Sommige mensen worden erg boos als er getornd wordt aan de regels die ze vroeger op school geleerd hebben. Lees bijvoorbeeld
de reactie op mijn log over de regel dat je
met wie voor personen zou moeten gebruiken en
waarmee alleen voor zaken.
Wat is dat toch met die "schoolregels"? Zijn die in steen gebeiteld of zo? Zijn die boven elke discussie verheven? Mag je alleen "oogluikend" een schending van zo'n regel toestaan en moet je dan tot in lengte der dagen blijven horen dat het "eigenlijk" zó hoort maar vooruit, er is weer een betreurenswaardige taalontwikkeling aan de gang, en mensen worden steeds slordiger dus laat maar?
Een aantal mensen merken op dat die regel "zo goed aansluit bij mijn taalgevoel". Dat wil ik best geloven, maar wat betekent dat? Ik zou zeggen: dat die regel dan voor deze mensen overbodig is. Voor wie is hij dan wel bedoeld? Voor de mensen van wie het taalgevoel
juist niet aansluit bij die regel. Welke mensen zijn dat? Mensen die het Nederlands niet als moedertaal spreken, en die proberen het Nederlands als vreemde taal onder de knie te krijgen? Daar kan ik inkomen, maar die mensen zouden volgens mij meer gebaat zijn bij regels die de dagelijkse praktijk beter weergeven.
Het gekke is dat vooral de moedertaalsprekers zelf met deze regel worden lastiggevallen. Waarom? De taal is van de moedertaalsprekers, zeg nou zelf. Niet van de taalkundigen. Als het anders is, hoor ik dat graag, want dan moeten al die taalkundigen wel met die verantwoordelijkheid worden opgeleid. Hetgeen al decennia lang niet gebeurd is.
Als de taal inderdaad van de moedertaalsprekers is, waar ik toch maar even van uitga, dan is het op zijn minst een discussie waard wat het bestaansrecht is van een regel waarover de taalgebruikers het nog nooit in de geschiedenis van de taal eens zijn geweest. Nog nooit in de geschiedenis van het Nederlands hebben alle taalgebruikers (of zelfs maar de meerderheid!)
waarmee uitsluitend gereserveerd voor zaken. Waarom is dat dan wel een regel die we op school geleerd hebben? Sorry hoor, maar dat lijkt me een voor de hand liggende vraag.
Misschien is het antwoord wel pijnlijk: omdat we bang zijn voor de grammatica. Zo bang, dat we zelfs zo'n onbenullig regeltje niet ter discussie durven stellen. Zo bang, dat we ons angstvallig vastklampen aan wat de meester vroeger op school vertelde, en onszelf wijsmaken dat dat precies aansluit op hoe wij toch al dachten. Zo komt het natuurlijk nooit goed met de grammatica.