Posts tonen met het label Aanwijzend. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Aanwijzend. Alle posts tonen

woensdag 13 oktober 2010

Slordige taalkritiek



De taalprof is natuurlijk geen haar beter dan al die taalcritici die overal fouten aanwijzen in andermans taalgebruik. Alleen stijgt zijn zuurgraad juist bij die taalkritiek, en niet bij het taalgebruik. Want als er nou iets is waar hij zich aan ergert, dan is het aan slordige of onterechte taalkritiek (ja ik weet het, slordige taalkritiek, dat is een pleonasme).

Gisteren twitterde taaladviseur Eric Tiggeler het volgende: "De dat-wordt-die-trend zet genadeloos door. Het Parool: 'een filiaal die dicht is'" Met een foto erbij van het citaat: http://twitpic.com/2wzslg

Onze Taal retweet het bericht, dus dan denk je, dat zit wel snor, maar nee hoor: Wie de moeite neemt om het citaat op te slaan ziet het volgende: Als een filiaal eenmaal dicht is, is die niet zomaar weer geopend. Daar staat dus helemaal niet een filiaal die dicht is.

maandag 2 oktober 2006

Alleen voor Amsterdammers



"Taalprof, ik snap er nog steeds niks van!"
"Waarvan?"
"Van dat verschil tussen betrekkelijk en aanwijzend voornaamwoord."
"Wat snap je dan niet?"
"Nou, je vertelt dan wel dat je bij het aanwijzend voornaamwoord kunt wijzen met je vinger, en bij het betrekkelijk voornaamwoord niet, maar dat voel ik absoluut niet aan."
"O?"
"Ik kan soms bij een aanwijzend voornaamwoord ook niet zomaar wijzen."
"Hm. Da's jammer. En ik maar denken dat iedereen dat makkelijk aanvoelt."
"Nou, niet dus!"


vrijdag 8 september 2006

Het vinger-voornaamwoord



Was ik niet bezig met een serie over voornaamwoorden? En had ik na een logje over persoonlijke, bezittelijke en vragende voornaamwoorden niet beloofd om ook de aanwijzende, onbepaalde en betrekkelijke voornaamwoorden nog te doen? Ja, ik heb dan wel nog even uitgeweid over het wederkerende en wederkerige voornaamwoord (over het eerste zelfs een tweede keer), maar daarmee is die belofte natuurlijk niet ingelost.


Welnu! Belofte maakt schuld. Het aanwijzende voornaamwoord. Dat is wat! (of: Wat is dat?)


Eerst een moeilijk woord: deiktisch. Moet dat nou? Ja wacht even, het is leuker dan je nu denkt. Deiktisch, dat betekent letterlijk "aanwijzend", en het is afgeleid van een heel oud woord dat "vinger" betekent (net zoals het Latijnse woord "digitus"). Waarom is dat belangrijk? Omdat het aangeeft wat aanwijzen letterlijk is: je vinger op iets richten. En  dan zeggen: Kijk daar!


Als je dat snapt, dan snap je ook wat een aanwijzend voornaamwoord is. Dat is namelijk een gewoon voornaamwoord, met een benadrukt betekeniselement: het is deiktisch. Zeg je Ik zie het, dan verwijst het op een neutrale manier naar iets dat in het gesprek of in de omgeving bekend is. Zeg je echter Ik die dát, dan is het net of je met het woordje dat, net als met je vinger, iets aanwijst.


Dat, die, dit, deze, dat zijn de "echte" aanwijzende voornaamwoorden. Die en dat kunnen ook als andere woorden optreden, maar als je letterlijk met je vinger kunt wijzen op het moment dat je ze uitspreekt, dan zijn ze aanwijzend. Je kunt het gemakkelijk bij jezelf nagaan. In de zin Die voornaamwoorden, die zijn makkelijk! staat twee keer het woordje die. Op het moment dat je ze uitspreekt, kun je letterlijk je vinger gebruiken als ondersteunend gebaar (alsof je ze op papier aanwijst).


Vergelijk dat eens met de zin Die voornaamwoorden die makkelijk zijn, ken ik al. Als je die zin hardop voorleest, kun je wel nog je vinger gebruiken bij het eerste woordje die, maar absoluut niet meer bij het tweede (probeer het maar eens uit!). Dat tweede woordje die is dus niet deiktisch, het is geen aanwijzend voornaamwoord (het is een betrekkelijk voornaamwoord, maar daarover later).


Die woordjes deze, dit, die, dat, zijn dat de enige aanwijzende voornaamwoorden? Nee, dat niet. Je hebt ook nog een paar ouderwetse (gene, gindse), een paar bijzondere (diegene, degene, datgene hetgene), en je hebt zo'n en zulke. Misschien vind je die laatste twee wat gek als aanwijzende voornaamwoorden. Ze zijn misschien niet echt deiktisch, maar toch wijzen ze duidelijk naar een eigenschap die je bedoelt. Als je het hebt over zulke dingen, dan heb je het met zulke over een eigenschap die voor je gesprekspartner duidelijk moet zijn (bijvoorbeeld groot, of doorzichtig, ik zeg maar wat). Ook van die laatste heb je een paar ouderwetse varianten (zodanige, dergelijke, soortgelijke, dusdanige). En als je nou aan de andere kant heel modern wil doen, dan moet je van die, als in van die kleine kaboutertjes of van díe dingen! ook als één woord benoemen. Dat is dan ook een aanwijzend voornaamwoord

Is het dat? Ja, nou, niet helemaal. Ook het woordje zelf, en woorden eindigend op -zelfde (dezelfde, hetzelfde, diezelfde, datzelfde, ditzelfde) hebben iets aanwijzends. Als je zegt Ik heb dat zelf gedaan, dan is het woordje ik "gewoon" een persoonlijk voornaamwoord, maar met zelf wijs je nog eens nadrukkelijk naar jezelf. Daarom worden ook het losse woordje zelf, en woorden op -zelfde, benoemd als aanwijzend voornaamwoord.


Is dat moeilijk? Nou ja, die rare gevallen, die zou je moeten onthouden. Maar het belangrijkste is dat je bij de "gewone" aanwijzende voornaamwoorden die aanwijzende betekenis kunt herkennen. Als je dat kunt, ben je ver genoeg.