeltje van Lambert te Winkel in het Taalkundig Magazijn uit 1853!


dinsdag 5 juni 2007

Voor de liefhebbers



De taalprof jaagt weer eens de taalliefhebbers tegen zich in het harnas. Nou ja, de taalliefhebbers, in ieder geval de liefhebbers van de regel dat je waarvan niet zou mogen gebruiken voor personen. Veel mensen blijken te willen vasthouden aan de "oude schoolregel" (zoals de Schrijfwijzer hem noemt), dat je moet zeggen de vrouw van wie ik hou en niet de vrouw waarvan ik hou (en al helemaal niet de vrouw waar ik van hou, maar dat is weer een andere schoolregel).


Het is een van de "eeuwige kwesties", waarover al eeuwen gebakkeleid wordt. Ook de taalprof heeft het er al eerder over gehad, zelfs een tweede keer, met bijna desastreuze gevolgen. Maar afgelopen dagen was het weer raak.

maandag 11 december 2006

Meesters wil is wet



Sommige mensen worden erg boos als er getornd wordt aan de regels die ze vroeger op school geleerd hebben. Lees bijvoorbeeld de reactie op mijn log over de regel dat je met wie voor personen zou moeten gebruiken en waarmee alleen voor zaken.


Wat is dat toch met die "schoolregels"? Zijn die in steen gebeiteld of zo? Zijn die boven elke discussie verheven? Mag je alleen "oogluikend" een schending van zo'n regel toestaan en moet je dan tot in lengte der dagen blijven horen dat het "eigenlijk" zó hoort maar vooruit, er is weer een betreurenswaardige taalontwikkeling aan de gang, en mensen worden steeds slordiger dus laat maar?


Een aantal mensen merken op dat die regel "zo goed aansluit bij mijn taalgevoel". Dat wil ik best geloven, maar wat betekent dat? Ik zou zeggen: dat die regel dan voor deze mensen overbodig is. Voor wie is hij dan wel bedoeld? Voor de mensen van wie het taalgevoel juist niet aansluit bij die regel. Welke mensen zijn dat? Mensen die het Nederlands niet als moedertaal spreken, en die proberen het Nederlands als vreemde taal onder de knie te krijgen? Daar kan ik inkomen, maar die mensen zouden volgens mij meer gebaat zijn bij regels die de dagelijkse praktijk beter weergeven. 


Het gekke is dat vooral de moedertaalsprekers zelf met deze regel worden lastiggevallen. Waarom? De taal is van de moedertaalsprekers, zeg nou zelf. Niet van de taalkundigen. Als het anders is, hoor ik dat graag, want dan moeten al die taalkundigen wel met die verantwoordelijkheid worden opgeleid. Hetgeen al decennia lang niet gebeurd is.


Als de taal inderdaad van de moedertaalsprekers is, waar ik toch maar even van uitga, dan is het op zijn minst een discussie waard wat het bestaansrecht is van een regel waarover de taalgebruikers het nog nooit in de geschiedenis van de taal eens zijn geweest. Nog nooit in de geschiedenis van het Nederlands hebben alle taalgebruikers (of zelfs maar de meerderheid!) waarmee uitsluitend gereserveerd voor zaken. Waarom is dat dan wel een regel die we op school geleerd hebben? Sorry hoor, maar dat lijkt me een voor de hand liggende vraag.


Misschien is het antwoord wel pijnlijk: omdat we bang zijn voor de grammatica. Zo bang, dat we zelfs zo'n onbenullig regeltje niet ter discussie durven stellen. Zo bang, dat we ons angstvallig vastklampen aan wat de meester vroeger op school vertelde, en onszelf wijsmaken dat dat precies aansluit op hoe wij toch al dachten. Zo komt het natuurlijk nooit goed met de grammatica.

zaterdag 9 december 2006

Eeuwige kwesties (3): Dansen met iets plomps



Dit is er ook een: je vertelt over een feestje gisteravond, en over een meisje waarmee je gedanst hebt, en dan word je onderbroken door je gesprekspartner die zegt: "Is het niet een meisje met wie je gedanst hebt?" Weg verhaal. Je wordt bedankt.


Als het om personen gaat zou je moeten zeggen met wie, en als het om dingen gaat waarmee. Waar komt dat nou weer vandaan? Welke krankzinnige heeft deze "regel" op zijn geweten? Nou, niemand. Want die regel bestaat niet.

zaterdag 21 oktober 2006

De Siamese tweeling



Tijdens zijn gevangenschap van de afgelopen weken deed de taalprof enkele verrassende ontdekkingen. Hij legde mensen de volgende zin voor: Ik kwam gisteren een bekende Nederlander tegen en hij groette mij vriendelijk. En hij vroeg: Wat is het onderwerp bij de persoonsvorm groette? En iedereen wees het goede antwoord hij aan. Toen veranderde de taalprof de zin een beetje tot: Ik kwam gisteren een bekende Nederlander tegen die mij vriendelijk groette. En weer vroeg hij aan de mensen: Wat is het onderwerp bij de persoonsvorm groette? Nu raakte iedereen in verwarring, en de meeste mensen wezen ineens een bekende Nederlander als onderwerp van groette aan. Wat is hier aan de hand? Waarom maken mensen dit verschil? De taalprof zocht het uit, en ontdekte het geheim.


maandag 2 oktober 2006

Alleen voor Amsterdammers



"Taalprof, ik snap er nog steeds niks van!"
"Waarvan?"
"Van dat verschil tussen betrekkelijk en aanwijzend voornaamwoord."
"Wat snap je dan niet?"
"Nou, je vertelt dan wel dat je bij het aanwijzend voornaamwoord kunt wijzen met je vinger, en bij het betrekkelijk voornaamwoord niet, maar dat voel ik absoluut niet aan."
"O?"
"Ik kan soms bij een aanwijzend voornaamwoord ook niet zomaar wijzen."
"Hm. Da's jammer. En ik maar denken dat iedereen dat makkelijk aanvoelt."
"Nou, niet dus!"


woensdag 20 september 2006

Schimmige betrekkingen


Eindelijk! Het sluitstuk van de inmiddels beruchte serie over voornaamwoorden. Na het persoonlijke, bezittelijke en vragende  voornaamwoord (met een uitstapje of  drie naar het wederkerende en wederkerige voornaamwoord), en een uitleg over het aanwijzende en het onbepaalde voornaamwoord, geeft de taalprof nu eindelijk opening van zaken over het betrekkelijk voornaamwoord. Dat werd tijd!


"Het betrekkelijk voornaamwoord heeft betrekking op een ander woord." Zo wordt het meestal uitgelegd. Wikipedia doet het zo, learnonline, Collegehulp, en diverse andere vaklokalen voor het onderwijs van allerlei niveau's. Allemaal suggereren ze dat de term betrekkelijk voornaamwoord te maken heeft met het feit dat dit voornaamwoord betrekking heeft op een ander woord. Fout, fout, helemaal fout! Zo leer je het nooit!